Van afstudeer- naar profileringsfonds

De Inspectie van het Onderwijs onderzocht twee onderwerpen op het gebied van studentenparticipatie; het functioneren van opleidingscommissies en de financiële ondersteuning van studenten op grond van het Afstudeerfonds.

Opleidingscommissies

In het onderzoek naar opleidingscommissies stond de vraag centraal hoe opleidingscommissies in het hoger onderwijs functioneren, welke factoren het functioneren belemmeren en hoe dit kan verbeteren. De belangrijkste bevinding is dat opleidingscommissies in het hoger onderwijs in het algemeen naar behoren functioneren, maar dat dat in het wo meer het geval is dan in het in het hbo. Vooral in het hbo is de bekendheid van de opleidingscommissie onder studenten niet groot. In zowel hbo als wo vatten opleidingscommissies hun taken breed op: men ziet het bijdragen aan de kwaliteit van de opleiding als belangrijkste taak en vindt de wettelijk taak om vooral over de onderwijs- en examenregeling te adviseren te beperkt.

Afstudeerfonds/Profileringsfonds

Het onderzoek Afstudeerfonds/Profileringsfonds beantwoordt de vraag welke keuzes instellingen maken inzake te ondersteunen bestuursfuncties en wat de omvang is van de door instellingen beschikbaar gestelde middelen. Directe aanleiding was de zorg van studentenorganisaties dat instellingen onvoldoende gebruik maken van de ruimte die de wet hen biedt om studenten financieel te ondersteunen uit het Afstudeerfonds en de vrees dat de ruimere uitkeringsmogelijkheden uit het toekomstige Profileringsfonds vooral de bestuursbeurzen (steun aan studenten(gezelligheids)verenigingen) onder druk zullen zetten.

Hoofdconclusie is dat de instellingen over het algemeen serieus werk maken van de financiële ondersteuning van studenten. De omvang van de bestede middelen is vooral in het hbo afgelopen jaren sneller gestegen dan het aantal studenten. Maar alhoewel het hbo een inhaalslag maakt ten opzichte van het wo wordt in het wo nog altijd fors meer besteed aan de ondersteuning van studenten als percentage van de rijksbijdrage. Opnieuw is een aanbeveling dat het hbo zich op kan trekken aan het wo wat betreft het stimuleren van de inspraak- en bestuurscultuur binnen de instellingen. Studenten zelf zouden beter gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die instellingen bieden.