Verschillen tussen scholen en leerlingen

Op de ene school is het gemiddelde mondelinge taalvaardigheidsniveau van leerlingen hoger dan op de andere school. Vooral voor spreken en gesprekken geldt dat een aanzienlijk deel van de prestatieverschillen tussen leerlingen toe te schrijven is aan de school (respectievelijk 18 en 17 procent).

Op scholen met een schoolleider die betrokken is bij het onderwijs in mondelinge taalvaardigheid, hebben leerlingen hogere spreekscores dan op scholen met een schoolleider die leerkrachten vrijlaat om het mondelinge taalvaardigheidsonderwijs vorm te geven. Dit geldt vooral voor scholen waar mondelinge taalvaardigheid ook vaak op de agenda van de teamvergadering staat. Ook zien we dat bij scholen waar leerlingen het spreekklimaat relatief onveilig vinden, de betrokkenheid van het bestuur samenhangt met de gespreksvaardigheid van de leerlingen. Voor deze groep scholen geldt dat hoe actiever het bestuur betrokken is, des te hoger de gespreksvaardigheid van de leerlingen is.

Inzetten op spreekvrijheid van leerlingen op school de moeite waard

Naast deze kenmerken van het onderwijsleerproces, zijn het vooral leerlingkenmerken die prestatieverschillen tussen leerlingen verklaren. Zo is de luister-, spreek- en gespreksvaardigheid hoger als leerlingen hoger scoren op begrijpend lezen. Ditzelfde geldt voor de mate van ervaren spreekvrijheid: hoe meer spreekvrijheid een leerling ervaart, des te hoger de luister-, spreek- en gespreksvaardigheid van de betreffende leerling.

Hoewel dit leerling- en geen schoolkenmerken zijn, is in ieder geval de spreekvrijheid wel een kenmerk dat door de school te beïnvloeden is. Het vergroten van het gevoel van spreekvrijheid van leerlingen, zou ervoor kunnen zorgen dat bepaalde aspecten van de mondelinge taalvaardigheid beter tot uiting kunnen komen.