Het onderzoekskader 2021: wat is er veranderd

Vanaf 1 augustus 2021 werkt de Inspectie van het Onderwijs met herziene onderzoekskaders in het primair onderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Op deze pagina leest u wat er is veranderd in ons toezicht.

De hoofdlijnen van de herziening in 2 minuten

De hoofdlijnen van de herziening van het toezicht hebben we samengevat in een animatie.

Animatie Het waarderingskader voor besturen

Ook hebben we een animatie gemaakt over het kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie beoordelen bij besturen.

Ongewijzigde uitgangspunten: het onderzoekskader is bestuursgericht en gaat uit van proportionaliteit

Het Onderzoekskader 2017 was bestuurs- en stelstelgericht en ging uit van proportionaliteit en maatwerk. Het Onderzoekskader 2021 bouwt daarop voort. Besturen en het intern toezicht (samen het bevoegd gezag) dragen de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs. Daarom richten we het toezicht op hun werk. We doen dat proportioneel. Het toezicht is intensiever waar het moet, en daarnaast gericht op de ambities van het bestuur.

Scholen en opleidingen houden onverminderd onze aandacht. We willen weten hoe het onderwijs ervoor staat en daarom bezoeken we scholen en opleidingen om daarvan een beeld te krijgen. Jaarlijks voeren we van iedere school een risicoanalyse uit om na te gaan of er risico’s zijn, die we nader moeten bespreken met het bestuur. Ook signalen kunnen hiervoor een aanleiding zijn. Naar aanleiding van het gesprek met het bestuur bepalen we of en hoe we de situatie moeten onderzoeken.

Ook duiden en waarderen we jaarlijks in ‘De Staat van het Onderwijs’ hoe het met de kernfuncties en voorwaarden van het onderwijsstelsel is gesteld. Daarnaast maken we vaak aparte themarapporten.

Nieuw: Duidelijk onderscheid tussen toezicht op bestuur, school/opleiding en stelsel

Nieuw: Duidelijker verschil tussen waarborgen en stimuleren

In het toezicht maken we sinds 2017 een duidelijk verschil tussen waarborgen en stimuleren.

  • Bij waarborgen beoordelen we of besturen en scholen/opleidingen aan de wettelijke (deugdelijkheids)eisen voldoen.
  • Bij stimuleren richten we ons op de ambities die besturen en scholen hebben voor het onderwijs aan de leerlingen en studenten.

Omdat uit de evaluaties naar voren kwam dat het verschil duidelijker kon, hebben we in het Onderzoekskader 2021 bij elke standaard de wettelijke eisen helder in beeld gebracht. Ook gebruiken we geen voorbeelden voor mogelijke ambities meer. Zo willen we de open invulling van de verantwoordelijkheid voor ambities door besturen en scholen/opleidingen benadrukken.

Extra aandacht voor burgerschap

Vanaf 1 augustus 2021 zijn er nieuwe wettelijke eisen voor bevordering van burgerschap in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs. Deze eisen hebben we verwerkt in het Onderzoekskader 2021.

De wet schrijft voor dat scholen op een doelgerichte, samenhangende en herkenbare manier werken aan de bevordering van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en de bijbehorende sociale - maatschappelijke competenties. Ook een schoolklimaat dat past bij de bevordering van basiswaarden is van belang. Scholen hebben de vrijheid om hun burgerschapsonderwijs in te richten op een manier die past bij de levensbeschouwelijke visie, ideeën over leren en de leerlingenpopulatie van de school.

De inspectie beoordeelt of scholen en opleidingen aan de wettelijke eisen voldoen en of het bestuur inzicht heeft in de kwaliteit van het onderwijs en die zo nodig verbetert. Daarbij hanteert de inspectie geen ‘eigen’ eisen; de wet is uitgangspunt. Bij de uitoefening van het toezicht houdt de inspectie rekening met de tijd die nodig is om aan de herziene wettelijke eisen te voldoen. Wel zal de inspectie altijd handhavend optreden als scholen in het geheel geen invulling geven aan bevordering van burgerschap of het onderwijs in strijd is met basiswaarden.

Wat merkt het onderwijs van de veranderingen

Lopende toezichtinterventies van voor 1 augustus 2021 blijven geldig

Vanaf 1 augustus 2021 geldt het Onderzoekskader 2021. Lopende toezichtinterventies van voor 1 augustus 2021 blijven geldig.  Denk bijvoorbeeld aan lopende herstelonderzoeken of gegeven herstelopdrachten. We voeren na 1 augustus 2021 onderzoeken uit volgens het Onderzoekskader 2021. Deze overstap maken we zo omdat eerder als Onvoldoende beoordeelde wettelijke eisen (deugdelijkheidseisen), ook in het Onderzoekskader 2021 zijn opgenomen. De contactinspecteur informeert u, zoals gebruikelijk, over een afgesproken of aanstaand onderzoek.

Evaluatie en herziening onderzoekskaders

Ieder jaar worden de onderzoekskaders bijgesteld om nieuwe wetgeving te verwerken. Daarnaast herzien we de kaders periodiek.

In 2017 hebben we met het Onderzoekskader 2017 de uitgangspunten van het toezicht aangepast. Het toezicht werd bestuursgericht. We spraken toen af de werking van het onderzoekskader te evalueren.

We hebben het toezicht geëvalueerd in het onderwijsveld, de samenleving en intern. Ook hebben we de Radboud Universiteit gevraagd een evaluatieonderzoek uit te voeren.

Op basis van deze evaluaties hebben we het kader herzien. Vanaf 1 augustus 2021 werken we met dit herziene kader.