Onderwijsleerproces

Om inzicht te krijgen in de inhoud en vormgeving van het mondelinge taalonderwijs van de deelnemende scholen, zijn interviews gehouden op 62 van de 68 scholen. In de dagelijkse lespraktijk is vanzelfsprekend veel aandacht voor mondelinge taal. Leerlingen luisteren en spreken immers de hele dag door. Dit noemen we incidentele aandacht. In deze peiling ligt de focus echter op intentioneel onderwijs - dat wil zeggen doelgericht onderwijs - in mondelinge taal.

Doelen op schoolniveau ontbreken op een vijfde tot een kwart van de scholen

Iets meer dan een derde van de sbo-scholen werkt sterk doelgericht aan de mondelinge taalvaardigheid van hun leerlingen. Dit geldt ook voor 5 van de 12 so-scholen. In dit onderzoek gebruiken we de term ‘sterk doelgerichte scholen’ voor scholen die:

  • op schoolniveau doelen hebben voor mondelinge taalvaardigheid
  • gebruik maken van een leerlijn
  • in de les doelen en taalactiviteiten aan elkaar koppelen
  • einddoelen voor schoolverlaters formuleren.

Een vijfde (sbo) tot een kwart (so) van de scholen heeft op schoolniveau geen doelen voor mondelinge taalvaardigheid en heeft mondelinge taalvaardigheid niet opgenomen in het taalbeleids- of schoolplan. Meer dan de helft van de sbo- en so-scholen geeft aan de referentieniveaus uit het Referentiekader Taal en Rekenen (Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2010) te gebruiken. Bijna alle sterk doelgerichte sbo- en so-scholen maken hier gebruik van.

Leerlijn uit de taalmethode is leidend

Bijna alle sbo- en so-scholen gebruiken een taalmethode voor het onderwijs in mondelinge taalvaardigheid. Ongeveer de helft van de sbo- en so-scholen gebruikt de methode niet volledig. Wel volgen de meeste scholen de leerlijn van de methode. Relatief weinig scholen gebruiken een andere leerlijn (bijvoorbeeld van CED-groep). Een eigen leerlijn wordt nauwelijks gebruikt. Enkele sbo-scholen werken helemaal zonder methode. Zij werken themagericht om hun aanbod beter te kunnen afstemmen op de interesses van de leerlingen. 

Zowel incidentele als intentionele aandacht voor mondelinge taalvaardigheid

Het globale beeld is dat de deelnemende scholen zowel incidentele als intentionele aandacht aan mondelinge taalvaardigheid besteden. De 3 meest genoemde lesactiviteiten voor luisteren zijn in zowel sbo als so:

  • kijken en luisteren naar tv-fragmenten en beantwoorden van vragen
  • voorlezen van een boek en beantwoorden van vragen
  • instructies beluisteren en ze vervolgens uitvoeren

Bij spreken/gesprekken voeren zijn dit, ook voor zowel sbo als so:

  • kring-/groepsgesprekken
  • verwoorden van meningen
  • spreekbeurten

Minder dan de helft van de scholen volgt de vorderingen van leerlingen systematisch

Circa 60 procent van de sbo-scholen en 7 van de 12 so-scholen houden leervorderingen bij in de lessen of gedurende het schooljaar. Sbo-scholen maken hiervoor het meest gebruik van genormeerde toetsen en observatielijsten. In het so zijn dat methodegebonden toetsen.

Scholen die gedurende het schooljaar op vaste momenten de leervorderingen van hun leerlingen bijhouden en daarbij gebruikmaken van instrumenten als genormeerde toetsen, observatielijsten, methodegebonden toetsen of zelfgemaakte toetsen, beschouwen we in dit onderzoek als scholen die hun leerlingen systematisch volgen. Ruim een derde van de sbo-scholen volgt de leervorderingen van hun leerlingen systematisch. In het so gebeurt dit door 5 van de 12 scholen. De gemonitorde resultaten worden in (bijna) alle gevallen ook gebruikt voor de verdere planning van het onderwijs in mondelinge taalvaardigheid. Het systematisch volgen van de leerlingen betekent niet automatisch dat scholen ook doelgericht werken of einddoelen formuleren.

Sbo- en so-scholen differentiëren volop

Bijna alle scholen gaven in het onderzoek aan te differentiëren in het mondelinge taalonderwijs. Zowel in het sbo als in het so stemt het merendeel van de scholen (sbo ruim 70 procent; so 9 van de 12 scholen) de instructie af op verschillen in het mondelinge taalvaardigheidsniveau van leerlingen (differentiatie naar instructie). Afstemming van de leerstof op het niveau van de leerling vindt minder vaak plaats, namelijk op ongeveer de helft van de sbo-scholen en op 3 van de 12 de  so-scholen plaats (differentiatie naar leerstof). Bijna de helft van de sbo-scholen en slechts 1 van de 12 so-scholen stemt de (streef)doelen af op het niveau van de leerling (differentiatie naar streefdoelen). Sbo-scholen die hun leerlingen systematisch volgen, differentiëren significant vaker naar instructie en leerstof.