Cornelius Haga Lyceum

De Inspectie van het Onderwijs heeft onderzoek gedaan bij het Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam. Op deze pagina staat in het kort wat de inspectie heeft onderzocht en tot welke conclusies dat heeft geleid.

Let op: deze pagina is speciaal geschreven voor de leerlingen en hun ouders en is een samengevatte weergave van het rapport. De volledige tekst staat in het rapport. Daarnaast is er ook een nieuwsbericht met daarin de hoofdpunten uit het inspectierapport.

Het onderzoek van de inspectie

De inspectie onderzoekt iedere nieuwe school van een nieuw schoolbestuur. Dat gebeurt altijd binnen twee jaar. Daarom onderzocht de inspectie in oktober 2018 het Cornelius Haga Lyceum. Ook onderzocht de inspectie het bestuur van de school: de Stichting Islamitisch Onderwijs (SIO). Dat bestuur bestaat uit een directeur-bestuurder, die de leiding over de school heeft, en twee anderen, die toezicht houden op de directeur-bestuurder.

Het conceptrapport

De uitkomsten van het onderzoek heeft de inspectie opgeschreven in een voorlopig rapport, het conceptrapport. Dat conceptrapport is in november 2018 aan het bestuur opgestuurd. Het bestuur heeft op het conceptrapport gereageerd.

Verder onderzoek

Toen de inspectie bezig was met het verwerken van de reactie van het bestuur, kwam er informatie van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Die informatie ging over extremistische invloeden op de school, over de wijze waarop de school wordt geleid en over de manier waarop het schoolbestuur met geld omgaat. De inspectie vond de informatie zorgelijk. Daarom heeft de inspectie het conceptrapport niet definitief gemaakt en is het onderzoek voortgezet. De inspectie is daarbij naar meer onderwerpen gaan kijken en heeft nader onderzoek gedaan naar de onderwerpen waar ook eerder naar is gekeken.

Hier keek de inspectie naar:

  • Hoe functioneert het schoolbestuur?
  • Hoe gaat het schoolbestuur met het geld om?
  • Hoe goed is het onderwijs op de school?

Het onderzoek is nu klaar. Van de rechter mag het rapport openbaar gemaakt worden. Het rapport staat per 11 juli 2019 op de website van de inspectie, zodat iedereen het kan lezen.

Wat vindt de inspectie?

Dit is het oordeel van de inspectie in het kort.

De inspectie concludeert dat de manier waarop het schoolbestuur functioneert schadelijk is voor de school en de leerlingen. Dit komt doordat het bestuur er niet voor zorgt dat leerlingen op een duidelijke manier leren over burgerschap, over alle dingen die daarbij belangrijk zijn. Ook neemt het geen afstand van personen met een omstreden reputatie, die onder meer blijkt uit informatie van de AIVD. Daarnaast stelt de inspectie vast dat de manier waarop het bestuur met geld omgaat in strijd is met de wet. Zo geeft het bestuur te veel geld uit aan zichzelf, familieleden en relaties. Ook is er sprake van onrechtmatig financieel handelen en van belangenverstrengeling. Met deze en andere onrechtmatige uitgaven brengt het bestuur het voortbestaan van de school in gevaar.

Zorgelijk is dat een deel van de ouders zich onveilig voelt en bang is om andere meningen dan die van het bestuur of andere ouders naar voren te brengen. De inspectie vindt het ook niet goed dat de directeur met zijn optreden het verkeerde voorbeeld aan de leerlingen geeft. De directeur beledigt andere mensen, zoals de burgemeester, en gebruikt grove taal. Door dat optreden verslechtert ook de relatie tussen de school en de overheid en andere scholen.

De inspectie is ook van oordeel dat het bestuur weinig deskundig is en onvoldoende ervaring heeft om een school te besturen. Bij het bestuur van het Cornelius Haga Lyceum is het zo geregeld dat het ene deel van het bestuur toezicht houdt op het andere deel. De inspectie stelt vast dat er van dit toezicht in de praktijk weinig terecht komt.

De inspectie vindt dat de school in het burgerschapsonderwijs beter en stelselmatig duidelijk moet maken wat de belangrijke waarden zijn in de Nederlandse samenleving, zoals bijvoorbeeld gelijkwaardigheid en verdraagzaamheid. Daarbij is het ook belangrijk om aandacht te geven aan risico’s die leerlingen lopen in de grootstedelijke omgeving waarin zij opgroeien en waarin ze in aanraking komen met bijvoorbeeld discriminatie of homohaat. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat de school de leerlingen aanzet tot onverdraagzaamheid of dat leerlingen salafistische lessen krijgen. Wel vindt de inspectie het een probleem dat de school geen afstand neemt van personen met een omstreden reputatie. Daardoor kan het gebeuren dat leerlingen alsnog met deze personen of hun ideeën en opvattingen in aanraking komen.

Niet alles op de school is onvoldoende. De inspectie concludeert dat de meeste lessen van voldoende niveau zijn en dat leerlingen die dat nodig hebben voldoende begeleiding krijgen. De meeste leerlingen voelen zich veilig op school en zijn tevreden over het onderwijs.

Wat gaat er nu gebeuren?

De inspectie heeft in het rapport een aantal opdrachten gegeven om te zorgen dat de school beter wordt bestuurd, er beter met geld wordt omgegaan, het burgerschapsonderwijs wordt verbeterd en er duidelijk afstand wordt genomen van omstreden personen. De inspectie heeft er geen vertrouwen in dat het bestuur dat er nu zit deze verbeteropdrachten goed zal uitvoeren.