Onderwijstijd in het middelbaar beroepsonderwijs
De urennorm onderwijstijd binnen het mbo staat in dienst van de kwaliteit van de opleiding. Onderwijstijd is een middel om goed onderwijs te geven met een intensief programma, het is geen doel op zich.
Toezicht op onderwijstijd
De beoordeling van de vraag of het onderwijs van voldoende kwaliteit is, vindt plaats op basis van de eindresultaten van de opleidingen. Daarbij wordt vooral gedoeld op de opbrengsten, en op de mate van tevredenheid van studenten. Het toezicht op onderwijstijd sluit hierop aan en wordt geïntegreerd in het reguliere toezicht op onderwijskwaliteit.
Voldoende onderwijsuren én begeleiding door bekwaam onderwijspersoneel vormen essentiële elementen om de gewenste onderwijskwaliteit te bereiken. Het is aan de instelling om een volwaardig, evenwichtig en uitdagend onderwijsprogramma aan te bieden met voldoende uren, een goede mix aan werkvormen én adequate begeleiding.
In het toezicht op onderwijstijd kijkt de inspectie in eerste instantie naar de manier waarop de kwaliteitsborging op het punt van onderwijstijd instellingsbreed is geregeld. Het gaat daarbij om vragen als “hoe stuurt en houdt de instelling zicht op het naleven van de wettelijke bepalingen over onderwijstijd?”, “in hoeverre wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om af te wijken van de wettelijke urennorm?” en “welke waarborgen heeft de instelling getroffen om kwalitatief goed onderwijs aan te blijven bieden, indien er is afgeweken van de wettelijke urennorm?”
Indien daar aanleiding toe is kan het onderzoek naar onderwijstijd op opleidingsniveau worden uitgebreid. Dit doen we met name wanneer er op opleidingsniveau tekorten zijn op het gebied van opbrengsten, leertijd en/of tevredenheid van studenten, medewerkers of bedrijven.
Norm begeleide onderwijsuren bol en bbl
In artikel 7.2.7 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) is voor de bol en bbl per opleidingssoort (niveau 1 t/m 4) de norm voor begeleide onderwijsuren uitgewerkt.
Voor de opleidingen in de zogenaamde derde leerweg (die alleen niet-bekostigd mag worden aangeboden) gelden geen minimumnormen voor onderwijstijd.
Naam opleiding |
Niveau |
Totaal aantal uren per opleiding |
BOT |
BPV |
---|---|---|---|---|
Entreeopleiding | 1 | 1000 | 600 | geen minimum |
1-jarige basisberoepsopleiding | 2 | 1000 | 700 | 250 |
1-jarige specialistenopleiding | 4 | 1000 | 700 | 250 |
2-jarige basisberoepsopleiding | 2 | 2000 | 1250, minimaal 700 in het eerste leerjaar | 450 |
2-jarige vakopleiding | 3 | 2000 | 1250, minimaal 700 in het eerste leerjaar | 450 |
3-jarige vakopleiding | 3 | 3000 | 1800, minimaal 700 in het eerste leerjaar | 900 |
3-jarige middenkaderopleiding | 4 | 3000 | 1800, minimaal 700 in het eerste leerjaar | 900 |
uitgezonderde 4-jarige middenkaderopleiding (art. 7.2.4a, lid 4, WEB) | 4 | 4000 | 2350, minimaal 700 in het eerste leerjaar | 1350 |
Naam opleiding | Niveau | Totaal aantal uren per opleiding | BOT | BPV |
---|---|---|---|---|
Entreeopleiding | 1 | 850 | 200 | 610 |
1-jarige opleiding | 2 | 850 | 200 | 610 |
2-jarige opleiding | 2 of 3 | 1700 (elk jaar minimaal 850) | 400 (elk jaar minimaal 200) | 1220 (elk jaar minimaal 610) |
3-jarige opleiding | 3 of 4 | 2550 | 600 (elk leerjaar minimaal 200) | 1830 (elk leerjaar minimaal 610) |
uitgezonderde 4-jarige opleidingen | 4 | 3400 (elk leerjaar minimaal 850) | 800 (elk leerjaar minimaal 200) | 2440 (elk leerjaar minimaal 610) |
Wat zijn begeleide onderwijsuren?
Om van begeleide onderwijstijd te spreken moet er sprake zijn van adequate begeleiding.
Met begeleide onderwijsuren wordt bedoeld ‘klokuren waarin onderwijs wordt gegeven onder verantwoordelijkheid en met actieve betrokkenheid van onderwijspersoneel’, zie ook artikel 7.2.7, zesde lid, van de WEB.
Essentiële elementen voor de uitwerking van deze zinsnede zijn:
- in het multidisciplinair samengesteld onderwijsteam zijn heldere afspraken gemaakt over de begeleiding van de studenten. Van het onderwijsteam maken bevoegde docenten deel uit, naast instructeurs, gastdocenten en/of studiebegeleiders;
- het onderwijsteam functioneert op adequaat niveau zowel inhoudelijk als pedagogisch didactisch. Dit blijkt uit bekwaamheden, bevoegdheden en de kwaliteit van het werk;
- de afspraken binnen het team betreffen ook de feedback op en de evaluatie van het verzorgde onderwijs. Dat geldt zowel voor het door de bevoegde als het door de niet bevoegde docent verzorgde onderwijs;
- de begeleiding van de studenten vindt plaats door de bevoegde docent zelf, óf door een onderwijsgevende die werkt onder aansturing en verantwoordelijkheid van een bevoegde docent binnen datzelfde team behorend bij dat leerjaar van de opleiding. De bevoegde docent verzorgt ook zelf (een deel van het) onderwijs van dat leerjaar;
- de waardering van studenten en het onderwijzend personeel over de geboden begeleiding wordt meegewogen;
- ieder leerjaar/cohort heeft te allen tijde bevoegde docenten in het team.
Beroepsvereisten
Voor sommige beroepen, bijvoorbeeld verpleegkundige, gelden bij wet vastgelegde beroepsvereisten waar een student die een opleiding gericht op dat beroep volgt, aan moet voldoen. De inrichtingseisen (urennorm) van de opleiding moet daar in dat geval congruent aan zijn. Dit staat in artikel 7.2.6 van de WEB.
Lees meer over de urennorm verpleegkundige.
Afwijken van de minimum urennorm
Onder bepaalde voorwaarden kan een opleiding afwijken van het minimum aantal uren begeleide onderwijstijd. De afwijking van de urennorm moet passen binnen de onderwijsvisie van de instelling en de opleiding dient aantoonbaar van voldoende kwaliteit te zijn.
Dit moet blijken uit onder andere studiesucces, tevredenheid van studenten en tevredenheid van medewerkers en bedrijven. De studentenraad moet vooraf instemmen met het alternatieve programma en het bevoegd gezag van de instelling moet in het bestuursverslag verantwoording afleggen over de opleidingen die afwijken van de urennorm.