Uitvoering onderzoek

Peil.Burgerschap einde speciaal (basis)onderwijs vond plaats in het schooljaar 2020-2021. Het onderzoek is uitgevoerd onder regie van de Inspectie van het Onderwijs door hetzelfde consortium dat de peiling naar burgerschap aan het einde basisonderwijs uitvoerde. De afname vond plaats na de tweede scholensluiting vanwege de coronapandemie in 2021. 

Aan het peilingsonderzoek deden 1545 leerlingen mee (sbo 992; so 553), afkomstig van 53 sbo-scholen (102 klassen) en 32 so-scholen (79 klassen).

Het onderzoek is uitgevoerd door een consortium waarin de Universiteit van Amsterdam, het instituut GION Onderwijs/Onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen, het Kohnstamm Instituut en Cito samenwerken. Aan de basis van het onderzoek liggen:

Instrumentarium peilingsonderzoek

Meetinstrument burgerschapscompetenties

Voor het vaststellen van de burgerschapscompetenties in dit peilingsonderzoek is een schriftelijk meetinstrument ontwikkeld. Dit instrument is gebruikt voor het peilen van de burgerschapskennis, -vaardigheden en -attitude op de sociale taken democratisch handelen, maatschappelijk verantwoordelijk handelen, omgaan met conflicten en omgaan met verschillen en voor het peilen van seksuele weerbaarheid. Het instrument voor het meten van deze burgerschapscompetenties in het sbo en so grijpt terug op het instrument dat is ontwikkeld voor het peilen van deze competenties in het bo in het voorjaar van 2020. Voor de huidige peiling in het s(b)o is hieruit een selectie gemaakt van opgaven die de te meten domeinen en competenties zo goed mogelijk bestrijken en tevens in een pilot bruikbaar zijn gebleken in het sbo en so.

Vragenlijsten over burgerschapsonderwijs en achtergrondkenmerken

Naast de meting van de burgerschapscompetenties vulden leerlingen een vragenlijst in. De vragen gingen over enkele algemene achtergrondkenmerken, zoals leeftijd en thuistaal. Ook zijn aan de leerlingen vragen gesteld over verschillende aan burgerschap gerelateerde concepten, zoals deelname aan burgerschapsactiviteiten en het volgen van nieuws en actualiteiten.

Leerkrachten die het onderwijs aan s(b)o-leerlingen in het laatste leerjaar verzorgen, vulden een vragenlijst in over het burgerschapsonderwijs en een aantal relevante achtergrondkenmerken. Dit betrof onder andere de tijdsbesteding aan burgerschapsonderwijs, de gebruikte werkvormen, leeractiviteiten en het lesmateriaal en de ervaren bekwaamheid in het lesgeven over een aantal burgerschapsonderwerpen.

Tot slot vulden de schoolleiders van de deelnemende scholen een vragenlijst in met vragen over onder andere de visie en sturing op burgerschapsonderwijs, het belang van burgerschapsvorming, het type aanbod en de doelen voor burgerschapsvorming.

Verdiepend onderzoek in de vorm van interviews

Naast het in kaart brengen van het burgerschapsonderwijs via bovengenoemde vragenlijsten, vond op 60 van de 85 scholen verdiepend onderzoek plaats. Dit bestond uit interviews met schoolleiders, interviews met leerkrachten en groepsinterviews met leerlingen. Het doel van dit verdiepend onderzoek was om te achterhalen hoe scholen burgerschapsonderwijs in samenhang vormgeven en waarom bepaalde keuzes gemaakt worden. Ook is met de ondervraagde leerkrachten aan de hand van een concrete casus over het onderwerp vluchtelingen gesproken over de invulling van het burgerschapsonderwijs. Daarnaast werden in totaal 436 leerlingen geïnterviewd in groepen van 4 leerlingen. Het doel van de leerlinginterviews was om het door leerlingen waargenomen aanbod (received curriculum) in kaart te brengen. Bovendien is ook met de leerlingen de casus over vluchtelingen besproken om inzicht te krijgen in hoe zij denken over een aan burgerschap gerelateerd onderwerp.

Meer informatie

In deel C van Peil.Burgerschap einde s(b)o 2020-2021 beschrijven en verantwoorden we de werkwijze die is gekozen peiling Burgerschap einde speciaal (basis)onderwijs. We bespreken de steekproef van scholen en de verschillende instrumenten die voor deze peiling zijn ontwikkeld. Ook geven we een beknopte beschrijving van de deelnemende leerlingen en leerkrachten aan de hand van een aantal algemene achtergrondkenmerken, zoals geslacht, leeftijd en aantal jaren werkervaring.

In het technisch rapport van het consortium dat de instrumentontwikkeling en dataverzameling voor deze peiling uitvoerde, is een uitgebreidere verantwoording van de dataverzameling, de representativiteit van de deelnemende scholen en leerlingen en het instrumentarium opgenomen.

In het technisch rapport van de inspectie staan de keuzes die gemaakt zijn door de schrijvers van de publieksrapportage centraal. De verdere gegevensverwerking en –analyse die ten grondslag liggen aan het publieksrapport worden hierin verantwoord.