Juridische structuur universiteiten en hogescholen vaak onoverzichtelijk

Universiteiten en hogescholen zijn in de loop van de jaren uitgegroeid tot complexe en vaak onoverzichtelijke juridische organisaties. Dat geeft problemen voor de rechtspositie van studenten en voor effectief toezicht. Daarom zou de wet- en regelgeving grondig moeten worden doordacht, stelt de Inspectie van het Onderwijs. Ook de registratie van wie academische graden mag verlenen moet beter. De instellingen voor hoger onderwijs zouden intussen zelf kunnen bezien in hoeverre hun juridische organisatie nog aansluit op hun maatschappelijke opdracht.

Aankloppen bij verkeerde deur

De Inspectie van het Onderwijs merkt in de toezichtspraktijk regelmatig dat niet direct duidelijk is hoe de instelling voor hoger onderwijs juridisch georganiseerd is. Vaak hangen er onder de universiteit of hogeschool verschillende rechtspersonen, waarbij bijvoorbeeld niet altijd duidelijk is bij wie de verantwoordelijk ligt. Dan is het voor de inspectie lastig om goed toezicht te houden. Die onduidelijkheid kan ook tot gevolg hebben dat studenten bij de verkeerde deur aankloppen als er bijvoorbeeld een conflict is over het onderwijs

Verwarrende veelheid van rechtspersonen

Daarom heeft de inspectie nu uitgebreid onderzocht hoe de instellingen voor hoger onderwijs juridisch in rechtspersonen zijn georganiseerd. Die situatie is vervolgens vergeleken met wat de wet- en regelgeving erover zegt. Uit het onderzoek blijkt ten eerste dat vrijwel alle onderwijsinstellingen zich op een eigen manier juridisch georganiseerd hebben. In die vaak verwarrende veelheid zijn er wel terugkerende patronen. Zo handelen er regelmatig meerdere rechtspersonen namens een bepaalde instelling. Maar de volgens de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek hoort er bij elke instelling voor hoger onderwijs steeds maar één rechtspersoon.

Wie is verantwoordelijk waarvoor

Verder komen er samenwerkingsrelaties tussen onderwijsinstellingen voor waarbij niet helder is welk instellingsbestuur waarvoor verantwoordelijk is. Ook blijken instellingsbesturen niet altijd zeggenschap te hebben over de rechtspersoon van de instelling, terwijl ze wel wettelijk verantwoordelijk zijn voor het onderwijs en de organisatie van de instelling. De registratie in de overheidsregisters klopt ook niet altijd, waardoor bijvoorbeeld studenten niet kunnen weten wie zij zo nodig moeten aanspreken.

Regels voor private activiteiten, en wie verleent de graden

De onderzoekers van de inspectie zagen verder dat er onduidelijkheid is over welke regels gelden voor geaccrediteerd niet-bekostigd onderwijs door een bekostigde instelling. Dus voor het particuliere onderwijs dat opleidt voor een officieel diploma, bij een universiteit of hogeschool die publiek geld ontvangt. Tot slot stelt de inspectie vast dat de juridische geldigheid van graden diffuus kan zijn. Bijvoorbeeld als de bevoegdheid om graden te verlenen in het verleden is overgedragen op een of meerdere andere rechtspersonen.

Wet - en eigen structuur - grondig doordenken

De onderzoekers concluderen met dit alles dat de huidige praktijk een veelvoud aan potentieel of daadwerkelijk problematische situaties vertoont. Daarom zou volgens de inspectie de wet- en regelgeving grondig moeten worden doordacht. Hoe kan de publieke taak van het hoger onderwijs recht gedaan worden? Hoe kan de rechtspositie van de studenten beter zodat zij beter beschermd zijn bij geschillen? Het probleem is volgens de onderzoekers overigens te groot om alleen met beleid en regels op te lossen. Hogescholen en universiteiten zouden zich daarom moeten bezinnen op hun publieke taak en op de vraag hoe hun juridische organisatie daarbij past.