Onderzoekskader 2017 voor het toezicht op het middelbaar beroepsonderwijs
Het onderzoekskader 2017 van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: onderzoekskader) beschrijft hoe het toezicht voor het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is ingericht. Het onderzoekskader omvat het waarderingskader en de werkwijze.
Toegankelijke versie "Onderzoekskader 2017 voor het toezicht op het middelbaar beroepsonderwijs".
Download 'Onderzoekskader 2017 voor het toezicht op het middelbaar beroepsonderwijs' 1/2
Download 'Overzicht wijzigingen bijgesteld onderzoekskader mbo per 1 juli 2018' 2/2
Het onderzoekskader 2017 wordt jaarlijks geactualiseerd. Deze versie van 1 juli 2018 vervangt de versie van 1 juni 2017. Het bevat enige aanpassingen aan nieuwe wetgeving en enkele verduidelijkingen. In het document 'Overzicht wijzigingen bijgesteld onderzoekskader mbo per 1 juli 2018' vindt u een overzicht van deze aanpassingen.
Tekst in kader |
Het onderzoekskader 2017 van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: onderzoekskader) beschrijft hoe het toezicht op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is ingericht. De meest recente versie van dit onderzoekskader is vastgesteld op 1 juli 2017 en treedt op 1 augustus 2017 in werking. |
---|---|
Gewijzigd in |
Het onderzoekskader 2017 van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: onderzoekskader) beschrijft hoe het toezicht op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is ingericht. De meest recente versie van dit onderzoekskader is vastgesteld op 1 juli 2018 en treedt op 1 augustus 2018 in werking. |
Toelichting |
De datums zijn aangepast. |
Tekst in kader |
Het gewijzigde onderzoekskader 2017 is van kracht met ingang van 1 augustus 2017. |
---|---|
Gewijzigd in |
Het gewijzigde onderzoekskader 2017 is van kracht met ingang van 1 augustus 2018. |
Toelichting |
De datums zijn aangepast. |
Tekst in kader |
3.3 KWALITEITSGEBIEDEN EN STANDAARDEN ONDERWIJSPROCES (OP) OP2. Ontwikkeling en begeleiding Toelichting wettelijke eisen De instelling dient aspirant-studenten zodanige informatie te verstrekken en desgevraagd studiekeuzeadvies te geven dat zij in staat zijn een passende opleiding te kiezen (art. 6.1.3a, eerste lid, en art. 8.0.4 WEB5). 5 Het recht op studiekeuzeadvies is voor het eerst van toepassing op studenten die zich uiterlijk op 1 april 2018 conform art. 8.0.4, eerste lid, WEB hebben aangemeld voor een beroepsopleiding die start bij de aanvang van het studiejaar 2018/2019. |
---|---|
Gewijzigd in |
OP2. Ontwikkeling en begeleiding Toelichting wettelijke eisen De instelling dient aspirant-studenten zodanige informatie te verstrekken dat zij in staat zijn een passende opleiding te kiezen (art. 6.1.3a, eerste lid, WEB). Tijdig5 aangemelde aspirant-studenten hebben desgevraagd recht op studiekeuzeadvies mits zij deelnemen aan de intakeactiviteiten die de instelling daartoe organiseert (art. 8.0.4 WEB). Voetnoot 5Onder tijdig verstaan wij hier uiterlijk 1 april voorafgaand aan het studiejaar. |
Toelichting |
De tekst is aangepast, omdat de wet ‘Vroegtijdige aanmelddatum en toelatingsrecht tot het mbo' in het schooljaar 2018/2019 (grotendeels) in werking is getreden. De voetnoot over de inwerkingtreding is daarom verwijderd. Het studiekeuzeadvies is nadrukkelijker in de wettelijke onderbouwing opgenomen. |
Tekst in kader |
EXAMINERING EN DIPLOMERING (ED) ED1. Kwaliteitsborging examinering en diplomering Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 (gebaseerd op art. 7.4.4 WEB). |
Gewijzigd in |
ED1. Kwaliteitsborging examinering en diplomering Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017. |
