Kijken zonder oordelen
Weblogs
Afgelopen week was ik op een school. Niet om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen, maar gewoon om eens onbevangen te kijken. Voor mijn plezier. Dat deed ik in Waskemeer (Friesland) bij de vestiging van Liudger. Deze school is namelijk bezig met Lesson Study, een manier om met een groep leraren een les te ontwerpen, iets nieuws uit te proberen en het resultaat te evalueren. Ik had daarvan gehoord en heb de schoolleiding gevraagd of ik eens mocht kijken hoe ze dat doen. Er komt namelijk heel wat kijken bij het gezamenlijk opzetten, evalueren en verbeteren van een les. Dit proces verloopt via een strak programma. De school wordt daarbij begeleid en ondersteund door de Academische lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).

Hele taak eerst
Ik ging dus naar Waskemeer en zag daar Marjolein een les Nederlands geven. De bedoeling is dat de leraren gaan uitproberen of je in een tweede klas havo/vwo hogere denkvaardigheden van leerlingen kunt stimuleren. De leraren hebben een onderzoeksvraag: is de methodiek “hele taak eerst” geschikt voor het aanspreken van hogere denkvaardigheden? Marjolein geeft de leerlingen een lastige opdracht: bepaal van een paar zinnen of ze samengesteld of enkelvoudig zijn en ook of de samengestelde zinnen onder- of nevengeschikt zijn. En dat zonder uitleg vooraf. Leerlingen krijgen wel een kaart waarop staat wat de hulpmiddelen zijn die ze kunnen gebruiken bij het oplossen van deze vraagstukken. Deze hulpmiddelen variëren van het bekijken van een helder schema, het bekijken van een instructiefilmpje via YouTube tot het raadplegen van het lesboek. Bovendien krijgen leerlingen die de opdracht vlot en foutloos kunnen uitvoeren de rol van “expert”. Zij kunnen door hun klasgenoten om hulp gevraagd worden. Tijdens de les wordt een aantal leerlingen nauwgezet geobserveerd om te zien hoe ze de les ervaren.
Leerling als expert
Na afloop evalueren we de les in drie etappes: alle leerlingen vullen een vragenlijst in, daarna interviewen we een drietal leerlingen over hun ervaringen: een expert, een leerling die met een enkele hulpbron kon volstaan en een leerling die meer hulp nodig had. Tot slot gaan we met elkaar in gesprek over wat de les heeft opgeleverd. Wij, dat zijn: Marjolein en haar drie collega’s die de les ontworpen hebben, de locatiedirecteur, de onderwijskundige van de RUG en ik. We stellen vast dat de les goed verliep en stellen ook een aantal punten vast ter verbetering van de les. Over een paar weken zal de verbeterde les dan nog een keer worden gegeven aan het andere deel van dezelfde klas.
Gedeelde verantwoordelijkheid
Een heel interessant proces, vind ik het. Het gezamenlijk heel gestructureerd en planmatig opzetten van een les. Het mooie vind ik ook dat Marjolein, de lerares Nederlands, wordt bijgestaan door een collega wiskunde, een docent beeldende vakken en een docente Frans. Met z’n vieren zijn ze verantwoordelijk voor het geheel. Niet alleen voor de inhoud van de les, maar ook voor de evaluatie ervan. Dit is als het ware lesgeven met ingebouwde kwaliteitszorg. Het was fijn dat ik dit proces van dichtbij heb kunnen zien.
Blijft de vraag of je dat wel moet doen, als inspecteur: zonder te oordelen meekijken naar de manier waarop een school de leskwaliteit verbetert. Ik vind van wel. De school ook. Wat vindt u ervan?
Anne Bergsma
Anne Bergsma heeft als leraar en opleidingsadviseur gewerkt aan een ROC. Voor de inspectie werkt hij als inspecteur voortgezet onderwijs. Hij is gehuwd en heeft twee kinderen, van wie de jongste op de basisschool zit en de oudste op het voortgezet onderwijs.
Meer weblogberichten
Reactiemogelijkheid gesloten
U kunt geen reactie meer plaatsen.
Reacties
-
Kijken zonder oordeel is iets anders dan onbevangen kijken. Beide is niet makkelijk en zeker niet vanzelfsprekend. Ik zou zelfs durven stellen dat kijken zonder oordeel niet mogelijk is.
Wel mooi om in co-creatie een lesopzet te maken. Niet nieuw maar wel goed werk. -
Leuke blog Anne! Ik kan zo snel geen reden bedenken waarom een inspecteur niet eens zonder oordeel met een school mee zou mogen leren. Vanwaar de reserve? Groet, Dorien