Hoofdinspecteur Arnold Jonk in gesprek met leerkracht

Eind 2014 publiceerde CNV Schooljournaal een schema met welke administratie scholen wel en niet moeten bijhouden van de Inspectie van het Onderwijs. Maar wat wij van scholen verwachten, hangt sterk af van de onderwijskundige keuzes die scholen zelf maken. In het februarinummer kreeg Arnold Jonk, hoofdinspecteur primair onderwijs, de gelegenheid om dit recht te zetten.

Leerkracht en hoofdinspecteur in gesprek over papieren tijgers

"Angst voor de Inspectie is echt niet nodig!"

'Dat doen we dan maar. want het moet van Arnold.' Die grap wordt wel eens gemaakt door de leraren op de school van de kinderen van Arnold Jonk, hoofdinspecteur primair onderwijs. Maar op de image meeste scholen is het geen grap. 'Oh jee, daar komt de Inspectie, we moeten onze papieren tijgers op orde hebben!' verwoordt leerkracht Marisa Hofman in gesprek met Jonk de angst. Hij reageert: 'Ik begrijp helemaal niks van die spanning; angst is echt niet nodig.'

Eind vorig jaar publiceerde Schooljournaal een schema met daarin een overzicht van wat moet van de Inspectie en wat niet. Marisa Hofman, leerkracht groep 3/4 op basisschool 't Vierspan in Bovenkarspel, liep met dit schema naar haar directeur, die haar vervolgens wees op alle kwaliteitsaspecten waar de school aan moet voldoen. Hoe moeten we dat dan wel aantonen, als het niet met groepsplannen hoeft, was haar grote vraag. Op verzoek van Schooljournaal gaat ze in gesprek met de hoofdinspecteur primair onderwijs. Het begint met een lach, als ze zegt: 'Lijkt me heel apart om als leerkracht een 10-minutengesprek te voeren met een vader die hoofdinspecteur van het onderwijs is!' Jonk nuchter: 'Nou nee, dat valt heel erg mee.Wel hoor ik dat er grapjes worden gemaakt in de zin van: "Dat doen we dan maar, want het moet van Arnold'

GROOTSTE FABEL

Op veel scholen is het echter geen grap. De angst voor de Inspectie zit er hier en daar goed in. Het door Schooljournaal afgedrukte schema was voor velen een eyeopener, maar al snel klonk het geluid: 'Als groepsplannen dan niet hoeven, hoe verantwoorden we ons dan wel? Want we moeten toch dingen aantonen als de Inspectie komt!' Jonk: 'Ik ben regelmatig in zaaltjes met leraren en schoolleiders en vraag daar dan altijd: "Wie gebruikt er geen groepsplannen?" "en dan steekt één op de tien zijn vinger op. De andere negen zitten dan heel verbaasd te kijken. "Dat moet toch?" Nee, dat moet dus niet! In ons toezichtskader komt het woord groepsplan niet voor.  Er zijn genoeg scholen die geen groepsplannen gebruiken en toch prima uit de beoordelingen komen. Wij hebben geen vormvoorschriften over hoe scholen zich verantwoorden. Dat is de grootste fabel die we uit de wereld willen hebben:

Hofman werpt tegen: 'Maar hoe kan het dan dat scholen soms een onvoldoende krijgen omdat ze dingen niet goed op papier hebben?'

Jonk: 'We verklaren scholen niet zwak of zeer zwak om het enkele feit dat ze hun papieren niet op orde hebben. Dan is er altijd meer aan de hand."

CONFRONTEREND

'Onze vroegere inspecteur-generaal kwam eens op schoolbezoek en zag daar een tafel volgestapeld met handelingsplannen en ander papierwerk; vertelt Jonk. 'Ze vroeg: "Voor wie maken jullie dat allemaal?" De intern begeleider barstte bijna in huilen uit. "Voor jullie! " zei ze.Het wa s een heel confronterend moment, voor beiden. En zulke hoeveelheden papier, zeker als je ze niet gebruikt, hoeven niet eens te leiden tot een positieve beoordeling. Bovendien, als je iets maakt voor een ander en het zelf niet nodig hebt voor je onderwijs, zie je dat terug in de kwaliteit:

Hofman: 'Maar het beeld dat het moet van de Inspectie, is mede ontstaan door de Inspectie zelf.'

Jonk knikt: 'Mede ja. Maar wij zijn enorm beducht voor dat beeld dat je voor ons dingen moet doen. We schrijven niet voor hoe je je moet verantwoorden. Voor ons hoef je geen groepsplannen te maken, echt niet:

Hofman met geheven handen: 'Maar hoe moet je je dan verantwoorden?'

Jonk: 'Als de school kan laten zien dat ze met de bijge­ houden gegevens het onderwijs goed kan plannen, de resultaten kan volgen en het onderwijs kan evalueren, dan vinden wij het goed:

DRAKEN

't Vierspan kreeg drie jaar geleden te horen niet genoeg op papier te hebben. 'Nu hebben we echt draken van documenten; vertelt Hofman. 'Vreselijk, zo uitgebreid en gedetailleerd! En dan nog kan het zijn dat de Inspecteur op bezoek komt, mijn klassenmap inkijkt en zegt: "Hé, er zou nu een taalgroepje aan de instructietafel moeten zitten, dat staat hier, en het gebeurt niet:' Dan wordt je ook nog op je eigen plannen gepakt:

Jonk reageert: 'Wij willen graag congruentie zien tussen wat je bedenkt en wat je doet en dat je evalueert wat je doet. Als je niet evalueert, heeft registratie überhaupt geen zin. Op een goede school past de administratie bij de manier waarop onderwijs gegeven wordt. Je moet alleen die dingen registreren en plannen maken die je ook echt gebruikt. Dan erváár je het ook niet als admi­ nistratieve last: Jonk realiseert zich dat het oordeel van de inspecteur zwaar weegt voor scholen. 'Ja, bijna alles wat een inspecteur zegt wordt opgevat als wetgeving. We moeten preciezer en duidelijker zijn in onze communi­ catie: Dat de ene inspecteur de andere niet is, is een vaak gehoord geluid uit het veld. Jonk reageert: 'Dat is zo, het zijn mensen. We hebben onderzocht of inspecteurs ver­schillend beoordelen door er twee naar een zelfde school te sturen. In de kern lijken de oordelen enorm op elkaar. Waar de verschillen wel zitten, is in de bejegening, hoe mensen overkomen. Scholen reageren daar heel sterk op, soms sterker dan op het oordeel zelf:

VAAG

Twee jaar geleden onderzocht CNV Onderwijs de werk­ en regeldruk. Met de stelling De verantwoordingsplicht in het onderwijs is een belangrijke oorzaak van de hoge werkdruk was 94 procent het eens. Handelingsplannen en groepsplannen scoorden hoog op het lijstje van te schrappen taken. Jonk reageert: 'Er zijn veel scholen die veel meer doen dan moet. Dat zit heel vaak in dubbelingen, dingen die ineffectief zijn of zaken die je voor een paar kinderen moet doen maar die voor alle kinderen ge­ daan worden. En niet alle druk komt van de Inspectie hè? Denk eens aan schoolbesturen, schoolleiding, ouders, voortgezet onderwijs, de leraren zelf.'

'Dat we meer doen dan nodig is, komt door angst voor de Inspectie; haakt Hofman in. 'We nemen het zekere voor het onzekere.'

Jonk knikt: 'Ik begrijp die spanning niet; die angst is echt niet nodig. De kans dat je zwak wordt bevonden is minimaal! Hij biedt Hofman aan wat voorbeelden te sturen van goed beoordeelde scholen zónder groeps­ plannen. Hofman veert op: 'Oh, dat zou wel heel handig zijn, want het is en blijft een vaag verhaal: Jonk weer : 'We zijn voorzichtig met concrete voorbeelden, omdat we vrezen dat scholen die dan weer gaan opvatten als vormvoorschriften. Maar ik denk dat we dat toch moe­ ten gaan doen. Ik wil uit die vaagheid komen zonder voor te schrijven.'

'Als scholen bang zijn voor ons, is dat vaak een gebrek aan door­ leefdheid en assertiviteit in de eigen visie'

UITRUKKEN

'Gesproken over spanning: rondom toetsen hangt ook een enorme spanning; zegt Hofman. 'De resultaten van toetsen worden steeds beter, dus wordt de normering continu bijgesteld en moeten we er steeds harder aan trekken om de Inspectie niet op ons dak te krijgen.' Jonk beaamt dat: 'Dat houdt mij ook bezig, dat de normen steeds omhoog gaan. De resultaten op de eindtoets zijn stabiel en die van de tussentoetsen blijven maar stijgen. Dan ga je toch vermoeden dat er op toetsen wordt geoefend en getraind. Dat is niet gezond en geen teken van goed onderwijs. Wij kijken overigens pas naar tus­ sentoetsresultaten als de eindtoetsresultaten jarenlang niet goed zijn. Dán gaan we kijken hoe dat komt. Het is dus helemaal niet zo dat we uitrukken als de tussentijdse resultaten een keer tegenvallen.'

NIET DURVEN

'Het zou fijn zijn als we het idee hadden dat de Inspectie een partner van de school is, die een begeleidende, adviserende en inspirerende rol heeft; suggereert Hofman. 'Minder het gevoel van "Oh jee, daar komt de Inspectie, we moeten onze papieren tijgers op orde hebben!" Of na het bezoek van Inspectie: "Zo, daar zijn we weer voor vier jaar vanaf ' Wij zijn op school bezig met kansrijke combinatiegroepen, maar dat bloedt eigenlijk dood omdat we niet durven los te laten. Als we nou het gevoel hadden dat we het vertrouwen kregen van de Inspectie ".: Jonk: 'Maar hoe zou je dat dan willen voelen?' Hofman: 'Het gevoel dat je vrij kunt denken en er niet op afgerekend worden .' Jonk: 'Dat 98 procent van de scholen een basisarrange­ ment heeft, bewijst dat we vertrouwen hebben in scho­ len. Onze manier van toezicht veronderstelt scholen die stevig in hun schoenen staan, een sterk team en een stevige schoolleider hebben, onderwijsvisie hebben, ruimte nemen en niet wachten tot ze 'm krijgen. Dat zien we te weinig. Als scholen bang zijn voor ons, is dat vaak een gebrek aan doorleefdheid en assertiviteit in de eigen visie. Daar hebben wij ook dingen niet goed in gedaan. We gaan dan ook ons toezicht veranderen. We stoppen met al die indicatoren en gaan op een hoger niveau vragen stellen. Hoe hebben jullie je onderwijs ingericht en laat eens zien hoe dat werkt? Wij willen die visievorming op scholen versterken en daar een part­ ner in zijn, zonder ooit adviseur te worden. Dat gaan we niet doen. Dat is de vrijheid van onderwijs.' Bij het afscheid nodigt Hofman Jonk uit op haar school. Hij neemt de uitnodiging aan.