Toelichting |
De verwijzing naar artikel 7.4.4 WEB is verwijderd. Artikel 7.4.4 WEB is slechts de grondslag voor de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 en bevat geen inhoudelijke normen. Die normen staan (in de vorm van standaarden) in genoemde regeling vermeld. |
Tekst in kader |
ED2. Exameninstrumentarium Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 (gebaseerd op art. 7.4.4 WEB). |
Gewijzigd in |
ED2. Exameninstrumentarium Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017. |
Toelichting |
De verwijzing naar artikel 7.4.4 WEB is verwijderd. Artikel 7.4.4 WEB is slechts de grondslag voor de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 en bevat geen inhoudelijke normen. Die normen staan (in de vorm van standaarden) in genoemde regeling vermeld. |
Tekst in kader |
ED3. Afname en beoordeling Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 (gebaseerd op art. 7.4.4 WEB). |
Gewijzigd in |
ED3. Afname en beoordeling Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017. |
Toelichting |
De verwijzing naar artikel 7.4.4 WEB is verwijderd. Artikel 7.4.4 WEB is slechts de grondslag voor de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 en bevat geen inhoudelijke normen. Die normen staan (in de vorm van standaarden) in genoemde regeling vermeld. |
Tekst in kader |
KWALITEITSZORG EN AMBITIE (KA) KA2. Kwaliteitscultuur Toelichting wettelijke eisen De instelling dient de kwaliteit en professionaliteit van het onderwijspersoneel verder duurzaam te borgen en te verbeteren (art. 1.3.6a en art. 4.1.3 WEB). |
Gewijzigd in |
KA2. Kwaliteitscultuur Toelichting wettelijke eisen De instelling dient de kwaliteit van het onderwijspersoneel duurzaam te borgen (art. 1.3.6a WEB). De instelling dient docenten een zelfstandige verantwoordelijkheid te geven bij de beoordeling van de onderwijsprestaties van studenten en voldoende zeggenschap te geven waar het gaat om het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in de instelling (art. 4.1a.1, eerste t/m derde lid, WEB). |
Toelichting |
Artikel 4.1.3 WEB en bijbehorende zinsneden zijn uit de wettelijke onderbouwing gehaald. Het artikel is niet alleen een verplichting voor één bevoegd gezag, maar voor alle bevoegde gezagen gezamenlijk. Artikel 4.1a.1 WEB is aan de wettelijke onderbouwing toegevoegd. Deze tekst is toegevoegd om te benadrukken dat de docent zelf verantwoordelijk is voor en zeggenschap heeft over het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces. Deze wijziging voeren wij in alle kaders door. |
Tekst in kader |
FINANCIEEL BEHEER (FB) FB2. Doelmatigheid Basiskwaliteit Het bestuur besteedt de overheidsbekostiging zo dat deze adequaat ten goede komt aan de in het beleid geformuleerde ambities inzake effectief onderwijs en de ontwikkeling van alle studenten. |
Gewijzigd in |
FB2. Doelmatigheid Basiskwaliteit Het bestuur besteedt de onderwijsbekostiging zo dat deze adequaat ten goede komt aan de in het beleid geformuleerde ambities inzake effectief onderwijs en de ontwikkeling van alle studenten. |
Toelichting |
De term ‘overheidsbekostiging’ is vervangen door de correcte term ‘onderwijsbekostiging’. |
Tekst in kader |
FB3. Rechtmatigheid Toelichting wettelijke eisen Titel 9, Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek, artikel 3, onder a, van de RJO en de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs alsmede het onderwijsaccountantprotocol11 stellen voorts tal van nadere regels ten aanzien van een transparante verantwoording. De raad van toezicht wijst een instellingsaccountant aan (art. 9.1.4, derde lid, onder f, WEB). Deze instellingsaccountant dient volgens het onderwijscontroleprotocol te werken en tot slot een controleverklaring bij de jaarrekening af te geven (art. 2.5.3, vierde lid, 2 RJO jo. art. 2:393 BW). Voetnoot 11http://www.onderwijsinspectie.nl/publicaties/2015/11/onderwijsaccountantsprotocol-ocw-ez-2015.html |
