Kenmerken die samenhangen met verschillen in burgerschapscompetenties leerlingen

Hoe groot zijn de verschillen tussen klassen en leerlingen in burgerschapscompetenties zoals gemeten in dit onderzoek: kennis, vaardigheden, attitude en seksuele weerbaarheid? Met welke algemene en aan burgerschap gerelateerde kenmerken van leerlingen, leerkrachten, klassen (het onderwijsleerproces) en scholen hangen deze competentieverschillen samen?

Zoals in veel onderwijsonderzoek, vinden we verschillen in competenties vooral tussen leerlingen onderling en in mindere mate tussen klassen. Toch zijn relatief veel verschillen in burgerschapskennis (24-26%) en het kunnen toepassen ervan (17-19%) toe te schrijven aan het niveau van de klas. Het feit dat leerlingen in dezelfde klas zitten en dus aan vergelijkbare omstandigheden worden blootgesteld, blijkt daarmee voor burgerschapskennis en het kunnen toepassen ervan belangrijker te zijn dan voor de zelf-ingeschatte burgerschapsvaardigheid en burgerschapsattitude. Dit is anders dan in het bo, waar juist klasverschillen in attitude (9%) iets groter waren dan verschillen in de andere componenten (5-7%).

Uitgelichte resultaten Peil.Burgerschap

Positieve samenhang mediagebruik met burgerschapsattitude en zelf-ingeschatte vaardigheid

Leerlingen die vaker het nieuws volgen (via krant, televisie of sociale media) hebben een positievere houding ten aanzien van burgerschap en schatten hun eigen burgerschapsvaardigheid hoger in. Datzelfde geldt voor leerlingen die in een klas zitten waarin ruimte is voor discussie. Daarnaast geldt dat leerlingen een positievere burgerschapsattitude hebben als de leerkracht en leerlingen een goede relatie hebben. Een goede relatie tussen klasgenoten onderling hangt positief samen met de zelf-ingeschatte vaardigheid van leerlingen. Ruimte voor discussie in de klas en een goede relatie met de leerkracht zijn leerlingkenmerken die daarnaast ook samengaan met een grotere seksuele weerbaarheid.

Verband tussen ervaren bekwaamheid leerkracht, mate van uitwerking van de schoolvisie en burgerschapscompetenties

Leerkracht- en schoolkenmerken die een samenhang laten zien met burgerschapscompetenties zijn: de bekwaamheid die de leerkracht ervaart in het lesgeven over het politieke systeem en de mate waarin de visie op burgerschapsonderwijs op de school is uitgewerkt. Leerlingen in een klas met een leerkracht die zich bekwaam voelt in het lesgeven over het politieke systeem, scoren hoger op de opgaven die vaardigheid in het toepassen van burgerschapskennis vereisen. De seksuele weerbaarheid van leerlingen is hoger op scholen waar de visie op burgerschapsonderwijs meer is uitgewerkt.

Positieve samenhang tussen het voorlopig schooladvies en burgerschapskennis, de vaardigheid in het toepassen ervan en de zelf-ingeschatte vaardigheid

Hoe hoger het voorlopig schooladvies van de leerling, des te hoger de burgerschapskennis, de vaardigheid in het toepassen van die kennis en de zelf-ingeschatte vaardigheid. Ook een aantal andere algemene kenmerken hangt samen met burgerschapscompetenties, zoals de regio en het geslacht van de leerkracht. De samenhang met het schooladvies is echter het meest robuust.

Attitude ten aanzien van burgerschap ook in bo positiever bij gebruik media door leerlingen, ruimte voor discussie in de klas en een goede leerkracht-leerling relatie

De samenhang tussen de gemeten kenmerken en burgerschapscompetenties komt voor een groot deel overeen met de bevindingen van het peilingsonderzoek in het regulier basisonderwijs. Ook daar kwam naar voren dat het gebruik van media door leerlingen, ruimte voor discussie in de klas en een goede leerkracht-leerling relatie samengaan met een positievere attitude. Voor burgerschapskennis en de vaardigheid in het toepassen van kennis blijkt dat verschillen in gemiddelde competenties tussen klassen in het s(b)o groter zijn dan in het bo.

Meer resultaten

In Peil.Burgerschap einde s(b)o 2020-2021 leest u meer over de kenmerken die samenhangen met de verschillen in burgerschapscompententies in het s(b)o. U vindt de informatie in deel B, hoofdstuk 4 Verschillen in burgerschapscompetenties.