Onbedoelde effecten inspectietoezicht onderzocht

Het toezicht op onderwijskwaliteit heeft invloed op het gedrag van scholen. Dat is ook de bedoeling: de Inspectie van het Onderwijs wil met haar toezicht scholen stimuleren maximale resultaten te bereiken met haar leerlingen.

Ieder model voor de beoordeling van de resultaten die een school met haar leerlingen behaalt leidt niet alleen tot gewenste effecten, maar ook tot ongewenste neveneffecten. Zoals bijvoorbeeld strategisch en berekenend gedrag van scholen dat bedoeld is de beoordeling van de inspectie te beïnvloeden, maar op zichzelf niet leidt tot beter onderwijs voor leerlingen. Reden voor de inspectie om aan de Universiteit Maastricht (UM) met medewerking van het Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen (ITS) te vragen gericht onderzoek te doen naar mogelijk negatieve effecten van ons toezicht in het basisonderwijs. In opdracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderzocht Researchned de mogelijk negatieve effecten voor het voortgezet onderwijs.

Toezicht draagt bij aan kwaliteitsverbetering

Uit het rapport van Researchned blijkt dat inspectietoezicht bijdraagt aan kwaliteitsverbetering. Het toezicht biedt houvast en zorgt voor een focus op kwaliteit. Ook ervaren scholen inspecteurs als waardevolle gesprekspartners. Voor veel scholen is de manier waarop de inspectie kijkt naar de leerresultaten (het leerresultatenmodel) in lijn met de eigen opvattingen over onderwijskwaliteit. Voor de meeste ongewenste effecten blijkt dat er geen of een zwakke relatie is met dit leerresultatenmodel.

Strategisch gedrag in basisonderwijs heeft beperkt effect

Uit het rapport van UM en ITS blijkt dat 80% van basisscholen het goed vindt dat de inspectie met opbrengstindicatoren werkt en dat dit in het belang is van onderwijskwaliteit. De helft vindt wel dat de indicatoren een te smal beeld van de leerresultaten geven. Een bredere benadering van de resultaten zou de risico’s van eventueel ongewenst strategisch gedrag mogelijk verkleinen. Er zijn in het basisonderwijs veel elementen van strategisch gedrag zichtbaar, maar het uiteindelijke effect op de scores van scholen op de eindtoets is beperkt.

Herijking opbrengstbeoordeling is doorlopend proces

De inspectie werkt momenteel aan een herijking van de beoordeling van de leerresultaten en het waarderingskader in het basisonderwijs. In het in ontwikkeling zijnde toezichtkader heeft de indicator over de eindresultaten een minder exclusieve rol. De inspectie gaat breder naar scholen kijken en scholen kunnen ook onder geïntensiveerd toezicht komen te staan als er los van de eindresultaten zorg is over het onderwijsproces of de veiligheid op de school. In het voortgezet onderwijs heeft inmiddels een herijking van het Onderwijsresultatenmodel plaatsgevonden. Daar wordt vanaf schooljaar 2016-2017 gewerkt met een aangepast model. Zowel voor het basis- als voortgezet onderwijs geldt: een nieuw model is geen eindpunt, maar startpunt van dialoog, reflectie en evaluatie voor de komende jaren.