Onderwijsprofessionals over de onderzoeksresultaten

Om de resultaten van Peil.Digitale geletterdheid einde basisonderwijs 2021-2022 te duiden, is een focusgroep van professionals uit de onderwijspraktijk, het onderwijsbeleid en het onderwijsonderzoek samengesteld. Zij reflecteerden, plenair en in subgroepen, op de peilingsresultaten en schetsten samen een beeld van de huidige situatie van het onderwijs in digitale geletterdheid en de kansen om dit verbeteren.

Hoe digitale geletterdheid nu al in het onderwijs terug is te zien

De focusgroep sprak allereerst over de vraag hoe je digitale geletterdheid nu al terugziet in het onderwijs. Er worden daarbij mooie voorbeelden genoemd en volgens de deelnemers gebeurt er al veel op het gebied van onderwijs in digitale geletterdheid op scholen. Maar, zo geven ze ook aan, er zijn verbeterpunten. Zo zien nog niet alle scholen de noodzaak van onderwijs in digitale geletterdheid en zouden ze wellicht het initiatief wat meer kunnen neerleggen bij de leerlingen.

“Ons ging de ontwikkeling van digitale vaardigheden in het onderwijs te traag. Dus zijn we begonnen bij de leerlingen. Via hen, als digital leaders, gaat het vlammetje nu door de school heen.”
- Marco Geenen, docent educatieve technologie, Hogeschool IPABO Amsterdam - Alkmaar

“We lieten leerlingen in groep 6 een gedicht schrijven en dit opmaken in Google Docs. Er ging een wereld voor ze open.” 
- Geertje Damstra, onderzoeker lectoraat curriculumvraagstukken funderend onderwijs en lerarenopleider digitale geletterdheid, Hogeschool Utrecht

“Een van onze scholen, een nieuwkomersschool, is begonnen om technologie zoals voorleespennen en greenscreens te gebruiken om taal makkelijker, beter en leuker aan te leren. Het is een groot succes. Inmiddels zijn ze met andere scholen een regionaal expertisecentrum geworden, in samenwerking met diverse hogescholen in Rotterdam. De leerkrachten hebben het omarmd en er is een teambrede visie en leerlijn ontwikkeld. Prachtig!”
- Rick Venmans, adviseur ICT & digitaal leren, Wijzer in Opvang & Onderwijs Vlaardingen

Digitale geletterdheid als apart vak én geïntegreerd in andere vakken

Volgens de peiling zijn activiteiten rondom digitale geletterdheid op ongeveer de helft van de scholen geïntegreerd in andere vakken. Op een derde van de scholen betreft dit volgens leerlingen vooral losstaande activiteiten. De deelnemers uit de focusgroep hebben vooral een voorkeur voor de combinatie.

“Er zitten voor- en nadelen aan het integreren van digitale geletterdheid in andere vakken. Ten eerste kan digitale geletterdheid meerwaarde creëren in een vak. Het verrijkt de bestaande invulling ervan. Een tweede voordeel ligt in de overdracht (transfer): leerlingen moeten leren om iets in verschillende contexten te gebruiken en dat gaat niet als digitale geletterdheid als losstaand vak wordt aangeboden. Een tegenargument is dat leraren er niet aan toe zijn. De didactiek ontbreekt en ze zijn nog niet vaardig genoeg. Er zijn ook bepaalde vaardigheden die je apart kunt aanbieden. Denk hierbij aan programmeren en bepaalde informatievaardigheden. Je moet niet integreren om te integreren. Voor nu zeg ik dus ook: ‘doe het samen én apart'.”
- Erik Barendsen, hoogleraar vakdidactiek en onderwijsontwikkeling, Radboud Universiteit Nijmegen

Het merendeel van de leerkrachten heeft geen behoefte aan bijscholing over digitale geletterdheid

Uit de peiling blijkt dat leerkrachten zich redelijk bekwaam voelen op het gebied van de ICT-vaardigheden, informatievaardigheden en mediawijsheid. De meesten hebben geen behoefte aan bijscholing. De deelnemers van de focusgroep bespreken mogelijke redenen daarvoor. 

