Speech presentatie De Staat van het Onderwijs 2025

Uitgesproken door de inspecteur-generaal van het Onderwijs, Alida Oppers op 16 april 2025.

Beste leerlingen en studenten,
Beste leraren, schoolleiders, bestuurders en minister,
Beste aanwezigen,

Welkom hier vandaag in DeFabrique. Wat fijn om bij elkaar te zijn met een heleboel mensen die zich inzetten voor ons onderwijs. Dat voelt warm en vertrouwd. Zeker bij de klanken van Somewhere over the Rainbow - echt prachtig gespeeld door Bernd. Werkelijk kippenvel.

Ik ben mij er van bewust dat dit een contrast vormt met hoe velen deze tijd ervaren. Namelijk als onzeker, en soms ook verontrustend.

Het is een tijd van schuivende panelen op het wereldtoneel.
Van bondgenoten van weleer, die onvoorspelbare sprongen maken.
Van oorlogen die voortduren en ook impact hebben op ónze veiligheid.
Van complexe problemen, rondom klimaatverandering, migratie en woningnood.
Een tijd bovendien van desinformatie, polarisatie en verharding.

Voor ons volwassenen kan dit al beangstigend zijn. Maar hoe is dit voor jongeren die aan het begin van hun leven staan? Die zich afvragen hoe het eigenlijk zit met de dienstplicht of de kans op overstromingen Basisschoolkinderen die op TikTok horen over een derde wereldoorlog?

Jongeren raken verstrikt in algoritmes in de ban van werelden waarin we ze liever niet hebben. Werelden die soms de betrouwbaarheid van wetenschap, rechters en instituties in twijfel trekken of aanzetten tot haat en onverdraagzaamheid. Voor een groot deel van de volwassenen blijven deze online invloeden verborgen. Het lukt ons maar matig onze jongeren hiertegen te beschermen.

Deze complexiteit – van onze grotere politieke leefwereld én van de leefwereld van leerlingen en studenten die ook de klaslokalen en de collegezalen binnenkomt. Soms broeit het onder de oppervlakte - soms leidt het tot confrontaties en conflicten.

Ook op onze universiteiten heerst in toenemende mate onrust en onverdraagzaamheid. Een op de 10 studenten durft niet voor zijn mening uit te komen. Dit terwijl aanscherpende dialogen tot de kern van de wetenschapsbeoefening behoren en horen bij een vrije academische uitwisseling.

Scholen en opleidingen kunnen deze problemen niet alleen oplossen. Ouders hebben daar een belangrijke taak in. We mogen niet van scholen verwachten dat zij compensatie bieden voor alles wat er maatschappelijk misgaat. Zij hebben wél een belangrijke taak in het weerbaarder maken van onze jongeren. Om hen zo voor te bereiden op hun actieve deelname aan deze veranderende maatschappij.

Beste aanwezigen,

Dat brengt mij op een belangrijke boodschap uit deze Staat van het Onderwijs. Die natuurlijk ook dit jaar weer volstaat met bevindingen en aanbevelingen, waarvan we hopen dat ze u zullen inspireren. 
Bevindingen en aanbevelingen over rekenen en taal, over veiligheid op school, over passend onderwijs.  We zullen er vandaag tijdens het congres op allerlei manieren over in gesprek gaan.

Maar het belangrijkste en urgentste voor mij is de noodzaak om ons burgerschapsonderwijs naar een hoger plan te tillen. Bij de steekproefonderzoeken van afgelopen schooljaar kreeg gemiddeld 60 % van de scholen in het funderend onderwijs een herstelopdracht voor burgerschapsonderwijs. Ook internationaal onderzoek laat zien dat de burgerschapscompetenties van Nederlandse leerlingen in het voortgezet onderwijs zijn gedaald. En dat hun burgerschapskennis lager is dan bij leerlingen uit vergelijkbare landen.

Nederlandse leerlingen scoren lager op het volgen van politieke ontwikkelingen, participatie in politieke discussies en de intentie om te gaan stemmen. Maar ook als het gaat om steun voor gelijke rechten voor iedere burger.

Hieruit kunnen we niet concluderen dat er niets goeds gebeurt – in tegendeel. Scholen en opleidingen hechten veel belang aan burgerschapsonderwijs. Ze ondernemen allerlei activiteiten. Van bezoeken aan de Tweede Kamer tot Paarse vrijdag en van gesprekken over de rellen in Amsterdam tot de risico’s van sociale media. Burgerschap staat op de radar en dat is mooi!

Het ontbreekt echter nog te vaak aan samenhang en doelgerichtheid. Aan duidelijke leerdoelen en een doordacht curriculum. Wat wil de school de leerlingen leren: welke kennis, houdingen en vaardigheden? Met welk doel worden activiteiten ondernomen en wat is de betekenis ervan?

Scholen geven aan moeite te hebben met het goed inrichten van burgerschapsonderwijs. Daarnaast is het gesprek in de klas over actuele maatschappelijke kwesties steeds lastiger – zeker in klassen met een grote diversiteit aan culturen en achtergronden.

Burgerschap verdient net als taal- en rekenonderwijs een uitgedacht programma, dat zich in samenhang en herkenbaarheid over de leerjaren verspreidt.

Er is om goede redenen veel ruimte gelaten aan scholen en opleidingen, waardoor er ook een groter beroep op hen wordt gedaan voor de invulling van dit onderwijs. Het is nodig om over de grenzen van vakgebieden heen te denken: een moeilijke organisatorische opgave.
Burgerschapsonderwijs vraagt bovendien niet hetzelfde op iedere school.
Het vereist dat je je leerlingenpopulatie kent en daar het onderwijs op aanpast.

Hierbij is het uitgangspunt hopelijk wel glashelder. Namelijk dat de verworvenheden van onze democratische rechtsstaat onomstreden zijn en behoren te worden overgedragen.

Kinderen uit Amersfoort stuurden onlangs een brief aan de burgemeester en gemeenteraad, maar eigenlijk aan alle volwassenen in hun stad. Met de oproep om aardig tegen elkaar te doen en daarmee hen als kinderen het goede voorbeeld te geven. Dat misten zij.

Dit horen wij vaker op scholen: het appel aan ons volwassenen om het goede voorbeeld te geven. En ja, dat geldt ook voor Den Haag.

Wat betekent mijn oproep voor ons hier in de zaal en voor iedereen die werkt in het onderwijs? Het betekent dat we aan de slag moeten! Scholen en opleidingen verdienen hierbij alle steun.

Het ontwerp van bijvoorbeeld de nieuwe kerndoelen en de nieuwe wet voor het mbo bieden kansen de focus te leggen op dat wat van cruciale betekenis is. De Inspectie zal zo helder mogelijk aangeven wat beter moet en beter kan. Andersom doen ook wij ons werk graag zo goed mogelijk en staan open voor suggesties.

Beste allemaal, ik rond af.