1. Inzichten over lezen: wat weten we?

Deze werkvorm is bedoeld om het gesprek met uw collega’s op te starten. Hoe kijken we eigenlijk naar het leesonderwijs? Welke beelden en ideeën leven er onder collega’s?

Deze pagina is ontwikkeld door Jantien Dhont en Joanneke Prenger van SLO in samenwerking met de Inspectie van het Onderwijs.

Voorbereiding

  • Duur werkvorm: 30 minuten
  • Laat alle deelnemers een rood en een groen voorwerp meenemen

1. Quiz: waar of niet waar?

De gespreksleider leest de stellingen voor: waar (groen) of niet waar (rood)? Na elke stelling bespreek je samen de resultaten en wissel je ideeën uit.

Stellingen

  1. Om teksten te kunnen begrijpen is het noodzakelijk dat je vloeiend kunt lezen.
  2. Je leert kinderen goed begrijpend te lezen door hen vragen bij een tekst te laten beantwoorden.
  3. Het is belangrijk dat je langere tijd over hetzelfde onderwerp met je leerlingen leest, schrijft en praat.
  4. Voor het werken met rijke thema’s heb je een groot en gevarieerd aanbod van goede kinderboeken en zakelijke teksten nodig.
  5. Leesmotivatie heeft geen invloed op het leesgedrag en op de leesvaardigheid van leerlingen.
  6. De hoeveelheid kennis van een leerling over een bepaald onderwerp, is de beste voorspeller voor leesbegrip.
  7. Het is belangrijk dat kinderen altijd teksten lezen op hun eigen niveau.
  8. Niet alle leerlingen kunnen een rijke tekst aan.
  9. Het is belangrijk dat kinderen actief aan de slag gaan met datgene dat gelezen wordt.
  10. Begrijpend lezen kan alleen met behulp van informatieve teksten worden geoefend en gemeten.

2. Bepaal met welke thema's jullie verder willen

Bekijk over welke stellingen jullie graag door willen praten. Welke stelling riep vragen op? Noteer de nummers. De stellingen zijn te koppelen aan activiteiten en werkvormen. Benut onderstaande om te kijken met welke thema’s jullie verder willen gaan. Bekijk ter inspiratie ook de literatuursuggesties bij 2. De Leesscan.