Besturen en onderwijsinstellingen meestal tevreden over inspectieonderzoek

Besturen en scholen/instellingen tonen zich over het algemeen tevreden over de onderzoeken die de onderwijsinspectie bij hen uitvoert. Gemiddeld krijgt de inspectie een cijfer tussen de 7 en de 8, afhankelijk van het soort onderzoek.

Na ieder onderzoek bij een bestuur of school/instelling in het funderend onderwijs en het mbo legt de inspectie een vragenlijst voor. Daarbij worden stellingen over het onderzoek voorgelegd over:

  • communicatie en planning
  • uitvoering
  • het terugkoppelingsgesprek
  • het rapport
  • de opbrengst
  • de toezichtlast

Ook wordt er gevraagd naar een algemene waardering in de vorm van een rapportcijfer en kunnen er open opmerkingen gemaakt worden.

Besturen en scholen aan het woord

De meeste besturen en scholen geven aan dat de geïnvesteerde tijd in verhouding staat tot wat het onderzoek hen oplevert. Toch zijn er net als vorig jaar ook respondenten die de toezichtlast als hoog ervaren.

Zo geeft men soms aan onvoldoende voorbereidingstijd te hebben voor een onderzoek. Het aankondigen van een kwaliteitsonderzoek leidt er soms toe dat er door scholen documenten worden gemaakt, speciaal voor de inspectie. Als inspectie gaan we kritisch kijken naar de aankondiging van de kwaliteitsonderzoeken, om te voorkomen dat scholen tijd besteden aan onnodige voorbereidingen.

Onderzoekskader 2021 in beeld

De inspectie gebruikt de tevredenheidsonderzoeken om inspecteurs en onderzoeksteams feedback te geven en om het toezicht te verbeteren. De onderzoeken geven een beeld van de ervaringen met het Onderzoekskader 2021. Ook zijn de eerste ervaringen met de steekproef-kwaliteitsonderzoeken (sko’s) beschikbaar. De inspectie voert deze onderzoeken uit sinds augustus 2023.

In het mbo is de inspectie in januari 2024 begonnen met sko’s. Daardoor zijn er nog te weinig van deze onderzoeken uitgevoerd om mee te nemen in deze rapportage van de tevredenheidsonderzoeken.

Beeld: ©Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap