Verschillen in leesprestaties tussen bo en sbo

Zijn er verschillen in leesprestaties tussen leerlingen en klassen in het basisonderwijs (bo) en het speciaal basisonderwijs (sbo)? En met welke algemene en aan lezen gerelateerde kenmerken van leerlingen, leerkrachten, het onderwijsleerproces en scholen hangen deze prestatieverschillen samen?

Uitgelichte resultaten

Verschillen tussen klassen en leerlingen

  • In de ene klas presteren leerlingen beter op de leestoets dan in de andere. Van alle verschillen in leesprestaties is 12% toe te schrijven aan kenmerken op het niveau van de klas. Dit betekent dat het feit dat leerlingen in dezelfde klas zitten, en daarmee aan vergelijkbare omstandigheden worden blootgesteld, 12% van de verschillen in leesvaardigheid tussen leerlingen verklaart. Onder deze omstandigheden verstaan we onder andere het onderwijsleerproces in de klas en kenmerken van de leerkracht, maar ook kenmerken zoals de regio waarin de school staat en de samenstelling van de leerlingpopulatie. In het sbo is de context van de klas iets bepalender voor de individuele leerlingprestaties dan in het bo (respectievelijk 17% en 11% van de verschillen ligt op het klasniveau).

Samenhangen met leesprestaties

  • Leesprestaties hangen met name samen met kenmerken op het niveau van de leerling. Zo houdt het vertrouwen dat leerlingen hebben in de eigen leesvaardigheid verband met hun leesprestaties: hoe groter dit vertrouwen, hoe hoger de leesvaardigheid van leerlingen. Ook leerlingen die vaker buiten school lezen, hebben een hogere leesvaardigheid. Extrinsieke motivatie vertoont een negatieve samenhang met leesvaardigheid: leerlingen die bijvoorbeeld lezen om een ander niet teleur te stellen of om een goed cijfer te halen, presteren lager.
     
  • Ook in het onderwijsleerproces zijn kenmerken aan te wijzen die verband houden met een goede leesvaardigheid. Hoe meer begrijpend lezen wordt geïntegreerd in vakken als wereldoriëntatie en wetenschap en techniek, hoe hoger de leesvaardigheid van leerlingen. Eenzelfde verband zien we voor de inhoudelijke interesse van leerlingen voor de leesteksten: hoe interessanter leerlingen de teksten en lessen begrijpend lezen vinden, des te hoger zijn hun leesscores.
     
  • Soms zien we dat de samenhang tussen kenmerken van het leesonderwijs en de leesvaardigheid tussen schooltypes verschilt. Waar bo-leerlingen een hogere leesvaardigheid laten zien in klassen waarin de instructie aan de gehele groep wordt gegeven, geldt het omgekeerde voor sbo-leerlingen: zij behalen een hogere leesvaardigheidsscore in klassen waar de instructie per niveaugroep of per leerling wordt gegeven. Ook voor de tijd die wordt besteed aan taal geldt dat de samenhang anders is in het bo dan in het sbo. Waar in het sbo leesscores lager zijn als er meer tijd wordt besteed aan taal, geldt in het bo dat er geen samenhang is tussen de tijd die is besteed aan taal en de leesprestaties. Dit geldt niet voor de tijd die besteed wordt aan zwakke lezers: in zowel bo- als sbo-klassen geldt dat als er meer tijd wordt besteed aan zwakke lezers, dat dit samengaat met lagere leesprestaties. Bij het duiden van deze bevindingen is het belangrijk mee te wegen dat we alleen samenhangen in kaart kunnen brengen met dit onderzoek; lagere leesprestaties zouden ook tot gevolg kunnen hebben dat er meer tijd besteed wordt aan zwakke lezers in bo- en sbo-klassen of aan taal in het algemeen in het sbo.
     
  • Algemene kenmerken die samenhangen met leesvaardigheid zijn het geslacht en de thuistaal van de leerling. Meisjes en leerlingen die thuis (bijna) altijd Nederlands spreken behalen hogere leesscores dan jongens en leerlingen die thuis soms of nooit Nederlands spreken. Specifiek in het bo speelt ook leeftijd een rol: hoe ouder de leerling, des te lager de leesvaardigheid (in het bo zijn oudere leerlingen vaak vertraagde leerlingen). Tot slot zien we dat bo-leerlingen die thuis weinig boeken hebben, een lagere leesvaardigheid hebben dan bo-leerlingen die thuis een gemiddeld of groot aantal boeken hebben. In totaal wordt met bovengenoemde kenmerken 19% van de verschillen tussen leerlingen in leesvaardigheid verklaard.

Meer informatie

In Peil.Leesvaardigheid einde (s)bo 2020-2021 leest u meer over de verschillen in leesprestaties tussen leerlingen en klassen en de kenmerken die daarmee samenhangen. U vindt de informatie in deel B, hoofdstuk 4 Verschillen in leesvaardigheid.