Tussen het onderwijs dat leidt tot een Nederlandse graad (en door de NVAO is geaccrediteerd) en het onderwijs dat niet leidt tot een Nederlandse graad (onderwijs dat niet door de NVAO is geaccrediteerd) moet een duidelijk onderscheid zijn. Het laatst genoemde aanbod wordt ook cursusaanbod genoemd. Er mag niet de suggestie ontstaan dat voor cursusaanbod een Nederlandse graad kan worden verkregen.
Onduidelijke categorisering
Onduidelijke categorisering van het aanbod kan het onderscheid tussen NVAO-geaccrediteerd en niet-NVAO-geaccrediteerd onderwijs slecht zichtbaar maken. Bijvoorbeeld als NVAO-geaccrediteerd aanbod en cursusaanbod onder dezelfde categorie staan ingedeeld op een website.
Onduidelijk gebruik van terminologie
Ook onduidelijk gebruik van terminologie maakt het onderscheid tussen NVAO-geaccrediteerd onderwijs en cursussen lastiger. Een aantal voorbeelden hiervan zijn:
- Het gebruik van de term ‘opleiding’ voor zowel cursusaanbod als voor NVAO-geaccrediteerd onderwijs
- Het gebruik van de termen ‘hbo-diploma’ en/of ‘hbo-getuigschrift’ bij cursusaanbod.
Opwaarderende informatie
Ten derde maakt ook opwaarderende informatie het onderscheid tussen NVAO-geaccrediteerd onderwijs en cursusaanbod onduidelijk. Het gaat hierbij om beweringen die impliceren dat de overheidserkenning lijkt te gelden voor een groter deel van het onderwijsaanbod dan in werkelijkheid het geval is. (‘Alle masteropleidingen worden geaccrediteerd door de NVAO’ of ‘Hogeschool … is door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap erkend als rechtspersoon voor hoger onderwijs en voert dus erkende opleidingen op hbo-niveau’).
Uit het onderscheid tussen NVAO-geaccrediteerd aanbod en cursusaanbod volgen twee andere toetspunten: gebruik van de term 'master' en gebruik van de term ‘hbo’ in de naam van de cursus.
Gebruik van de term ‘master’
De namen van de graden, zoals Associate degree, Bachelor en Master, mogen alleen gebruikt worden voor onderwijs dat is geaccrediteerd door de NVAO. Dat betekent dat de term ‘master’ niet mag worden gebruikt als onderdeel van de naam van het onderwijsaanbod, zoals bijvoorbeeld de naam ‘professional master’, als dit aanbod niet door de NVAO is geaccrediteerd. Gebruik van de term ‘master’ leidt tot verwarring over graadverlening en daarmee wordt de term onterecht gebruikt.
Door onterecht gebruik van de naam van een graad bij het onderwijsaanbod kunnen cursisten (en vervolgens werkgevers) het idee krijgen dat het aanbod leidt tot een Nederlandse graad en dat de rechten en plichten van een verleende graad, zoals het voeren van een titel, van toepassing zijn.
Gebruik van de term ‘hbo’ in de naam van de cursus
De term ‘hbo <naam onderwijsaanbod>’ suggereert dat het gaat om door de NVAO geaccrediteerd onderwijs dat leidt tot een Nederlandse graad in de zin van de WHW. Als dit wordt gebruikt voor cursusaanbod is dit misleidend jegens (aspirant) studenten/cursisten en mogelijke werkgevers. Gebruik van de term ‘hbo’ in de naam van de cursus mag alleen voor NVAO-geaccrediteerd onderwijs.