Gewijzigd in |
FB3. Rechtmatigheid Toelichting wettelijke eisen Titel 9, Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek, artikel 3, onder a, van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO) en de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs alsmede het Onderwijsaccountantsprotocol11 stellen voorts tal van nadere regels ten aanzien van een transparante verantwoording. De raad van toezicht wijst een instellingsaccountant aan (art. 9.1.4, derde lid, onder f, WEB). Deze instellingsaccountant dient volgens het onderwijsaccountantsprotocol te werken en tot slot een controleverklaring bij de jaarrekening af te geven (art. 2.5.3, vierde lid, 2 RJO jo. art. 2:393 BW). Voetnoot |
Toelichting |
De afkorting ‘RJO’ is vervangen door de tekst ‘Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs’. De afkorting kan namelijk worden verward met de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs. Verder is de term ‘onderwijscontroleprotocol’ vervangen door de correcte term ‘onderwijssccountantsprotocol’. In de voetnoot is een verwijzing naar het meest recente onderwijsaccountantsprotocol opgenomen. |
Tekst in kader |
4.2 NORMERING STANDAARDEN Standaarden omvatten deugdelijkheidseisen en eigen aspecten van kwaliteit. Of een standaard als voldoende of onvoldoende wordt beoordeeld, is alleen gebaseerd op de vraag of het bestuur/de school voldoet aan de deugdelijkheidseisen. Voor het oordeel of de waardering ‘goed’ worden de eigen aspecten van kwaliteit als volgt bij de oordeelsvorming betrokken: |
---|---|
Gewijzigd in |
Standaarden omvatten deugdelijkheidseisen en eigen aspecten van kwaliteit. Of een standaard als voldoende of onvoldoende wordt beoordeeld, is alleen gebaseerd op de vraag of het bestuur/de school voldoet aan de deugdelijkheidseisen. Voor de waardering ‘goed’ worden de eigen aspecten van kwaliteit12 als volgt bij de oordeelsvorming betrokken: Voetnoot 12 Een eigen aspect van kwaliteit kan ook zijn: de ambitie om uit te stijgen boven de basiskwaliteit zoals die is vastgelegd in een wettelijk kwaliteitsaspect. |
Toelichting |
De voetnoot is toegevoegd om ‘eigen aspecten van kwaliteit’ te verduidelijken. |
Tekst in kader:
Financieel beheer12 |
|
---|---|
Voldoende |
De drie standaarden zijn voldoende. |
Onvoldoende |
Eén van de drie standaarden is onvoldoende. |
Voetnoot
12 Een onvoldoende voor rechtmatigheid of doelmatigheid is gebaseerd op materiële bevindingen.
Gewijzigd in:
Financieel beheer13 |
|
---|---|
Voldoende |
De beoordeelde standaarden zijn voldoende. |
Onvoldoende |
Eén van de beoordeelde standaarden is onvoldoende. |
Voetnoot
13 Wij beoordelen Financieel Beheer als ‘voldoende’ als de financiële continuïteit (FB1) en rechtmatigheid (FB3) voldoende zijn. Wij geven geen oordeel over de financiële doelmatigheid (FB2), tenzij er zwaarwegende redenen zijn om te concluderen dat er sprake is van evidente ondoelmatigheid. Dit leidt dan tot het oordeel ‘onvoldoende’. In dat geval is ook het oordeel over Financieel Beheer ‘onvoldoende’.
Toelichting: We beoordelen de doelmatigheid op dit moment niet structureel. Daarom is de voetnoot aangepast. In de nieuwe tekst staat dat een standaard niet meer wordt beoordeeld. Het is het niet mogelijk om op alle drie de standaarden een voldoende te scoren. Daarom hebben wij het woord ‘drie’ vervangen door het woord ‘beoordeelde’. Deze wijziging voeren wij in alle kaders door.
