Suggesties voor het onderwijs

De reflectie op de peilingsresultaten door de focusgroep en het gesprek dat daaruit voortkwam, leverden gedachten en ideeën op om de positie van rekenen-wiskunde in het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs verder te verbeteren.

Voor de onderwijspraktijk

  • Geef de rekencoördinator tijd en een stevige positie
  • De rekencoördinator op school moet goed gefaciliteerd zijn en de beschikking hebben over meer taakuren dan nu gemiddeld het geval is. Minimaal een dag in de week is aan te raden. Alleen dan kan de coördinator volgens de focusgroep een stevige positie verwerven. “Bij voldoende taakuren kan de rekencoördinator interne scholing organiseren en klasconsultaties doen. Daar wordt het rekenonderwijs beter van”, aldus Saskia Nijhuis.
  • Formuleer een visie en ambities als bestuur en als school
    Het is belangrijk dat scholen en besturen een duidelijke visie hebben op rekenonderwijs en hier heldere, gedeelde ambities voor hebben. Dat geeft volgens Debbie van Dussel ook richting aan de nascholing, want dan weet je welke kennis en vaardigheden, en welke tijd en middelen er nodig zijn.
  • Versterk de vaardigheid van leerkrachten in onderwijs rekenen-wiskunde
    De focusgroep adviseert de onderwijspraktijk om zowel de rekenkennis en -kunde, als het reflectief vermogen op eigen gedrag & handelen van leerkrachten te vergroten. “Rekendidactiek is complexe didactiek, dat vraagt veel van leerkrachten. Naar mijn idee is daar nog veel winst te behalen”, zegt Lotte Schouten.
  • Geef aandacht aan de bedoeling van rekenonderwijs bij scholing en professionalisering
    Jaap van Veen: “Een leerkracht van groep 4 moet weten wat er in groep 8 gaat gebeuren en moet zich bewust zijn van de basis die hij/zij legt. Houd de leerlijnen heel goed in het oog, want je moet leerlingen ook kunnen uitleggen waarom ze iets leren. Als ze dat snappen, is de kans groter dat leerlingen harder gaan werken.”

Voor onderwijsbeleid

  • Maak de referentieniveaus beter zichtbaar
    Petra van den Brom: “Leerkrachten moeten meer bewust worden gemaakt van de consequenties van hun keuzes voor een bepaalde leerlijn en wat dat betekent voor het te behalen referentieniveau. Er moet veel meer worden benadrukt dat leerlingen die de 1F-lijn volgen niet toekomen aan het niveau 1S.” Daarbij is het bovendien van belang dat duidelijker wordt dat niveau 1S (zo lang mogelijk) in beeld moet zijn als het beheersingsniveau om naar toe te werken.  
  • Zorg voor een geaccrediteerde opleiding tot rekencoördinator en scholingsmogelijkheden voor leerkrachtenteams
    Een geaccrediteerde opleiding tot rekencoördinator zorgt ervoor dat rekencoördinatoren in de basis op gelijke wijze zijn toegerust om hun collega’s te ondersteunen bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van onderwijs op het gebied van rekenen-wiskunde.
  • Analyseer de gebruikte lesmethoden en onderscheid de verschillende edities
    “Als een methode dominant is, dan bepaalt die methode dus wat er in veel klassen aan bod komt. Het is dan interessant om de kwaliteit en de compleetheid van de methode te beoordelen. Deze beïnvloedt namelijk het onderwijsleerproces en de leerlingprestaties”, aldus Wied Ruijssenaars.

Voor vervolgonderzoek

  • Voer een longitudinaal onderzoek uit naar de ontwikkeling van de rekenvaardigheid in samenhang met onderwijskwaliteit
    Michiel Veldhuis pleit voor grootschalig longitudinaal onderzoek om zicht te krijgen op rekenprestaties van leerlingen in samenhang met bijvoorbeeld instructiekwaliteit van leerkrachten, de attitude van leerkrachten en rekenangst en/of -plezier bij leerlingen. Belangrijk om hierin mee te nemen, zijn de verwachtingen die spelen bij leerkrachten en leerlingen zelf. Vaak zijn namelijk verwachtingen ten aanzien van het maximaal te behalen rekenniveau al vroeg in de schoolloopbaan aanwezig.
  • Verkrijg meer inzicht in (verschillen in) leerkrachtkwaliteit

Niet alleen de instructiekwaliteit is hierbij belangrijk, volgens Hanneke van Doornik: “Ook de eigen rekenvaardigheid van de leerkracht en zijn/haar attitude ten aanzien van rekenen-wiskunde zijn belangrijke factoren die een samenhang zouden kunnen hebben met de leerlingresultaten.”

  • Onderzoek welke didactiek leidt tot maximale leeropbrengsten
    De focusgroep beveelt aan nader te onderzoeken welke didactiek leidt tot optimale leerprestaties. Met de resultaten kunnen leerkrachten worden gestimuleerd om die didactiek in hun onderwijs in rekenen-wiskunde toe te passen. Henk Logtenberg: “Leerkrachten zouden goed moeten weten welke aspecten in hun handelen bijdragen aan het ontwikkelen van de rekenvaardigheid van leerlingen. Hoe draagt bijvoorbeeld het aanleren van probleemoplossend vermogen bij aan het rekenvermogen van leerlingen? En in hoeverre helpt differentiëren in een klas?”