Burgerschapsonderwijs in het speciaal (basis)onderwijs: veel aandacht voor persoonsvorming, sociale omgang en seksuele weerbaarheid

Scholen voor speciaal basisonderwijs (sbo) en speciaal onderwijs (so) geven binnen hun burgerschapsonderwijs vooral aandacht aan persoonsvorming en sociale omgang, waaronder seksuele weerbaarheid. De gemiddelde sbo- en so-leerling heeft een hoge seksuele weerbaarheid. Vrijwel alle sbo- en so-leerlingen geven bijvoorbeeld aan te weten dat ze mogen weigeren een naaktfoto met iemand te delen.

Beeld: ©Inspectie van het Onderwijs

Dit blijkt uit het peilingsonderzoek Burgerschap einde speciaal (basis)onderwijs 2020-2021 van de Inspectie van het Onderwijs. Peil.Burgerschap geeft voor de eerste keer een beeld van de burgerschapscompetenties van leerlingen aan het einde van het sbo en so (voormalig cluster 4, voor leerlingen met gedrags- of psychische stoornissen), net als van het burgerschapsonderwijs op deze scholen.

Leerlingen verschillen flink in wat ze kennen en kunnen op het gebied van burgerschap 

Wat leerlingen weten van burgerschap en de mate waarin leerlingen deze kennis kunnen toepassen, varieert sterk tussen leerlingen. Dat geldt ook voor houdingen rond allerlei thema’s die met burgerschap te maken hebben. Leerlingen in het sbo en so hebben over het algemeen een weinig positieve houding rond het omgaan met conflicten. Bijvoorbeeld als het gaat over rekening willen houden met de ander wanneer je ruzie hebt. Wel is de algemene burgerschapshouding gemiddeld in zowel sbo als so te typeren als gematigd positief. 4 van de 5 leerlingen in zowel het sbo als het so hebben een matig tot redelijk vertrouwen in wat ze kunnen op het gebied van burgerschap. Bijvoorbeeld als ze wordt gevraagd of ze de mening van anderen kunnen respecteren. Vergeleken met leerlingen in het bo hebben sbo- en so-leerlingen duidelijk minder burgerschapskennis. Vaardigheden en houdingen verschillen minder tussen de schooltypen bo, sbo en so. 

Maatschappelijke doelen van burgerschapsonderwijs onderbelicht

Uit de peiling blijkt dat sbo- en so-scholen burgerschapsonderwijs belangrijk vinden. Leerdoelen op het gebied van persoonsvorming en sociale omgang krijgen daarbij de meeste aandacht. Het leren oplossen van conflicten en het nemen van verantwoordelijkheid voor wat je doet zijn daar voorbeelden van. Er is minder aandacht voor de maatschappelijke doelen van burgerschapsonderwijs, zoals het kritisch leren nadenken over het handelen van autoriteiten, of betrokkenheid bij samenleving of politiek.

Burgerschapsonderwijs moet verder worden doorontwikkeld

Hoewel scholen aandacht geven aan bevordering van burgerschap, vraagt het burgerschapsonderwijs op veel scholen verdere ontwikkeling. Er is namelijk nog niet veel sprake van een (gedeelde) visie, concrete leerdoelen en systematisch volgen van de burgerschapsontwikkeling van leerlingen. 

Wettelijke verplichting

Scholen moeten van de wet aandacht besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Ze moeten dat doen op een doelgerichte, samenhangende en herkenbare manier en ze moeten laten zien dat ze zicht hebben op de resultaten van hun burgerschapsonderwijs bij de leerlingen. Volgens een focusgroep van experts op het gebied van burgerschap vraagt dit om extra ondersteuning van sbo- en so-scholen, en om extra tijd. Duidelijke, vastgestelde leerlijnen kunnen scholen helpen bij het inrichten van burgerschapsonderwijs. Ook zijn er lesmaterialen en meetinstrumenten nodig die aansluiten bij leerlingen in het sbo en so. Tot slot verdient burgerschap meer aandacht op de lerarenopleidingen en in de nascholing van schoolteams. Zo kunnen leerkrachten beter worden voorbereid en zijn scholen beter in staat de kwaliteit van het burgerschapsonderwijs te ontwikkelen.