Tekst in kader |
Vanaf augustus 2018 maakt het toezicht op de keuzedelen integraal deel uit van de oordeelsvorming over het onderwijs en de examinering. Vanaf dat moment telt de hoogte van het examenresultaat voor een keuzedeel immers mee bij de slaag-/zakbeslissing voor studenten die op of na die datum starten met hun opleiding. Tot augustus 2018 richten we ons toezicht niet specifiek op de keuzedelen; we kijken wel of het wordt aangeboden en of de keuzedelen worden geëxamineerd. Als er geen onderwijs in keuzedelen wordt aangeboden dan is de standaard Onderwijsprogramma onvoldoende. Worden de keuzedelen niet geëxamineerd of worden de examenresultaten van de keuzedelen niet betrokken bij de diplomering, dan leidt dat tot een onvoldoende op de standaard Exameninstrumentarium. Tot augustus 2018 vermelden we opvallende zaken – ook in onze rapporten – die de keuzedelen betreffen, zonder daaraan een oordeel te verbinden. |
---|---|
Gewijzigd in |
Vanaf augustus 2020 maakt het toezicht op de keuzedelen integraal deel uit van de oordeelsvorming over het onderwijs en de examinering. Vanaf dat moment telt de hoogte van het examenresultaat voor een keuzedeel immers mee bij de slaag-/zakbeslissing voor studenten die op of na die datum starten met hun opleiding. Tot augustus 2020 richten we ons toezicht niet specifiek op de keuzedelen; we kijken wel of het wordt aangeboden en of de keuzedelen worden geëxamineerd. Als er geen onderwijs in keuzedelen wordt aangeboden, dan is de standaard Onderwijsprogramma ‘onvoldoende’. Worden de keuzedelen niet geëxamineerd of worden de examenresultaten van de keuzedelen niet betrokken bij de diplomering, dan leidt dat tot een onvoldoende op de standaard Exameninstrumentarium. Tot augustus 2020 vermelden we opvallende zaken – ook in onze rapporten – die de keuzedelen betreffen, zonder daaraan een oordeel te verbinden. |
Toelichting |
De tekst en jaartallen zijn aangepast, omdat de keuzedelen pas per studiejaar 2020-2021 meetellen voor diplomering. |
Tekst in kader |
11.4 ONDERWIJS IN CARIBISCH NEDERLAND 11.4.2 Werkwijze De inspectie beoordeelt in Caribisch Nederland vooralsnog alleen op het niveau van de standaarden. Hiermee laat de inspectie zien op welke standaarden de school een onvoldoende, voldoende of goede beoordeling verdient. Op deze wijze stimuleert de inspectie de verdere schoolontwikkeling nu de basiskwaliteit is bereikt en wordt voor ouders, leerlingen en andere belanghebbenden duidelijk inzicht gegeven in eventuele verbeterpunten. |
---|---|
Gewijzigd in |
De inspectie oordeelt in Caribisch Nederland over de standaarden, met uitzondering van de standaarden voor onderwijsresultaten. Voor onderwijsresultaten zijn voor Caribisch Nederland geen normen vastgesteld. Daarnaast geeft de inspectie een eindoordeel op opleidings- of afdelingsniveau25. Voor het mbo kan het eindoordeel 'zeer zwak' in Caribisch Nederland nog niet worden gegeven, omdat de onderwijsresultaten gezien het voorgaande niet kunnen worden beoordeeld. Het eindoordeel 'onvoldoende' kan wel worden gegeven. Tijdens een kwaliteitsonderzoek beoordelen wij de standaarden voor kwaliteitszorg per opleiding of afdeling en indien van toepassing ook op bovenschools directieniveau25. We bespreken de kwaliteit van het onderwijs en de kwaliteitszorg met het bestuur en spreken het aan op zijn verantwoordelijkheden. Een oordeel op bestuursniveau geven wij vooralsnog echter niet. Vanwege de specifieke context in Caribisch Nederland, beoordelen we op bestuursniveau alleen de financiële standaarden. Dit gebeurt door de directie Rekenschap van de inspectie in separate rapportages. Voetnoten 25 Mbo-opleidingen in Caribisch Nederland worden zoals gezegd verzorgd door scholengemeenschappen in de zin van de WVO BES. De opleidingen zijn vaak kleinschalig en vallen allemaal onder één afdeling (ook wel ‘unit’ genoemd) van de betreffende scholengemeenschap. Daarom onderzoeken wij de kwaliteit van het onderwijs vaak op afdelings- in plaats van of naast het opleidingsniveau. 26 In sommige gevallen is er tussen het bestuur en de unitdirecties nog een bovenschools directieniveau. |
