Tijdens een risico-kwaliteitsonderzoek of een steekproef-kwaliteitsonderzoek beoordelen we scholen in het voortgezet onderwijs volgens het waarderingskader. Onze oordelen gaan altijd over de gerealiseerde kwaliteit van de (be)sturing van de school en over het onderwijs dat leerlingen ontvangen. Het waarderingskader bestaat uit de standaarden Onderwijsproces, Veiligheid en schoolklimaat, Onderwijsresultaten en Sturen, kwaliteitszorg en ambitie. Na beoordeling van deze standaarden komen we tot een eindoordeel. Het eindoordeel kan Goed, Voldoende, Onvoldoende of Zeer Zwak zijn. We rapporteren hierover aan het schoolbestuur.

Voor onderwijsprofessionals

Incomplete afdelingen zijn onderdeel van ons toezicht. Een incomplete afdeling is bijvoorbeeld een locatie waar onderwijs wordt gegeven voor de eerste 3 jaren van een havo en een vwo. Of een opstartende school die met 1 of enkele klassen begint. In andere gevallen gaat het om een verzelfstandiging van een afdeling van een bestaande school.

Incomplete afdelingen vallen onder de Jaarlijkse prestatie- en risico analyse (JPRA). We kunnen ook steekproeven kwaliteitsonderzoek doen bij deze incomplete afdelingen.

Wanneer we bij de JPRA risico’s waarnemen op het gebied van de onderwijsresultaten spreken we hierover met het bestuur. Wanneer we naar aanleiding van dit gesprek voldoende vertrouwen hebben dat het bestuur de risico’s in beeld heeft en hier adequaat op stuurt, ondernemen we geen verdere actie. Indien we dit vertrouwen onvoldoende hebben, kunnen we een kwaliteitsonderzoek naar risico’s uitvoeren.

De inspectie geeft sinds 1 september 2025 ook eindoordelen over de onderwijskwaliteit op onderbouw- of bovenbouwlocaties. Omdat bij alleen een onder- of bovenbouw nooit alle indicatoren uit het Onderwijsresultatenmodel beschikbaar zijn, kunnen we geen oordeel geven over de onderwijsresultaten. Een onder- of bovenbouwlocatie krijgt dus nooit het oordeel Zeer zwak.