Soms kunnen kinderen vanwege psychische of lichamelijke beperkingen tijdelijk niet of niet volledig naar school. De school kan dan een op maat gemaakt onderwijsprogramma aanbieden door af te wijken van het minimum aantal uren onderwijstijd. Het bestuur vraagt hiervoor instemming van de inspectie.

Per 1 januari verandert de beleidsregel rond het afwijken van de onderwijstijd. De school moet in een ontwikkelingsperspectief (OPP) vastleggen:

  • waarom afgeweken wordt van de onderwijstijd
  • hoe het onderwijs op school vormgegeven wordt
  • welke ondersteuning en begeleiding de leerling krijgt als de leerling niet op school is
  • hoe de school concreet en planmatig toewerkt naar uitbreiding van het aantal uren dat de leerling onderwijs op school volgt

De ouders of verzorgers moeten instemmen met het OPP.

Aanvraag instemming

Het bestuur dient de aanvraag voor de afwijking van de onderwijstijd in via het Internet Schooldossier (ISD). Hierbij geeft het aan dat er een OPP is opgesteld dat aan de eisen voldoet en waar de ouders mee ingestemd hebben.

Vanwege privacyredenen wordt het OPP niet meegestuurd met de aanvraag.

Toezicht

De inspectie houdt toezicht op afwijking van de onderwijstijd. De inspecteur bekijkt de maatwerktrajecten en de OPP’s wanneer passend onderwijs onderdeel is van een onderzoek of gesprek op een school of bij een bestuur.

Verantwoordelijk

De school blijft aanspreekbaar op de inhoud, vorm en uitvoering van de onderwijsactiviteiten die onder de verantwoordelijkheid van de school vallen. Ook als sprake is van inkoop en/of inhuur bij een particuliere aanbieder of samenwerking met een derde partij.

Een school mag een leerling niet uitbesteden aan een niet-bekostigde onderwijsinstelling.

Beeld: © Rijksoverheid