Themaonderzoek entreeopleidingen

De vraag die in het in 2017-2018 uitgevoerde onderzoek naar entreeopleidingen centraal stond, was: Wat betekenen entreeopleidingen voor het loopbaanperspectief van studenten die niet eerder een onderwijsdiploma behaalden?

In het rapport staan aanbevelingen voor beleidsmakers, onderwijsinstellingen en netwerkpartners. De conclusies staan in het rapport Themaonderzoek entreeopleidingen. Een samenvatting van de belangrijkste conclusies vindt u in de infographic Themaonderzoek entreeopleidingen.

Naar aanleiding van het themaonderzoek entreeopleidingen organiseerden we het symposium ‘Entreeopleidingen, hoe staat het er voor?’ Onderaan deze pagina kunt u een video met daarin een impressie van deze dag bekijken.

Wat zijn entreeopleidingen?

Entreeopleidingen zijn in 2014 geïntroduceerd als vervanger van mbo-opleidingen op assistentniveau (niveau 1). Het diploma geeft toegang tot een mbo-opleiding op niveau 2 of tot de arbeidsmarkt. De doelgroep is divers maar over het algemeen als kwetsbaar te karakteriseren. Een kenmerk van de doelgroep is dat geen van de studenten in het bezit is van een diploma voortgezet onderwijs.

Gezien de specifieke doelgroep zijn naast het (toeleverend) onderwijs vaak ook andere partners (gemeente, Regionaal Meld- en Coördinatie punt (RMC), jongerenloket, leerbedrijven, jeugdhulpverlening) betrokken bij de studenten in entreeopleidingen.

Meer informatie over entreeopleidingen vindt u op de website van de Rijksoverheid.

Hoofdconclusies themaonderzoek entreeopleidingen

Diversiteit studenten groot, entreeopleiding niet altijd passend

De doelgroep van entreeopleidingen is zeer divers. We zien bijvoorbeeld uitvallers uit het voortgezet onderwijs, maar ook (re-)integrerende statushouders en uitkeringsgerechtigde ouderen. Daarnaast ervaren entreeteams meer en zwaardere complexiteit in de problematiek van studenten. Deze diversiteit leidt tot een grote spreiding in opleidingsbehoefte en ondersteuningsvraag. Daarbij is dan de vraag of een entreeopleiding altijd de meest passende (opleidings-)route is.

Veel goede stappen gezet, nog groot ontwikkelpotentieel

Entreeopleidingen hebben al veel goede stappen gezet om studenten op weg te helpen naar een diploma. We zien echter veel mogelijkheden om nog meer studenten een passend programma te bieden. Zo hebben instellingen prioriteit gegeven aan de kwalificerende route, gericht op doorstroom naar niveau 2. De route gericht op uitstroom naar de arbeidsmarkt zou echter een volwaardig alternatief moeten zijn. Daarnaast belemmeren inrichtingsvereisten (kwalificatievereisten, keuzedelenverplichting, leerwegen) instellingen bij een flexibele inrichting van het entreeonderwijs.

De belangrijkste opgave voor entreeopleidingen is het onderwijs zo in te richten dat het voor de verschillende doelgroepen passend is en kansen biedt. Wij moeten daar in ons toezicht bij aansluiten.

Sluitende aanpak in de keten voorwaarde voor loopbaanperspectief

Een ruime meerderheid van de studenten verlaat de entreeopleiding met een diploma. De aansluiting op het vervolgonderwijs (niveau 2) of de arbeidsmarkt verloopt echter lang niet altijd soepel. Dit komt het loopbaanperspectief van studenten niet ten goede. Een niet te negeren deel van de gediplomeerde entreestudenten zit alsnog zonder werk, uitkering of onderwijs. Bij het vormgeven van een sluitende aanpak rond de loopbaan van kwetsbare jongeren is samenwerking noodzakelijk. Het gaat daarbij om samenwerking tussen de partners in het netwerk van entreeopleidingen, zoals onderwijs, gemeenten, jeugdhulpverlening en zorg.

Symposium entreeopleidingen

Op 27 juni 2018 organiseerde de inspectie het symposium ‘Entreeopleidingen: hoe staat het ervoor?’ Tijdens dit symposium presenteerde het onderzoeksteam de resultaten van het themaonderzoek entreeopleidingen en overhandigden we het rapport aan de mbo-raad. Aansluitend waren er workshops, waarin de deelnemers aan het symposium met elkaar spraken over thema’s uit de praktijk van entree. Als start van het gesprek brachten de bij het onderzoek betrokken instellingen casuïstiek in. Bij het symposium waren ook studenten van entreeopleidingen aanwezig. De onderstaande video geeft een impressie van deze middag.

ESTHER DEURSEN: Welkom bij het symposium van de Inspectie over de entreeopleidingen.
Een bijzondere opleiding, hebben wij het afgelopen jaar als Inspectie ontdekt.

(Aldus Esther Deursen. Ze schudt een man de hand. Ton Heerts:)

APPLAUS

TON HEERTS: Super dank voor dit rapport.
Want ik ben echt ontzettend enthousiast over dat entree en ook over dit rapport.
Het is niet direct oordelend of veroordelend maar het is een inspectie die meebeweegt met de ontwikkelingen.
KARIN VAN DEN BOSCH: We bevelen jullie aan heroverweeg die drempelloze instroom, plaats passend en zorg ook voor een vangnet in de regio voor hen voor wie entree niet of nog niet de juiste weg is.

(Stef Böger:)

STEF BÖGER: De relatie gaat voor de prestatie.
Dus waar begin je mee?
Investeren in een goed pedagogisch klimaat en in een goeie begeleiding.
Dat hebben wij bij jullie allemaal gezien.
LATISHA: Het entreejaar heeft me echt wel geholpen.
Want ik zat eerst op een andere school en daar ging het ook niet zo erg goed.
Maar ze hebben mij veel onderwijs geboden en ik heb er heel erg wat aan gehad.
JOSEPHINE VAN DEN BERG: Ik zou het heel goed vinden als de entreestudenten positiever op de kaart worden gezet.
Het is vaak moeilijk om een stageplek te vinden.
Het zijn toch maar entreestudenten, wordt er dan gezegd.
Het zijn harde werkers en ze verdienen hun kans om hogerop te komen in het mbo of op de arbeidsmarkt.
NANJA BEEKHUIS: Er waren vandaag meerdere workshops.
Ik heb er zelf eentje verzorgd en die ging over de aansluiting arbeidsmarkt met entree.
Mijn boodschap was eigenlijk dat investeren in relaties.
Om de jongeren op een perspectiefrijke plek te krijgen, hebben we elkaar nodig.
TRUDY VOS: Ik vind het een heel mooi rapport dat de Inspectie heeft gemaakt.
Dat wat het uitstraalt, die passie voor deze groep studenten de studenten krijgen ook het woord in het rapport, dat vind ik prachtig.
Er zitten heel veel concrete aanbevelingen in en eentje daarvan is bijvoorbeeld keuzedelen. Daar moeten we, denk ik, vanaf.
Twee is dat we zorgen voor een goede begeleiding richting de arbeidsmarkt voor die studenten die niet doorstromen naar een niveau 2-opleiding.
We gaan meer inzichtelijk brengen van: hé, waar blijven de studenten?
Hoe succesvol zijn zij in hun loopbaan?
Ja, zo zitten er heel veel aanbevelingen in waar ik graag mee aan de slag ga.

(Een man schrijft iets op.)

FRANK KOSTER: Wat voor mij de eerste stap zou moeten zijn is dat elke gemeente de opdracht krijgt om samen met het mbo een netwerk van leerbedrijven rondom de entree in te richten, certificeren en de begeleiding op bedrijven voor deze entreeleerlingen beter te regelen.
School en daarna werk, dat werkt niet.
Het is school en werk tegelijk.
VAN DEN BERG: Het is heel erg goed dat entree er is.
Mensen zonder diploma die niet verder kunnen groeien op school of in werk kunnen met de entreeopleiding toch de mogelijkheid hebben om iets verder te maken van hun leven.
En dat willen veel mensen.
FATIMA: Ik vond de entreeopleiding een hele leuke opleiding.
Het heeft mij heel ver gebracht.
Ik heb gedaan wat ik kon doen en door de entreeopleiding ben ik echt in mezelf gaan geloven en weet ik wat ik kan en wat niet.

(Fatima lacht en het beeld bevriest. Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Inspectie van het Onderwijs. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het beeld wordt blauw met wit. Beeldtekst: Rapport themaonderzoek entreeopleidingen? www.onderwijsinspectie.nl.)

RUSTIGE MUZIEK DIE WEGEBT