Toelichting |
In de vorige versie van het onderzoekskader stond ten onrechte vermeld dat wij uitsluitend beoordelen op het niveau van de standaarden en niet op het niveau van de school/afdeling. Dat is nu rechtgezet. Wij hebben altijd beoordeeld of het onderwijs voldoet aan de basiskwaliteit. Dat doen we ook bij deze nieuwe werkwijze. In de vorige versie van het onderzoekskader ontbrak ook de melding dat wij in Caribisch Nederland geen oordelen geven op bestuursniveau, maar op opleidings- of afdelingsniveau. Wij geven enkel op financiele standaarden oordelen op bestuursniveau. Dat wordt met deze wijziging rechtgezet. In het middelbaar onderwijs in Caribisch Nederland kan het eindoordeel ‘zeer zwak’ nog niet worden gegeven. Vanuit het toezicht is het echter belangrijk dat de scholen in het voortgezet onderwijs in Caribisch Nederland vergelijkbaar toezicht krijgen met de middelbaar beroepsopleidingen in Nederland. Wij hebben het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voorgesteld om te onderzoeken hoe we dit in de wetgeving kunnen regelen. Aan de tekst is een voetnoot toegevoegd bij het mbo-kader. Deze voetnoot licht het bovenschoolsdirectieniveau toe. |
Tekst in kader |
EXAMINERING EN DIPLOMERING (ED) ED1. Kwaliteitsborging examinering en diplomering Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 (gebaseerd op art. 7.4.4 WEB). |
---|---|
Gewijzigd in |
ED1. Kwaliteitsborging examinering en diplomering Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017. |
Toelichting |
De verwijzing naar artikel 7.4.4 WEB is verwijderd. Dit artikel is slechts de grondslag voor de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 en bevat geen inhoudelijke normen. Die normen staan (in de vorm van standaarden) in genoemde regeling vermeld. |
Tekst in kader |
ED2. Exameninstrumentarium Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 (gebaseerd op art. 7.4.4 WEB). |
Gewijzigd in |
ED2. Exameninstrumentarium Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017. |
Toelichting |
De verwijzing naar artikel 7.4.4 WEB is verwijderd. Dit artikel is slechts de grondslag voor de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017, maar bevat geen inhoudelijke normen. Die normen staan (in de vorm van standaarden) in genoemde regeling vermeld. |
Tekst in kader |
ED3. Afname en beoordeling Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 (gebaseerd op art. 7.4.4 WEB). |
Gewijzigd in |
ED3. Afname en beoordeling Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017. |
Toelichting |
De verwijzing naar artikel 7.4.4 WEB is verwijderd. Dit artikel is slechts de grondslag voor de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 en bevat geen inhoudelijke normen. Die normen staan (in de vorm van standaarden) in genoemde regeling vermeld. |
Tekst in kader |
KWALITEITSZORG EN AMBITIE (KA) KA2. Kwaliteitscultuur* Toelichting wettelijke eisen De instelling dient de kwaliteit en professionaliteit van het onderwijspersoneel verder duurzaam te borgen en te verbeteren (art. 1.3.6a en art. 4.1.3 WEB). De instrumenten en maatregelen ten behoeve van het onderhoud van de bekwaamheid van het personeel maken expliciet onderdeel uit van het stelsel van kwaliteitszorg (art. 1.3.6, eerste lid, WEB). |
---|---|
Gewijzigd in |
KA2. Kwaliteitscultuur* Toelichting wettelijke eisen De instelling dient de kwaliteit van het onderwijspersoneel duurzaam te borgen (art. 1.3.6a WEB). De instrumenten en maatregelen ten behoeve van het onderhoud van de bekwaamheid van het personeel maken expliciet onderdeel uit van het stelsel van kwaliteitszorg (art. 1.3.6, eerste lid, WEB). De instelling dient docenten een zelfstandige verantwoordelijkheid te geven bij de beoordeling van de onderwijsprestaties van studenten en voldoende zeggenschap te geven waar het gaat om het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in de instelling (art. 4.1a.1, eerste t/m derde lid, WEB). |
