Taalachtergrond leerlingen

De taal die leerlingen thuis spreken, de taalrijkheid van hun thuissituatie en de moedertaal van hun ouders hebben invloed op hun mondelinge taalvaardigheid. Daarom is ook de taalachtergrond van de leerlingen bevraagd door middel van een vragenlijst die de leerlingen zelf hebben ingevuld.

Bij een kwart van de leerlingen wordt thuis een andere taal dan het Standaardnederlands gesproken

Van 64 procent van de leerlingen hebben beide ouders het Standaardnederlands als moedertaal. Fries en Nederlands dialect vallen hier niet onder. In de overige gevallen heeft de vader (10 procent), de moeder (8 procent) of hebben beide ouders (18 procent) een andere moedertaal dan het Standaardnederlands.

Bij bijna een kwart van de leerlingen wordt er thuis in een andere taal gesproken dan het Standaardnederlands. Ouders die thuis wel Nederlands met hun kinderen spreken, terwijl dit niet hun moedertaal is, doen dit volgens het overgrote deel van de leerlingen goed. Minder dan 10 procent van de leerlingen geeft aan dat hun moeder of vader nogal slecht of heel slecht Nederlands spreekt.

Tom-Koole

“Het is voor de leerkracht een factor om stevig rekening mee te houden en om van afzonderlijke leerlingen te weten hoe de taalsituatie thuis is,” volgens Tom Koole.

Taalactiviteiten van leerlingen veelal digitaal

De taalactiviteiten die leerlingen thuis uitvoeren, die ze samen met hun ouders uitvoeren en die zij ouders zien uitvoeren, hangen onderling sterk samen. Zowel ouders als leerlingen lezen volgens de leerlingen bijvoorbeeld weinig voor hun plezier. Meer dan een kwart doet dit zelfs nooit. Leerlingen kijken het vaakst naar een vlog of een filmpje op het internet. Ongeveer drie kwart van de leerlingen houdt zich vaker dan twee keer per week bezig met e-mailen, chatten en appen en het kijken naar tv. Ouders kijken het vaakst naar het journaal op tv.

Over het algemeen worden er volgens de leerlingen thuis weinig gesprekken gevoerd. Een uitzondering hierop zijn gesprekken over school. Ruim de helft van de leerlingen zegt vaker dan twee keer per week met hun ouders over school te praten.

Bij bijna alle leerlingen is er thuis een computer, laptop of iPad met internetverbinding. Ook tijdschriften, kranten en een bibliotheekabonnement zijn bij het merendeel van de leerlingen thuis aanwezig. Bij meer dan de helft van de leerlingen staan thuis meer dan 50 boeken in de kast.

Hieke-van-Til

Het stimuleren van de ouderbetrokkenheid door de school kan een positief effect hebben. Hieke van Til: “Projecten als ‘BoekStart’ en ‘Samen met een boek’ stimuleren ouders van jonge kinderen tot interactie met hun kinderen rondom prentenboeken.”

Leerlingen tamelijk positief over spreekklimaat

Ook het spreekklimaat op school en het gevoel van spreekvrijheid speelt een rol bij de mondelinge taalvaardigheid van leerlingen. Zo kan spreekangst een barrière vormen voor het verder ontwikkelen van de spreekvaardigheid. In dit peilingsonderzoek zijn leerlingen over het algemeen tamelijk positief over het spreekklimaat in de klas. Ook voelen ze zich voldoende vrij om in de groep te spreken.