Hoe vaardig zijn leerlingen aan het eind van het basisonderwijs in geschiedenis en aardrijkskunde? En hoe richten scholen het onderwijs in deze vakken in?
Peil.Mens en maatschappij einde basisonderwijs 2022-2023
Het onderzoek Peil.Mens en maatschappij einde basisonderwijs 2022-2023 brengt het onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis op scholen in kaart. Ook geeft het zicht op de prestaties van leerlingen in groep 8 en hun beleving van het onderwijs in deze vakken. Tot slot is bekeken welke algemene en aan het leergebied gerelateerde kenmerken van leerlingen, leerkrachten en scholen samenhangen met de verschillen in de leerlingprestaties.
In vergelijking met de vorige grootschalige peiling aardrijkskunde en de peiling geschiedenis in 2008 is sprake van een middelgrote tot grote daling in de kennis over aardrijkskunde en geschiedenis. Ook op het gebied van topografie scoren leerlingen lager. De overige subdomeinen waren in 2008 nog niet gemeten, waardoor er geen trend te bepalen is. Wel bleken de opgaven voor aardrijkskundige en geschiedkundige onderzoeksvaardigheden moeilijker voor leerlingen dan de kennisopgaven.
Middelgrote tot grote daling van de aardrijkskunde- en geschiedeniskennis van leerlingen.
Lichte daling van topografische kennis van leerlingen.
Prestatieverschillen met name op het niveau van de leerlingen.
De klasverschillen zijn het grootst voor topografie.
De prestaties hangen positief samen met moeilijkheids- en relevantiebeleving van leerlingen.
Grote verschillen in onderwijstijd voor aardrijkskunde en geschiedenis.
Scholen gebruiken vooral geïntegreerde methodes en aanvullend materiaal, zoals afbeeldingen of audiovisueel materiaal.
Leerkrachten vinden het belangrijk om een beredeneerde opbouw in onderwerpen aan te bieden.
Leerkrachten vinden het moeilijk om concrete voorbeelden van leerlijnen in kennis, onderzoeks- en denkvaardigheden te geven.
Lesactiviteiten bestaan vooral uit opdrachten over teksten en beeldmateriaal.
Leerkrachten registeren vooral de leerresultaten van topografie.
De meeste scholen hebben geen vakcoördinator, expertdocent of aanspreekpunt voor de mens- en maatschappijvakken.
Scholen organiseren beperkt activiteiten voor professionalisering over mens- en maatschappijvakken (1 tot 2 keer per 3 jaar).
Leerlingen vinden de vakgebieden makkelijk en weinig interessant.
Leerkrachten voelen zich bekwaam in het lesgeven in aardrijkskunde en geschiedenis.
Adviezen van de focusgroep
We bespraken de belangrijkste resultaten van het onderzoek met een groep van experts op het gebied van onderwijsonderzoek, onderwijsbeleid en de onderwijspraktijk. Daarnaast dachten de experts na over hoe de resultaten kunnen bijdragen aan verbeteringen in het onderwijsbeleid en de -praktijk. En welke aspecten nader onderzocht zouden moeten worden.
“Laat kinderen zien dat aardrijkskunde en geschiedenis onderdeel zijn van hun dagelijks leven.”
“Ontwikkel als school een visie op mens en maatschappij.”
“Opereer op school als een team, organiseer intervisie en afstemming met elkaar rondom mens en maatschappij en benut elkaars kwaliteiten. Een coördinator kan daarbij van belang zijn.”
“Zorg voor een maatschappelijk gedragen standaard van de kennis die leerlingen moeten beheersen om maatschappelijk geletterd te zijn.”
“Overweeg om aardrijkskunde en geschiedenis op te nemen in de doorstroomtoets.”
“Integreer basisvaardigheden in de wereldoriëntatievakken. Dat vervangt ook de tijd die kinderen moeten besteden aan begrijpend lezen.”
“Stimuleer in professionalisering en bijscholing. De pabo’s en vakverenigingen moeten hierin een rol spelen.”
“Onderzoek meer verbanden. Bijvoorbeeld tussen lees- en taalstrategieën en denkvaardigheden, maar ook de inspanningen van leerkrachten om te professionaliseren.”
“Onderzoek wat leerlingen met Nederlands al tweede taal motiveert en wat hen helpt om verder te komen.”
“Doe ook onderzoek naar leerkrachten: hoe pakken zij lessen aan? Wat is hun beleving? Wat zien ze in de klas? Wat zijn volgens en de kenmerken van een goede les? Welke vakdidactische kwaliteiten hebben ze en zijn gewenst?
U vindt alle bevindingen en adviezen van de experts in deel A van het rapport.
Uitvoering van het onderzoek
Peil.Mens en maatschappij vond plaats in het schooljaar 2022-2023. Het onderzoek is uitgezet door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs. Het onderzoek is uitgevoerd door een consortium onder leiding van de Universiteit van Amsterdam en bestond verder uit Cito BV, Stichting Cito, Kohnstamm Instituut en de Universiteit Utrecht.