Toelichting |
Artikel 4.1.3 WEB en bijbehorende zinsneden zijn uit de wettelijke onderbouwing gehaald. Het artikel is niet alleen een verplichting voor één bevoegd gezag, maar voor alle bevoegde gezagen gezamenlijk. Artikel 4.1a.1 WEB is aan de wettelijke onderbouwing toegevoegd. Deze tekst is toegevoegd om te benadrukken dat de docent zelf verantwoordelijk is voor en zelf zeggenschap heeft over het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces. Deze wijziging voeren wij in alle kaders door. |
BIJLAGE 4. WAARDERINGSKADER OVERIGE EDUCATIE
Tekst in kader:
Kwaliteitszorg en ambitie |
|
---|---|
Goed |
De drie standaarden in het gebied zijn ten minste voldoende en Kwaliteitscultuur is goed. |
Voldoende |
De drie standaarden zijn voldoende. |
Onvoldoende |
Eén van de drie standaarden is onvoldoende. |
Gewijzigd in:
Kwaliteitszorg en ambitie |
|
---|---|
Goed |
Eén standaard is voldoende en de andere is goed. |
Voldoende (=basiskwaliteit) |
De twee standaarden Kwaliteitszorg en Verantwoording en dialoog zijn voldoende. |
Onvoldoende |
Eén standaard is onvoldoende. |
Toelichting : Het oordelen van KA2 is voor NBI’s niet wettelijk verplicht. Wij beoordelen uit het gebied KA twee standaarden bij deze instellingen. De normering is nu hierop afgestemd.
Tekst in kader |
ONDERWIJSPROCES (OP) OP2. Ontwikkeling en begeleiding Toelichting wettelijke eisen De instelling dient aspirant-studenten studiekeuzeadvies te geven en zodanige informatie te verstrekken dat zij in staat zijn een passende opleiding te kiezen ([7.2.1a, eerste lid, onder c en art. 8.0.3 WEB BES]). De instelling dient in de onderwijs- en examenregeling aan te geven op welke wijze zij haar aandeel in het eilandelijk zorgplan, bedoeld in artikel 3.3 van de WEB BES, vormgeeft (art. 7.4.9, eerste lid, onder h, WEB BES), zodat voor (potentiële) studenten duidelijk is welke extra ondersteuning via het eilandelijk zorgplan beschikbaar is. |
---|---|
Gewijzigd in |
OP2. Ontwikkeling en begeleiding Toelichting wettelijke eisen De instelling dient aspirant-studenten zodanige informatie te verstrekken dat zij in staat zijn een passende opleiding te kiezen ([art. 7.2.1a, eerste lid, onder c,] en art. 7.4.11 WEB BES). Tijdig44 aangemelde aspirant-studenten hebben desgevraagd recht op studiekeuzeadvies mits zij deelnemen aan de intakeactiviteiten die de instelling daartoe organiseert ([art. 8.0.3 WEB BES]). De instelling dient in de onderwijs- en examenregeling aan te geven op welke wijze zij haar aandeel in het eilandelijk zorgplan, bedoeld in artikel 3.3 van de WEB BES, vormgeeft, zodat voor (potentiële) studenten duidelijk is welke extra ondersteuning via het eilandelijk zorgplan beschikbaar is (art. 7.4.9, eerste lid, onder h, en zie ook art. 1.3.1, onder a, WEB BES). Voetnoot 44 Onder ‘tijdig’ verstaan wij hier uiterlijk 1 april voorafgaand aan het studiejaar. |
Toelichting |
De tekst is aangepast aan de hand van de wet ‘Vroegtijdige aanmelddatum en toelatingsrecht tot het mbo' en het reguliere waarderingskader. De intakeactiviteiten staan nu nadrukkelijker omschreven in de wettelijke onderbouwing. Artikel 8.0.3 WEB BES – het equivalent van artikel 8.0.4 WEB – is in het schooljaar 2018/2019 echter nog niet in werking getreden voor de BES. Daarom staat de tekst tussen brackets. Verder is artikel 1.3.1 WEB BES – het equivalent van artikel 1.3.5 WEB – in navolging van het reguliere waarderingskader toegevoegd aan de wettelijke onderbouwing. Dit geldt namelijk ook voor BES. |
Tekst in kader |
