Ouders, leerlingen, docenten, directies en besturen, maar ook vertrouwenspersonen kunnen de vertrouwensinspecteur (VI) van de Inspectie van het Onderwijs raadplegen wanneer zich in of rond de school problemen voordoen op het gebied van seksuele intimidatie en seksueel misbruik (zedenmisdrijven), psychisch en fysiek geweld of discriminatie en radicalisering.
Meldingen hierover kunnen (en daar waar het seksueel misbruik betreft: moeten) conform de overlegplicht, worden voorgelegd aan de vertrouwensinspecteur.