Beoordeling leerresultaten primair onderwijs schooljaar 2022/2023

Vanwege de coronacrisis besloot de inspectie de resultaten in het schooljaar 2021/2022 niet te beoordelen. We hervatten de beoordeling nu het onderwijs weer op de scholen plaatsvindt. We willen daarmee waarborgen dat leerlingen voldoende leren. Er is sprake van een overgangsperiode, waarin we rekening houden met de gegevens die beschikbaar en betrouwbaar zijn. Scholen en besturen kunnen er zo van op aan dat de beoordeling recht doet aan de huidige situatie.

Uitgangspunten voor de beoordeling

We hanteren voor de beoordeling een aantal uitgangspunten. 

  • de leerresultaten worden vanaf schooljaar 2022/2023 weer beoordeeld
  • we kijken naar de resultaten van meerdere jaren (2018/2019, 2020/2021, 2021/2022)
  • we houden rekening met het gegeven dat er in schooljaar 2019/2020 geen eindtoets is afgenomen, en dat de resultaten in schooljaar 2020/2021 beïnvloed zijn door corona
  • het ‘verhaal’ van de school bij de resultaten doet er toe. We betrekken dit altijd bij de uiteindelijke beoordeling.

De uitgangspunten zijn in de verschillende sectoren op een andere wijze uitgewerkt, omdat de regelgeving verschilt en de situatie tijdens de coronaperiode niet gelijk was.

Uitwerking uitgangspunten primair onderwijs

In het schooljaar 2021/2022 hebben wij de leerresultaten (standaard OR1 Resultaten uit het onderzoekskader) niet beoordeeld vanwege de coronacrisis. Met ingang van schooljaar 2022/2023 gaan we dit wel weer doen. De werkwijze voor de schooljaren 2022/2023 en 2023/2024 is aangepast, omdat we in deze schooljaren rekening houden met de effecten van de coronacrisis en het feit dat er in 2019 en 2021 sprake is van normeringsverschillen tussen de eindtoetsen (meer informatie hierover is te vinden na onderstaande tabel).

Signaleringswaarden en correctiewaarden

In de schooljaren 2022/2023 en 2023/2024 hanteren we naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. In de correctiewaarden houden we rekening met de ‘onzekerheidsmarge’ veroorzaakt door de effecten van de coronacrisis en de normeringsverschillen tussen de eindtoetsen.

Beslisregels

  • De leerresultaten zijn Voldoende als het behaalde percentage referentieniveaus voor beide indicatoren 1F en 1S/2F boven de signaleringswaarden ligt.
  • De leerresultaten zijn Onvoldoende als het behaalde percentage referentieniveaus voor één of beide indicatoren 1F en 1S/2F onder de correctiewaarde liggen.
  • De leerresultaten krijgen ‘geen oordeel’ in alle andere gevallen. Met andere woorden: er wordt geen oordeel gegeven als voor één of beide indicatoren 1F en 1S/2F het behaalde percentage referentieniveaus tussen de signaleringswaarde en de correctiewaarden ligt én voor geen van de indicatoren 1F en 1S/2F het behaalde percentage referentieniveaus onder de correctiewaarden ligt. In deze gevallen is het niet mogelijk om een betrouwbaar oordeel te geven. 

Tijdens het onderzoek op de school kan de verantwoording van de school er alsnog toe leiden dat de leerresultaten als voldoende worden beoordeeld of dat deze ‘geen oordeel’ krijgen. 

Tabel Signaleringswaarden en correctiewaarden in percentages behaalde referentieniveaus

Normeringsverschillen tussen eindtoetsen

De normeringen van verschillende eindtoetsen kwamen de afgelopen jaren gescheiden van elkaar tot stand. In het voorjaar van 2021 is geconstateerd dat de normeringen van de verschillende eindtoetsen in 2019 en 2021 nog niet hebben geleid tot volledig vergelijkbare resultaten op de referentieniveaus. Dit betekent dat sommige leerlingen – met scores dicht tegen de grens voor het wel of niet behalen van het referentieniveau – ten onrechte een referentieniveau net wel of net niet hebben gehaald. Dit heeft overigens voor de leerlingen in kwestie geen effect gehad op hun toetsadviezen. Het is echter niet na te gaan wat het exacte effect hiervan is voor een individuele school. Op macro- en schoolniveau tellen deze verschillen op tot enkele procentpunten verschil in de beheersing van taal- en/of rekenvaardigheid. In 2022 wordt een nieuwe normeringswerkwijze voor alle eindtoetsen gehanteerd en speelt dit probleem niet meer.

Correctiewaarden

De correctiewaarden zijn als volgt bepaald. Het effect van corona op de resultaten van 2021 is bepaald door het verschil in de gemiddelde eindtoetsscores van 2019 (geen corona-effect) en 2021 (wel een corona-effect) te berekenen voor elke schoolwegingscategorie. Daarnaast gaan we uit van een effect voor de normeringsverschillen: 2% voor de resultaten van zowel 2019 als 2021. 

Indicator IS/2F

Bij de beoordeling in 2022/2023 ligt de correctiewaarde voor 1S/2F op 4% (2% in 2019 plus 2% in 2021) plus het verschil in gemiddelde eindtoetsscore tussen 2019 en 2021 onder de signaleringswaarde. 

Indicator 1F

Verder hanteren we een correctiewaarde voor 1F van 80 in 2022/2023. 

Bij de beoordeling in 2023/2024 worden de resultaten van 2019 niet langer beschouwd bij de beoordeling en ligt de correctiewaarde voor beide indicatoren 1F en 1S/2F 2 procent hoger. In 2024/2025 worden ook de resultaten van 2021 niet meer betrokken en vervallen de correctiewaarden.

Meer weten?

Zie Regeling resultaten primair onderwijs.