EXAMINERING EN DIPLOMERING (ED)41 ED1. Kwaliteitsborging examinering en diplomering Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de [Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 BES] (gebaseerd op art. 7.4.5). Voetnoot 41 Naar verwachting zullen de onderstaande drie standaarden op dit gebied worden opgenomen in de nieuwe Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 BES die zal gelden vanaf 1 augustus 2017. In dit kwaliteitsgebied gebruiken we de term ‘deelnemers’ in plaats van ‘studenten’, omdat die term ook is gebruikt in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 BES. |
Gewijzigd in |
EXAMINERING EN DIPLOMERING (ED) ED1. Kwaliteitsborging examinering en diplomering Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 BES. |
Toelichting |
De voetnoot achter ‘EXAMINERING EN DIPLOMERING (ED)’ is verwijderd, omdat de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 BES inmiddels in werking is getreden. Verder vervalt de verwijzing naar artikel 7.4.5 WEB BES. Dit artikel is slechts de grondslag voor de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 BES en bevat geen inhoudelijke normen. Die normen staan (in de vorm van standaarden) in genoemde regeling vermeld. |
Tekst in kader |
ED2. Exameninstrumentarium Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de [Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 BES] (gebaseerd op art. 7.4.5). |
Gewijzigd in |
ED2. Exameninstrumentarium Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 BES. |
Toelichting |
De verwijzing naar artikel 7.4.5 WEB BES is verwijderd. Dit artikel is slechts de grondslag voor de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 BES en bevat geen inhoudelijke normen. Die normen staan (in de vorm van standaarden) in genoemde regeling vermeld. |
Tekst in kader |
ED3. Afname en beoordeling Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de [Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 BES] (gebaseerd op art. 7.4.5). |
Gewijzigd in |
ED3. Afname en beoordeling Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 BES. |
Toelichting |
De verwijzing naar artikel 7.4.5 WEB BES is verwijderd. Dit artikel is slechts de grondslag voor de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 BES en bevat geen inhoudelijke normen. Die normen staan (in de vorm van standaarden) in genoemde regeling vermeld. |
Tekst in kader |
KWALITEITSZORG EN AMBITIE (KA) KA2. Kwaliteitscultuur Toelichting wettelijke eisen De instelling dient de kwaliteit en professionaliteit van het onderwijspersoneel duurzaam te borgen (art. 1.3.2a WEB BES). |
Gewijzigd in |
KA2. Kwaliteitscultuur Toelichting wettelijke eisen De instelling dient de kwaliteit van het onderwijspersoneel duurzaam te borgen (art. 1.3.2a WEB BES). |
Toelichting |
Het woord ‘professionaliteit’ is in navolging van het reguliere kader verwijderd. Uit het reguliere kader is artikel 4.1.3 WEB namelijk verwijderd, maar de WEB BES kent daar überhaupt geen equivalent van. |
Tekst in kader |
FINANCIEEL BEHEER (FB) FB2. Doelmatigheid Basiskwaliteit Het bestuur (bevoegd gezag) besteedt de overheidsbekostiging zo dat deze adequaat ten goede komt aan de in het beleid geformuleerde ambities inzake effectief onderwijs en de ontwikkeling van alle studenten. |
Gewijzigd in |
FB2. Doelmatigheid Basiskwaliteit Het bestuur (bevoegd gezag) besteedt de onderwijsbekostiging zo dat deze adequaat ten goede komt aan de in het beleid geformuleerde ambities inzake effectief onderwijs en de ontwikkeling van alle studenten. |
Toelichting |
De term ‘overheidsbekostiging’ is vervangen door de correcte term ‘onderwijsbekostiging’. |
Tekst in kader |
FB3. Rechtmatigheid Toelichting wettelijke eisen Titel 9, Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek, artikel 2 RJO BES en de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs alsmede het Onderwijsaccounstantsprotocol BES stellen voorts tal van nadere regels ten aanzien van een transparante verantwoording. |
Gewijzigd in |