“Ik zie in mijn onderzoek op scholen verschillen tussen leerkrachten. Affiniteit speelt een belangrijke rol, niet zozeer leeftijd of geslacht. Jonge leraren zeggen soms: ‘Ik heb het ook zelf geleerd, waarom moet ik er dan onderwijs in geven.’"
- Denise Mensonides, promovenda ontwikkeling digitale geletterdheid, Rijksuniversiteit Groningen

“Zolang er geen kerndoelen zijn en digitale geletterdheid niet in het curriculum is opgenomen, zal er weinig tijd en geld voor worden vrijgemaakt.”
- Lisette Neijzen, beleidsmedewerker onderwijs & innovatie, Stichting Jong Leren Heemstede

“Het vertrouwen van leerkrachten in hun kwaliteiten kan ook positief doorwerken in het onderwijs dat zij geven. Wel vraag ik me af: wat verstaan zij onder digitale geletterdheid?”
- Sanne van der Velden, lid kerndoelenteam digitale geletterdheid, leerkracht en coördinator digitale geletterdheid, SCO Leiden

Aandacht voor de 4 domeinen ongelijk verdeeld, vaak ten nadele van computational thinking

De peiling laat zien dat les in computational thinking, met uitzondering van groep 3 en 4, minder vaak voorkomt dan lessen over de domeinen mediawijsheid, digitale informatievaardigheden en ICT-basisvaardigheden.

“Leerkrachten kunnen het begrip al nauwelijks uitspreken. Wat de inhoud is, is al helemaal ingewikkeld. Maar ze willen het graag leren. In de onderbouw is computational thinking voor leerkrachten wel veel zichtbaarder dan in de bovenbouw. Dat komt ook door het gebruik van concreet materiaal zoals Bee-Bots.”
- Sanne van der Velden, lid kerndoelenteam digitale geletterdheid, leerkracht en coördinator digitale geletterdheid, SCO Leiden

“Scholen en leerkrachten zijn zichzelf lang niet altijd bewust dat zij al met onderdelen van computational thinking bezig zijn. Ook in de bovenbouw komt computational thinking zeker al wel terug, maar zit het meer verweven. Computational thinking is abstract en vergelijkbaar met wetenschap. Je moet het invullen met voorbeelden, dan krijgen leerkrachten een beeld waar het over gaat.”
- Tessa van Zadelhoff, schoolleider basisonderwijs, Stichting SKOPOS Schijndel

Expert digitale geletterdheid binnen de school is gewenst

In het rapport worden verschillende manieren genoemd om succes te bereiken. Hieronder is gebruikmaken van expertise binnen het bestuur, expertgroepen, externe partijen of het ontwikkelen van een kwaliteitskaart voor digitale geletterdheid. 

“Net zo goed als je een taalexpert hebt, moet er binnen de school een expert in digitale geletterdheid zijn. Die deskundige mag niet helemaal extern zijn en moet ook onderdeel van het team zijn. Er moet immers een verandertraject worden ingezet. De expert moet daarnaast weten hoe hij of zij dit traject vormgeeft en hoe die de leerkrachten motiveert en stuurt. Dat is meer dan puur digitale vaardigheden uitleggen.”
- Marco Geenen, docent educatieve technologie, Hogeschool IPABO Amsterdam - Alkmaar

“Wij hebben een ICT-coördinator op elke school en de ICT-coördinatoren komen maandelijks bij elkaar. Dan werken we in werkgroepen. Elke werkgroep omvat een domein van digitale geletterdheid en de input wordt teruggekoppeld naar alle ICT-ers en hun achterban.”
- Lisette Neijzen, beleidsmedewerker onderwijs & innovatie, Stichting Jong Leren Heemstede

Herkennen van de betrouwbaarheid van bronnen is niet alleen voor kinderen moeilijk

Als de informatie die gebruikt moet worden in een opgave al bekend is bij leerlingen of al duidelijk is gegeven in de opgave, vinden ze de opgave gemakkelijker. Alleen de hoogst digitaal geletterde leerlingen beheersen opgaven die gaan over het herkennen van onbetrouwbare e-mails en het verzamelen van persoonlijke informatie via cookies. Dit vindt de focusgroep wel logisch.

“Heel eerlijk, zelf vind ik het al moeilijk te herkennen of een e-mail betrouwbaar is. En een leerling weet misschien al helemaal niet hoe een mailbox werkt.”
- Sanne van der Velden, lid kerndoelenteam digitale geletterdheid, leerkracht en coördinator digitale geletterdheid, SCO Leiden

“Sociale media zoals TikTok doen bij jongeren steeds meer dienst als zoekmachine. Op zo’n platform zoeken ze naar informatie over gezondheid, bijvoorbeeld. Die informatie heeft echter nauwelijks context. Helemaal op een smartphone kun je niet goed zien wie de afzender is, wat zijn of haar belangen zijn en of hij of zij wel betrouwbaar is of niet.”
- Remco Pijpers, strategisch adviseur digitale geletterdheid en ethiek, Stichting Kennisnet