Eerste uitkomsten doorstroomonderzoek po schoolloopbanen
De inspectie heeft in februari en begin maart 2021 bij ruim 200 scholen onderzocht hoe scholen hebben gereageerd op de oproep van minister Slob om kansrijk te adviseren. Als gevolg van de periode van de tweede schoolsluiting ontbraken belangrijke toetsgegevens, of gaven deze toetsgegevens geen goed beeld van de ontwikkeling en mogelijkheden van leerlingen. Hoe zijn scholen hiermee omgegaan?
De scholen zijn bevraagd op welke adviesprocedure zij hebben gevolgd en waarin die afweek van eerdere jaren. De inspectie zal deze groep leerlingen verder volgen (bijstelling schooladvies en verdere schoolloopbaan in het voortgezet onderwijs).
Aan oproep minister tot ‘Kansrijk adviseren’ lijkt gehoor gegeven
86 procent van de scholen liet schooladviezen bij twijfel al hoger uitvallen en een derde van deze groep zei dat dit jaar nog vaker te gaan doen dan ze voor de coronacrisis deden. Vrijwel de meeste scholen die wij spraken, hebben hun adviezen bepaald op basis van een optimistische inschatting van wat leerlingen kunnen bereiken. Bij een kleine groep scholen (ongeveer 10%) is te weinig sprake van advisering op basis van een optimistische inschatting van wat leerlingen kunnen bereiken.
Afwijkingen adviesproces tijdens de corona-pandemie
Inzicht ontwikkeling en mogelijkheden leerlingen | Minder (betrouwbare) gegevens uit LOVS-toetsen | 38% |
Minder betrouwbare gegevens uit methodegebonden toetsen | 28% | |
Meer gegevens over 'zachte' leerlingkenmerken | 34% | |
Meer gegevens over thuissituatie | 33% | |
Leerlingen als partner | Minder mogelijkheden tot voorbereiding op het vo | 21% |
Ouders als partner | Minder mogelijkheden tot voorlichtingsactiviteiten over vo | 32% |
Schooladviesgesprek meer gericht op verkrijgen aanvullende informatie | 11% | |
Samenwerking met vo | Minder kennisuitwisseling met vo | 13% |
Vanwege de bijzondere omstandigheden hebben scholen op verschillende manieren hun werkwijze aangepast.
Inhoudelijke overwegingen bij adviesproces
Overweging | Percentage scholen |
---|---|
Wat leerlingen in afgelopen jaren hebben laten zien weegt zwaarder mee | 21% |
‘Zachte’ leerlingkenmerken wegen zwaarder mee | 31% |
Aanvullende leerlinggegevens (zoals interesses en wensen) wegen zwaarder mee | 11% |
Informatie over thuissituatie weegt zwaarder mee | 16% |
Vaker en met meer andere onderwijsprofessionals (waaronder collega's) gesproken | 11% |
Uitdagender voor scholen om passende adviezen te bepalen
Van de groep scholen die tegen knelpunten aanliepen bij het adviesproces tijdens de corona-crisis, vond meer dan de helft dat het bepalen van passende adviezen uitdagender was dit jaar. Het vaststellen van het actuele (cognitieve) niveau van leerlingen was lastiger doordat toetsgegevens ontbraken of minder betrouwbaar waren. Ook vond men het niet eenvoudig om te bepalen welke leerlinggegevens welk gewicht moesten krijgen bij de samenstelling van een advies (weging).
Meer aandacht voor leerontwikkeling over meerdere leerjaren
Om een goede inschatting te maken van de mogelijkheden van leerlingen keken scholen nadrukkelijker naar de ontwikkeling die leerlingen in de afgelopen jaren doormaakten. Het actuele niveau woog minder zwaar mee. Ook maakten scholen (meer) gebruik van andere informatiebronnen, waaronder aanvullende toetsen voor bepaalde leerlingen, observaties, kindgesprekken en de analyse van leerlingenwerk.
Bredere kijk op leerlingen
Verschillende scholen vonden het positief dat zij (onder andere door het onderwijs op afstand) een beter en breder beeld hebben gekregen over bijvoorbeeld de zelfstandigheid, motivatie en werkhouding van leerlingen. Zij vinden dit waardevol en willen ook in de toekomst meer over dergelijke informatie beschikken.
Meer zicht op thuissituatie
Scholen geven ook aan dat het onderwijs op afstand hun meer zicht heeft gegeven op de thuissituatie van leerlingen. Zij willen hier ook in de toekomst meer naar kijken: kunnen leerlingen rustig werken, krijgen zij hulp van huisgenoten? Wat hebben zij nodig en wat kunnen wij hierbij als school betekenen? Een deel van de scholen geeft aan deze informatie zwaarder mee te wegen dan voorheen.
Vaker en met meer onderwijsprofessionals gesproken over passend advies
Om toch tot zorgvuldige adviezen te kunnen komen, gaven scholen aan dat er in de school vaker dan voorheen gesprekken werden gevoerd over het best passende advies voor leerlingen en dat hier ook meer mensen bij betrokken waren (‘organiseren van tegenspraak’). Ook vond vaker overleg plaats met niet-schoolgebonden specialisten zoals bijvoorbeeld een orthopedagoog.
Een aantal scholen heeft het voornemen ook in de toekomst het professionele gesprek met collega’s over het de adviezen te willen blijven voeren.
Hogere eindtoetsadvies leidt niet vanzelfsprekend tot hoger schooladvies
Een derde van de onderzochte scholen geeft aan dat ze geen adviezen zullen bijstellen. Tijdens de corona-pandemie is dit percentage van verwachte bijstellingen ongeveer gelijk gebleven. Scholen zijn verplicht om schooladviezen te heroverwegen als het toetsadvies hoger is.
Scholen hebben verschillende overwegingen om het schooladvies al dan niet bij te stellen. Hieronder geven we de belangrijkste overwegingen weer die scholen ons vooraf hebben genoemd.
Belangrijkste overwegingen bij schooladvies naar boven bijstellen |
Belangrijkste overwegingen bij schooladvies niet bijstellen |
|
---|---|---|
Inzicht ontwikkeling en mogelijkheden leerlingen |
Eindtoets geeft hoger advies af, dus objectief gegeven zegt naar boven bijstellen |
School vindt schooladvies passender dan eindtoets als het gaat om wat de leerling op cognitief gebied op school laat zien |
Leerling is in de laatste periode cognitief gegroeid wat laat zien dat de leerling het hogere niveau aankan |
||
Leerling is gegroeid qua zachte leerlingkenmerken die voorwaardelijk zijn om het hogere niveau aan te kunnen |
School vindt schooladvies passender dan niveau eindtoets vanwege zachte leerlingkenmerken |
|
Leerlingen als partner | Leerling heeft zelf grote wens om uit te stromen op het hogere niveau | Leerling heeft zelf geen ambitie om op het eindtoetsniveau uit te stromen |
Ouders als partner | Ouders hebben wens om hun kind uit te laten stromen op het hogere niveau | Ouders hebben geen ambitie om hun kind op het hogere niveau uit te laten stromen |
De inspectie zal monitoren in welke mate de adviezen zijn bijgesteld en hoe de plaatsing in het vervolgonderwijs is verlopen. Ook zal de inspectie deze groep leerlingen blijven volgen in hun verdere schoolloopbaan.