FB3. Rechtmatigheid Toelichting wettelijke eisen Titel 9, Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek, artikel 2 van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES (RJO BES) en de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs alsmede het Onderwijsaccounstantsprotocol BES45 stellen voorts tal van nadere regels ten aanzien van een transparante verantwoording. Voetnoot |
Toelichting |
De afkorting ‘RJO BES’ is vervangen door de tekst ‘Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs BES’. Deze afkorting kan namelijk worden verward met de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs. Verder is er in navolging van het reguliere kader een voetnoot naar het meest recente Onderwijsaccountantsprotocol BES opgenomen. |
Tekst in kader |
Normering De inspectie beoordeelt in Caribisch Nederland vooralsnog alleen op het niveau van de standaarden. Hiermee laat de inspectie zien op welke standaarden de school een onvoldoende, voldoende of goede beoordeling verdient. Op deze wijze stimuleert de inspectie de verdere schoolontwikkeling nu de basiskwaliteit is bereikt en wordt voor ouders, leerlingen en andere belanghebbenden duidelijk inzicht gegeven in eventuele verbeterpunten. |
Gewijzigd in |
Normering De inspectie oordeelt in Caribisch Nederland over de standaarden, met uitzondering van de standaarden voor onderwijsresultaten. Voor onderwijsresultaten zijn voor Caribisch Nederland geen normen vastgesteld. Daarnaast geeft de inspectie een eindoordeel op opleidings- of afdelingsniveau. Voor het mbo kan het eindoordeel 'zeer zwak' in Caribisch Nederland nog niet worden gegeven, omdat de onderwijsresultaten gezien het voorgaande niet kunnen worden beoordeeld. Het eindoordeel 'onvoldoende' kan wel worden gegeven. |
Toelichting |
In de vorige versie van het onderzoekskader stond ten onrechte vermeld dat wij uitsluitend beoordelen op het niveau van de standaarden en niet op het niveau van de opleiding. Dat is nu rechtgezet. Wij hebben altijd beoordeeld of het onderwijs voldoet aan de basiskwaliteit. Dat doen we ook bij deze nieuwe werkwijze. |
Tekst in kader |
EXAMINERING EN DIPLOMERING (ED) ED1. Kwaliteitsborging examinering en diplomering Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 (gebaseerd op art. 7.4.4 WEB). |
---|---|
Gewijzigd in |
ED1. Kwaliteitsborging examinering en diplomering Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017. |
Toelichting |
De verwijzing naar artikel 7.4.4 WEB is verwijderd. Dit artikel is slechts de grondslag voor de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 en bevat geen inhoudelijke normen. Die normen staan (in de vorm van standaarden) in genoemde regeling vermeld. |
Tekst in kader |
ED2. Exameninstrumentarium Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 (gebaseerd op art. 7.4.4 WEB). |
Gewijzigd in |
ED2. Exameninstrumentarium Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017. |
Toelichting |
De verwijzing naar artikel 7.4.4 WEB is verwijderd. Dit artikel is slechts de grondslag voor de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 en bevat geen inhoudelijke normen. Die normen staan (in de vorm van standaarden) in genoemde regeling vermeld. |
Tekst in kader |
ED3. Afname en beoordeling Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 (gebaseerd op art. 7.4.4 WEB). |
Gewijzigd in |
ED3. Afname en beoordeling Toelichting wettelijke eisen De drie standaarden op het gebied van examinering en diplomering en de bijbehorende normering in dit waarderingskader komen overeen met de standaarden en de normering in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017. |
Toelichting |
De verwijzing naar artikel 7.4.4 WEB is verwijderd. Dit artikel is slechts de grondslag voor de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2017 en bevat geen inhoudelijke normen. Die normen staan (in de vorm van standaarden) in genoemde regeling vermeld. |