Oefen- en verwerkingsopdrachten

Oefen- en verwerkingsopdrachten helpen leerlingen om de leerstof te onthouden en toe te passen. Variatie in het type opdrachten helpt leerlingen verschillende oplossingsstrategieën aan te leren (Wijze Lessen, bouwstenen 8 en 9).

  • We zien in ons onderzoek aansprekende voorbeelden van opdrachten die leerlingen maken om te oefenen met de leerstof of om de leerstof te verwerken. Leerlingen maken bijvoorbeeld zelf een presentatie over de lesstof om deze tijdens de les met medeleerlingen te bespreken. Op die manier zijn ze actief bezig met de lesstof. Een ander mooi voorbeeld is dat leerlingen een tekening maken over een boek dat ze hebben gelezen. Op die manier leren ze de kern van de tekst te benoemen en daar eigen woorden aan te geven. Leerlingen zijn door afwisselende werkvormen te hanteren meer betrokken bij de les.
  • In de Wijze Lessen wijzen de auteurs op het belang van het spreiden van oefeningen door de tijd heen. Dit betekent niet dat er méér geoefend wordt, maar dat de oefeningen op een effectievere manier over de tijd worden verdeeld. Het in een kort tijdsbestek oefenen met de stof (‘stampen’) leidt niet tot het onthouden van leerstof op de langere termijn (Wijze Lessen, p. 138). Ook de NRO publicatie ‘Leerprestaties in het voortgezet onderwijs’ beschrijft het effect van periodiseren.
  • ‘Variatie in oefentypen is belangrijk om leerlingen te leren om verschillende oplossingsstrategieën te gebruiken. En afwisseling doorbreekt ook eenvoudigweg routine.’ (Wijze Lessen, p. 150)