Vermijd perverse prikkels en neem maatschappelijke ontwikkelingen mee in het accreditatieproces

De Inspectie van het Onderwijs signaleert in haar rapport ‘Onderzoek accreditatiestelsel hoger onderwijs’ 2 belangrijke punten in het accreditatiestelsel. Het eerste punt betreft het financieringssysteem van visitaties en accreditaties. Instellingen voor hoger onderwijs betalen nu de visitatiepanels, ondersteunende secretarissen en evaluatiebureaus die hun opleiding beoordelen. Dat geeft een perverse prikkel. Ten tweede zouden tijdelijke standaarden voor onderwijskwaliteit, gerelateerd aan actuele maatschappelijke ontwikkelingen, in de visitatie en accreditatie opgenomen moeten worden.

Beeld: ©Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De inspectie concludeert uit het onderzoek dat het huidige accreditatiestelsel in de basis voldoet. De onderwijskwaliteit is gewaarborgd door onafhankelijke beoordelingen van deskundigen. De beoogde onderwijsresultaten, het onderwijsproces, de toetsing en de bereikte leerresultaten worden in samenhang beoordeeld door een panel dat gezamenlijk tot oordelen komt. Deze integrale, gezamenlijke beoordeling, een landelijk beoordelingskader en een onafhankelijke organisatie die de spelregels rond onafhankelijkheid en deskundigheid vaststelt en bewaakt, borgen dat onze studenten aan hogescholen en universiteiten onderwijs krijgen van ten minste voldoende kwaliteit.

Naast het tegengaan van perverse prikkels en een plaats voor aspecten van onderwijskwaliteit gerelateerd aan maatschappelijke ontwikkelingen in visitatie en accreditatie adviseert de inspectie het invoeren van een korte hersteltermijn bij kritiek op de beoogde leerresultaten. Deze beoogde leerresultaten moeten volgens de inspectie zowel door opleidingen als door visitatiepanels kritischer tegen het licht worden gehouden. Dat gebeurt nu niet omdat bij deze standaard geen hersteltermijn bestaat en kritiek op de beoogde leerresultaten kan leiden tot het stoppen van de bekostiging van de opleiding. Wanneer een korte hersteltermijn wordt ingevoerd, kan ook van panels gevraagd worden dat ze explicieter, beargumenteerd ingaan op de beroepsvereisten als die gelden voor de opleiding. 

Intussen werkt de minister aan een systeem met instellingsaccreditatie dat in de plaats zou moeten komen van het huidige stelsel met de opleidingsaccreditaties. Mocht besloten worden tot invoering van instellingsaccreditatie, dan bepleit de inspectie sterk om ten minste de eerder genoemde verworvenheden van het huidige stelsel te behouden, daarbij de door ons gesignaleerde verbetermogelijkheden te realiseren en met name het accreditatiestelsel meer adaptief te maken zodat maatschappelijke opgaven in visitatierapporten een duidelijke plaats krijgen.