Burgerschapsvorming is belangrijk voor leerlingen en de samenleving. Van scholen wordt verwacht dat zij een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de burgerschapscompetenties van hun leerlingen.
Gepubliceerde onderzoeken
Scholen voor speciaal basisonderwijs (sbo) en speciaal onderwijs (so) geven binnen hun burgerschapsonderwijs vooral aandacht aan persoonsvorming en sociale omgang, waaronder seksuele weerbaarheid. De gemiddelde sbo- en so-leerling heeft een hoge seksuele weerbaarheid. Vrijwel alle sbo- en so-leerlingen geven bijvoorbeeld aan te weten dat ze mogen weigeren een naaktfoto met iemand te delen. Peil.Burgerschap geeft voor de eerste keer een beeld van de burgerschapscompetenties van leerlingen aan het einde van het sbo en so (voormalig cluster 4, voor leerlingen met gedrags- of psychische stoornissen), net als van het burgerschapsonderwijs op deze scholen.
Bekijk de resultaten en het rapport Peil.Burgerschap 2020-2021 (gepubliceerd op 19 april 2023)
Deze peiling laat zien dat, volgens de meerderheid van deelnemende schoolleiders en leerkrachten, het burgerschapsonderwijs nog verder ontwikkeld moet worden.
Er is nog niet veelvuldig sprake van een visie, concrete leerdoelen voor burgerschapsvorming en een leerlijn voor burgerschap. Deze zijn wel noodzakelijk om het onderwijs in burgerschapsvorming doelgericht en samenhangend vorm te kunnen geven.
Het onderzoek toont ook dat 4 van de 5 leerlingen ongeveer 50% tot 90% beheersen van de opgaven voor burgerschapskennis en de vaardigheid in het toepassen van kennis. Een even groot deel van de leerlingen heeft een matig tot redelijk vertrouwen in de eigen burgerschapsvaardigheid en een gematigd positieve burgerschapshouding. De burgerschapskennis van groep 8-leerlingen is licht gedaald sinds 2009. Niet alleen het burgerschapsonderwijs hangt samen met de burgerschapscompetenties van leerlingen, ook de omgeving (zoals de thuissituatie) is hierop van invloed.
Bekijk de resultaten en het rapport Peil.Burgerschap 2019-2020 (gepubliceerd op 9 maart 2022)
Onderzoeken in uitvoering
Met dit peilingsonderzoek worden de burgerschapscompetenties aan het einde van het (speciaal) basisonderwijs en in het tweede jaar van het voorgezet (speciaal) onderwijs in kaart gebracht. Ook geeft dit onderzoek zicht op het burgerschapsonderwijs dat op de scholen wordt gegeven.
Tijdens het onderzoek gebruiken de onderzoekers de volgende meetinstrumenten:
- Een kennistoets
Wat kennen en kunnen leerlingen op het gebied van burgerschap? - Vragenlijsten voor leerlingen
Wat vinden leerlingen van burgerschap en hoe schatten ze hun eigen kennis en kunde in? - Vragenlijsten voor schoolleiders en leerkrachten
Hoe ziet het burgerschapsonderwijs eruit? En zien we verbanden tussen de inrichting van het onderwijs en de competenties van leerlingen? - Een verdiepend onderzoek op een klein aantal scholen
Lesobservaties en gesprekken met leerlingen, leerkrachten en schoolleiders.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door een consortium van de Universiteit van Amsterdam, Hogeschool van Amsterdam, GION/Rijksuniversiteit Groningen, Kohnstamm Instituut, KBA Nijmegen en Cito.
