Attitude en achtergrond van leerkrachten

De leerkrachten die het onderwijs in Engels aan groep 8 verzorgen, vulden een vragenlijst in op het gebied van het onderwijsleerproces Engels en een aantal relevante achtergrondkenmerken. Ook hebben de schoolleiders van de deelnemende scholen een aantal vragen beantwoord over de organisatie en inrichting van het onderwijs in Engels op hun school.

Veel leerkrachten ontevreden over omvang en inhoud van Engels op de pabo

Het merendeel van de leerkrachten heeft de reguliere pabo als opleidingsachtergrond, veelal met Engels als verplichte module. Vier vijfde van de leerkrachten is ontevreden over de omvang en inhoud van het vak Engels op de pabo. Het aantal jaar ervaring met het geven van Engels verschilt sterk per leerkracht en is vaak korter dan het aantal jaren ervaring als leerkracht in het basisonderwijs.

Leerkrachten niet erg overtuigd van eigen Engelse schrijf- en spreekvaardigheid

Volgens de Kennisbasis van de pabo is voor het verzorgen van Engels in het basisonderwijs sinds 2018 van leerkrachten een eigen taalvaardigheidsniveau van minimaal B2 vereist voor mondelinge taalvaardigheid, luistervaardigheid en woordenschat in relatie tot de specifieke context van het onderwijs. Om te kijken hoe leerkrachten hun eigen taalvaardigheidsniveau inschatten, vroegen wij hen hier per vaardigheid een inschatting van te geven.

Leerkrachten schatten hun eigen Engelse vaardigheid het hoogst in voor luisteren en lezen. Vrijwel alle leerkrachten schatten zichzelf op minstens B1-niveau in en, met name bij luisteren, een groot deel zelfs op C1-niveau. Minder overtuigd zijn ze van hun Engelse schrijf- en spreekvaardigheid. Een klein deel van de leerkrachten schat hun vaardigheid op deze inhoudsgebieden zelfs lager in dan A2-niveau. Buitenschools komen leerkrachten het meest in aanraking met de Engelse taal via Engelstalige muziek, films en series en social media.