Knelpunten in de beroepspraktijkvorming tijdens de coronacrisis

De inspectie heeft in alle sectoren van het onderwijs een onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van corona. Op deze pagina leest u over de gevolgen voor stages tijdens de crisis. Het onderzoek vond plaats in de periode april tot en met juni 2021 onder vrijwel alle besturen van bekostigde instellingen en onderwijsteams en studenten van zo’n honderd opleidingen in de beroepsopleidende leerweg (bol). Als onderdeel hiervan hebben we verdiepende onderzoeken gedaan naar de beroepspraktijkvorming en socialisatie. Hierover rapporteren we in andere publicaties. Onderaan deze pagina vindt u ook het technisch rapport met de data, onderzoeksopzet en verantwoording.

Of er knelpunten waren in de beschikbaarheid van stageplekken was sterk afhankelijk van de sector. Wanneer de reguliere beroepspraktijkvorming (bpv) geen doorgang kon vinden, zochten scholen naar manieren om dit op een andere wijze in te vullen. Al met al vond een vijfde van de onderwijsteams de kwaliteit van de stages lager dan vóór corona.

Knelpunten in de beroepspraktijkvorming per sector

De kans dat een student geen reguliere stageplek had in studiejaar 2019/2020, was sterk afhankelijk van de opleiding. Roc’s ervaarden de grootste knelpunten voor opleidingen in de horeca, evenementenorganisatie en -techniek en de zorg, en dan met name verpleegkunde. Aoc’s noemden in dit verband het vaakst de opleiding dierenartsassistent paraveterinair en opleidingen in de voeding. Ook door vakinstellingen werden knelpunten ervaren in de beschikbaarheid van stageplekken. Dat was met name het geval voor vakinstellingen met opleidingen in de media en podium- en evenemententechniek. Sommige besturen benoemden dat internationale stages stil kwamen te liggen. Zeker bij bepaalde opleidingen was dat een aderlating, zoals in de luchtvaartdienstverlening, toerisme of paardhouderij.

Maatregelen voor een alternatieve stage

Wanneer de reguliere stages niet konden doorgaan, zochten opleidingen naar manieren om op een andere wijze invulling te geven aan de beroepspraktijkvorming. Daarbij maakten ze gebruik van de geboden ruimte in de servicedocumenten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Studenten en docenten noemden het vaakst dat in dat geval de opleiding zorgde voor vervangende opdrachten op school. Of op een andere locatie, bijvoorbeeld in een tijdelijk gesloten horecalocatie. Ook werden de stages relatief vaak naar een later moment in de tijd verplaatst. Volgens studenten werden de stages soms ook verkort, of in een enkel geval in het geheel geschrapt. Docenten noemden verder dat er werd gezocht naar leerbedrijven in een andere sector waar de student ook kon werken aan de relevante beroepsvaardigheden. Of er werden niet-erkende leerbedrijven ingeschakeld, die al dan niet later alsnog werden geaccrediteerd. Test- en vaccinatiestraten hebben op deze manier voor stageplaatsen kunnen zorgen voor zowel studenten in de zorg als studenten in de beveiliging en facilitaire dienstverlening. Verschillende teamleiders vertelden bovendien dat opleidingen de begeleiding op de stageplek soms voor hun rekening namen om daarmee het leerbedrijf te ontlasten. Bijna de helft van de besturen benoemde dat zij hun netwerk hebben benut bij het oplossen van de knelpunten. Daarvoor hebben zij werkgeversorganisaties, gemeenten, de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB), de MBO-Raad en andere mbo-instellingen in de regio benaderd om in gezamenlijkheid actie te ondernemen.

Vraag aan docenten: Welke maatregelen hebben jullie voor studenten genomen die geen reguliere bpv-plek hebben?

Vraag aan docenten: Welke maatregelen hebben jullie voor studenten genomen die geen reguliere bpv-plek hebben?
Gekozen maatregelpercentage
Vervangende opdrachten op school61,9
Bpv bij een leerbedrijf op de instelling16,7
Bpv verplaatsen naar een later moment38,1
Bemiddeling bij het zoeken naar een bpv plaats in een andere sector waar wel gewerkt kan worden aan werkprocessen uit het kd31
Bpv bij een (nog) niet erkend leerbedrijf11,9
Anders, nl.40,5
Geen maatregelen genomen4,8

Gebaseerd op 42 gesprekken met gemiddeld vier docenten uit het team. Onder de categorie ‘Anders’ werd onder andere genoemd: extra hulp bij het zoeken van een stageplek, flexibel omgaan met stage-uren en geven van vervangende opdrachten voor thuis.

Brontabel als csv (385 bytes)

Onderwijsteams vonden de kwaliteit van stages soms lager

De meeste onderwijsteams hadden het idee dat de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming niet lager of hoger was dan anders. Een vijfde van de onderwijsteams vond de kwaliteit van de stages wel lager dan voor de coronacrisis. Studenten deden minder routine op, bijvoorbeeld omdat het veel minder druk was op de stageplaats. Door het hebben van weinig klanten in de winkels bijvoorbeeld, konden studenten soms minder oefenen in het klantcontact. Daarnaast waren er studenten die minder werkprocessen konden oefenen, omdat de stageplaats minder afwisselend of gevarieerd was. Zo konden studenten kinderopvang niet altijd wisselen van groep, waardoor ze minder ervaring opdeden met verschillende leeftijden.

Een deel van de studenten werkte tijdens de stage ook thuis, met minder collegiaal contact. Daardoor hebben ze minder communicatieve en sociale vaardigheden kunnen ontwikkelen. Enkele keren werd ook genoemd dat studenten te weinig praktijklessen hadden gehad om hun stage goed uit te kunnen voeren. Minder tijd voor begeleiding of alleen begeleiding op afstand vanwege het thuiswerken had een negatief effect op de kwaliteit van de begeleiding, volgens verschillende onderwijsteams. Toch vonden enkele onderwijsteams dat de veranderde omstandigheden studenten ook in staat stelden om andere vaardigheden op te doen, zoals het tonen van flexibiliteit, het werken op afstand en het nemen van verantwoordelijkheid.

Beroepspraktijkvorming in studiejaar 2021/2022

Verschillende besturen voorzagen andere knelpunten in de beroepspraktijkvorming voor studiejaar 2021/2022. Zo werd bijvoorbeeld genoemd dat het vasthouden van stagebedrijven een uitdaging wordt, omdat veel bedrijven zijn weggevallen. Net als het vasthouden van samenwerkingsverbanden binnen de regio die door corona hebben stilgelegen. Ook moeten er stages worden ingehaald, wat een effect kan hebben op de beschikbaarheid van stageplaatsen.