Gevolgen van de coronacrisis voor besturen van (voortgezet) speciaal onderwijs

De inspectie heeft in alle sectoren van het onderwijs een onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van corona. Op deze pagina leest u over de gevolgen van de crisis voor besturen van scholen voor (voorgezet) speciaal onderwijs. Het onderzoek vond plaats van half mei tot en met half juli 2021. We voerden gesprekken met besturen, schoolleiders, leden van de commissie voor de begeleiding (cvb) en leraren. Leerlingen van de geselecteerde scholen vulden een digitale vragenlijst in. In het speciaal onderwijs waren dat de leerlingen van het voorlaatste en laatste leerjaar en in het voortgezet speciaal onderwijs van het tweede, voorlaatste en laatste leerjaar van de uitstroomprofielen vervolgonderwijs en arbeidsmarktgericht. Onderaan deze pagina vindt u ook het technisch rapport met de data, opzet en verantwoording van het onderzoek.

De meeste besturen van scholen voor (voorgezet) speciaal onderwijs hielden zicht op de gevolgen van de coronacrisis voor de ontwikkeling van de leerlingen. Ook faciliteerden en ondersteunden ze de scholen om digitale middelen aan te schaffen en online onderwijs te realiseren. Het initiatief voor de onderwijsinhoudelijke maatregelen lag vooral bij de schoolleiders.

Besturen hadden zicht op de ontwikkeling van leerlingen

Het merendeel van de besturen had naar eigen zeggen een werkwijze om zicht te houden op de effecten van corona op de brede ontwikkeling van de leerlingen. Daarbij ging het meestal om een al bestaande werkwijze, zoals de gesprekscyclus met directeuren en de kwartaalrapportages. Soms werd deze werkwijze aangevuld, bijvoorbeeld met extra overleggen met directeuren, of een extra vragenlijst voor ouders. Een aanzienlijk deel van de besturen (40%) gaf aan geen of beperkt zicht te hebben op de maatschappelijke ontwikkeling (burgerschap) van de leerlingen.

Besturen faciliteerden en stuurden op de uitvoering van coronamaatregelen

Besturen zorgden voor de voorwaarden voor online onderwijs, zoals investeringen in digitale voorzieningen en samenwerking in de regio. Zij stuurden vooral op de uitvoering van de coronarichtlijnen en lieten keuzes voor een passende uitwerking binnen het onderwijs veelal aan de scholen over. Daarnaast stimuleerden grote(re) besturen het delen van goede praktijken tussen hun scholen onderling. Het Nationaal Programma Onderwijs leidde bij veel besturen tot een grotere inhoudelijke betrokkenheid. Zo ondersteunden de besturen de totstandkoming van de ‘schoolscans’ en gaven zij daarbij soms ook inhoudelijk richting, bijvoorbeeld door maatregelen van scholen af te stemmen op de ambities van het bestuur.

Reguliere cyclus voor kwaliteitszorg

Het grootste deel van de besturen stelde tijdens de coronacrisis prioriteiten voor het onderwijs en maakte afspraken met de schoolleiders over hoe zij de effecten van de maatregelen wilden evalueren. De prioriteit lag vaak bij het continueren van het onderwijs en het in beeld houden van alle leerlingen. De reguliere kwaliteitszorgcyclus liep in principe gewoon door. Daarbij merkten besturen op dat de corona-omstandigheden soms ook vroegen om crisismanagement, dat niet altijd paste binnen de reguliere kwaliteitszorgcyclus. De geplande schoolontwikkeling liep soms vertraging op.

Scholen waren tevreden over ondersteuning door het bestuur

Scholen waren in het algemeen positief over de ondersteuning en de ruimte/autonomie die zij kregen van hun bestuur. Scholen mochten veelal zelf bepalen welke maatregelen zij namen. Zij legden verantwoording af via de gebruikelijke periodieke rapportages en door gesprekken met het bestuur.

Besturen hebben behoefte aan extra personeel en structurele oplossingen

Besturen gaven aan vooral extra personeel nodig te hebben voor een goede uitvoering van de maatregelen, zoals die gesteld zijn in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs. Ook de schoolleiders zeiden het meest behoefte te hebben aan extra onderwijsassistenten, bevoegde leraren en professionalisering van leraren. Het Nationaal Programma Onderwijs biedt hiervoor geen structurele oplossing. Veel schoolleiders en besturen zeiden dat vooral de vso-scholen grote moeite hebben om de formatie rond te krijgen en personeel kwijtraken aan reguliere vo-scholen vanwege de verschillen in cao’s. Besturen en scholen vragen dan ook om een structurele aanpak van het lerarentekort in het (voortgezet) speciaal onderwijs.