Eens in de 4 jaar doen we als inspectie uitgebreid onderzoek bij ieder bestuur en zijn scholen (in het mbo: ieder bestuur en zijn opleidingen).
Wat gaat goed, wat kan beter en wat moet beter? In ons toezicht vormen de verantwoordelijkheid van besturen voor onderwijskwaliteit en hun ambities het uitgangspunt en daarom begint het vierjaarlijks onderzoek bij het bestuur. Met het vierjaarlijks onderzoek willen we duidelijk krijgen of de (be)sturing door het bestuur op de kwaliteit van de scholen op orde is, of er sprake is van deugdelijk financieel beheer en hoe dit bijdraagt aan de kernfuncties van het onderwijs (stelselthema’s).
Hoe ziet het vierjaarlijks onderzoek bij een bestuur en zijn scholen eruit?
Met de analyse krijgen we een voorlopig beeld van de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en het financieel beheer. We analyseren de beschikbare monitoringsinformatie en betrekken hierbij gegevens van het bestuur, zoals openbare of eerder ingezonden documenten. Zo komen we tot onderzoeksvragen die nodig zijn om de kwaliteit te beoordelen volgens het waarderingskader voor besturen.
In het startgesprek geeft het bestuur ons een beeld van de eigen (financiële) kwaliteit, de kwaliteitszorg, de resultaten en de ontwikkelingen en bespreken we de bevindingen van onze analyse. Op basis hiervan bepalen we de onderzoeksactiviteiten.
Het onderzoeksplan bevat de inrichting en verantwoording van het vierjaarlijks onderzoek. Dit geeft inzicht in het doel, de onderzoeksvragen, de opzet, de inhoud en de intensiteit van het vierjaarlijks onderzoek voor het bestuur. We beschrijven welke verificatie-activiteiten we gaan uitvoeren. Van tevoren bespreken we dit plan met het bestuur.
Het onderzoek bestaat uit verificatie-activiteiten op school- en bestuursniveau. Daarbij kunnen we ook andere belanghebbenden betrekken. Op bestuursniveau voeren we in elk geval een gesprek met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) en het interne toezicht. Ook kunnen we aanvullende gesprekken met het bestuur en andere geledingen voeren of andere onderzoeksactiviteiten op bestuursniveau uitvoeren. Daarnaast kunnen risico-onderzoeken en onderzoeken naar de waardering Goed onderdeel uitmaken van het vierjaarlijks onderzoek.
In het (concept)rapport leggen we onze bevindingen en oordelen vast. We geven een oordeel op bestuursniveau en doen daarmee een uitspraak over de kwaliteit van het bestuur. We rapporteren en onderbouwen onze oordelen en waarderingen: op welk gebied is de waardering Goed van toepassing? En waar kan het beter en op welke onderdelen móet het beter?
In het eindgesprek informeren we het bestuur over de conclusies van het onderzoek en maken we (zo nodig) afspraken over herstel en verbetering (herstelopdrachten en - onderzoeken) en bespreken we (verbeter)plannen van het bestuur. Ook vragen we feedback op hoe het onderzoek is verlopen.
Na het eindgesprek sturen we het definitieve rapport naar het bestuur en maken we het rapport openbaar op onze website. Naar aanleiding van het vierjaarlijks onderzoek kan er vervolgtoezicht plaatsvinden.
Onderzoeken bij de scholen
Voor het vierjaarlijks onderzoek kunnen we bij de scholen de volgende activiteiten uitvoeren:
Bij de zogenaamde verificatie-activiteiten kijken we of de sturing op de kwaliteit door het bestuur ook in de praktijk werkt.
Onderzoeken naar risico’s nemen we mee in het vierjaarlijks onderzoek. Maar ze kunnen ook daarbuiten plaatsvinden, naar aanleiding van de jaarlijkse prestatieanalyse en signalen. We houden hiermee zicht op mogelijke risico’s, maar we verwachten dat besturen die ten alle tijden zelf ook in beeld hebben, als onderdeel van de kwaliteitscyclus. Bij een bestuur dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit goed invult, verwachten we dat als wij mogelijke risico’s detecteren, het bestuur zelf de oorzaken onderzoekt, passende maatregelen neemt en zich hierover verantwoordt aan de inspectie. Bij een bestuur dat er niet in slaagt de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen, voeren wij (afhankelijk van de aard van de risico’s) zelf het risico-onderzoek geheel of gedeeltelijk uit.
Overigens houdt de inspectie ook buiten het vierjaarlijks onderzoek op verschillende manieren toezicht op de scholen. Lees hierover meer op de pagina Toezicht op scholen.