Leesontwikkeling van leerlingen staat onder druk; verbeteren leesvaardigheid vraagt om inspanningen op school en thuis

De leesvaardigheid van leerlingen in het (speciaal) basisonderwijs is gedaald ten opzichte van 10 jaar geleden, in het speciaal basisonderwijs (sbo) nog iets sterker dan in het basisonderwijs (bo). Dat blijkt uit de nationale peiling Leesvaardigheid einde (s)bo 2020-2021. Om de dalende trend te keren zijn er zowel veranderingen nodig in het leesonderwijs op scholen, als in het leesgedrag van de leerlingen thuis. Deze veranderingen vragen om een brede aanpak, waarbij scholen onder meer samenwerken met ouders, bibliotheken, gemeenten en consultatiebureaus.

Ambities ten aanzien van de te behalen leesniveaus niet gehaald

2 meiden uit groep 8 lezen op een speelse manier op een schooltrap
Beeld: ©Inspectie van het Onderwijs

Het peilingsonderzoek laat zien dat de beheersing van het streefniveau 2F aan het einde van het (speciaal) basisonderwijs achterblijft bij de ambitie. Niveau 2F is het streefniveau voor leerlingen die het (s)bo verlaten en het minimale niveau om mee te kunnen doen in de maatschappij. Dit niveau wordt behaald door 50% van de leerlingen in het bo en 7% van de leerlingen in het sbo, terwijl de ambitie is dat 65% van alle leerlingen aan het einde van het primair onderwijs niveau 2F behaalt. De leesontwikkeling van leerlingen staat dus onder druk. Met alle gevolgen van dien, zowel voor de schoolprestaties en het succes in het vervolgonderwijs van leerlingen, als voor hun latere maatschappelijke deelname en functioneren. Door lezen verwerk je immers niet alleen informatie (zoals op verpakkingen en in handleidingen), maar lezen zet je ook aan het denken en leert je om anderen beter te begrijpen. Uit onderzoek blijkt bovendien dat er een sterk verband bestaat tussen een geringe leesvaardigheid en werkloosheid, lage lonen en beperkte carrièrekansen.

Helft van de leerlingen leest minder dan 15 minuten per dag buiten school

Uit het peilingsonderzoek blijkt dat de helft van de leerlingen nu minder dan 15 minuten per dag leest in de thuisomgeving. Leerlingen ervaren bovendien vanuit thuis een geringe ondersteuning bij het lezen. Zo geeft de meerderheid van de leerlingen bijvoorbeeld aan dat ze (bijna) nooit met hun ouders spreken over wat ze in hun vrije tijd lezen. Aanmoedigingen om te gaan lezen worden thuis nog wel eens gegeven, maar lang niet bij alle leerlingen. Het onderzoek laat tegelijkertijd zien dat leerlingen die vaker buiten school lezen, een hogere leesvaardigheid hebben.

Geїntegreerd leesonderwijs en schoolbrede aanpak dragen bij aan betere resultaten

Er zijn verschillende aanknopingspunten om de leesvaardigheid van leerlingen te verbeteren. Zo laat het peilingsonderzoek zien dat hoe meer begrijpend lezen wordt geïntegreerd in andere vakken zoals wereldoriëntatie en wetenschap & techniek, des te beter de leesvaardigheid van leerlingen is. Een meerderheid van de bo- en sbo-leerkrachten integreert begrijpend lezen al regelmatig in andere vakken. Dit zou, volgens een geraadpleegde focusgroep van leesexperts, nog meer z’n vruchten kunnen afwerpen als er daarbij meer aandacht wordt besteed aan hoe leerlingen teksten daadwerkelijk goed lezen en als er meer gebruik wordt gemaakt van zogenaamde rijke teksten. Hiervoor is wel verdere expertise-ontwikkeling en professionalisering van het handelen van leerkrachten nodig. Het verbeteren van het leesonderwijs is namelijk niet alleen een taak van de taal-/leescoördinator, maar vraagt een gezamenlijke inspanning van het gehele schoolteam. Met een juiste focus op begrijpend lezen, meer aandacht voor hogere-orde-vaardigheden (zoals interpreteren en evalueren) en gebruik van inzichten over effectief leesonderwijs, zijn er volgens de focusgroep betere resultaten over de hele linie mogelijk.

Verdere verbetering mogelijk door gezamenlijke aanpak

Goed leesonderwijs heeft volgens de focusgroep veel effect op leesvaardigheid én leesplezier, maar voor een stevige impuls aan de leesontwikkeling is meer nodig dan inspanningen door en op scholen. Een brede aanpak, die verder reikt dan de schoolmuren, is van belang. Onlangs werd al aangekondigd dat hier vanuit het masterplan basisvaardigheden een impuls aan gegeven wordt, onder meer via de ‘Bibliotheek op school’. Ook andersoortige initiatieven, zoals BookTok, kunnen een rol spelen in het bevorderen van de leesmotivatie onder (oudere) leerlingen. Scholen, ouders, gemeenten, bibliotheken en consultatiebureaus moeten de handen ineenslaan om ervoor te zorgen dat leerlingen gemotiveerd raken en blijven om te lezen en toegang hebben tot boeken. Dat is nu nog niet voor iedere leerling vanzelfsprekend.

Bij het duiden van deze peilingsresultaten is het belangrijk om mee te wegen dat de afname van dit peilingsonderzoek plaatsvond in een bijzondere periode, namelijk kort na de tweede scholensluiting tijdens de coronapandemie. Hoewel we de invloed hiervan met het huidige peilingsonderzoek niet in kaart kunnen brengen, toont monitoringsonderzoek aan dat de leergroei met betrekking tot begrijpend lezen in de afnameperiode relatief laag was. De verminderde leergroei in de coronaperiode is inmiddels weer gerepareerd. Dat betekent echter nog niet dat de absolute vaardigheid voor begrijpend lezen in het laatste leerjaar van het (s)bo daarmee ook op het gewenste niveau is.