Het kan altijd beter

Weblogs

‘Wij hebben dikwijls de neiging om onze tijd als een geheel nieuwe fase te beschouwen, die geen banden heeft met het verleden. De onderwijsverslagen vormen tegen deze irreële en daarom niet onbedenkelijke overtuiging een waardevol tegenwicht. Dit geldt niet slechts voor bijkomstige zaken maar ook voor de kern van de onderwijsproblematiek.’

Tweehonderd jaar onderwijsverslaggeving. Wat gaat er goed, wat kan er beter? Sommige onderwerpen zijn verdwenen, sommige keren regelmatig terug en sommige zijn nooit weggeweest. Een voorbeeld van dat laatste is de kwaliteit van de leraren. Met enige regelmaat prijzen de inspecteurs ‘de schoolmannen’ met lovende woorden als ‘toegewijd’ en ‘bevlogen’. Met name tijdens de Tweede Wereldoorlog schrijven ze vol bewondering over hoe de leraren onder zeer moeilijke omstandigheden er alles aan deden om de leerlingen een zo aangenaam mogelijke schooltijd te bezorgen. Ook kunnen we lezen hoe een jonge pasgeslaagde onderwijzeres moeiteloos stand hield voor een klas met 64 kinderen. Een eeuw eerder betoonden de schoolopzieners  hun mededogen met de leerkrachten, die in bedompte en donkere ruimtes les gaven aan klassen met soms meer dan zeventig leerlingen. En ondanks dat het de bedoeling was dat de eerste Onderwijswet in 1806 daar verandering in zou brengen en ook voor een fatsoenlijke ‘wedde’ (salaris) moest gaan zorgen, duurde het nog decennia voordat de situatie voor de leerkracht enigszins verbeterde.

Examen doen bij de schoolopziener

De kwaliteit van leraren is een terugkerend onderwerp sinds de eerste Onderwijswet. Aan welke eisen moesten ze destijds voldoen? Onderwijzers moesten een akte halen en een bewijs van goed gedrag kunnen tonen. Schoolopzieners van het in 1801 opgerichte Rijksschooltoezicht kregen naast hun andere taken de verantwoordelijkheid voor de examinering en de aanstelling van leraren. In de verslagen tot begin van de twintigste eeuw staan veel uitgebreide verhalen van hoe die examens verliepen.

Over de kennis van de aanstaande onderwijzers wordt veel geklaagd. Zie bijvoorbeeld enkele citaten uit het verslag over 1892:

  • De vaardigheid om zich juist en gemakkelijk uit te drukken, liet bij velen te wenschen over.’
  • 'Immers verreweg het meerendeel der adspiranten, die bij het onderzoek onvoldoende werden bevonden, schoten te kort in de eenvoudige heldere uiteenzetting van de elementaire waarheden der rekenkunde.’
  • 'De kennis van Nederland en zelfs de provincie hunner inwoning liet bij een groot aantal adspiranten veel te wenschen over.’
  •  ‘Bij zeer velen liet de verklaring van de meest eenvoudige verschijnselen alles te wenschen over; zij hadden blijkbaar nooit getracht zich daarvan eenige rekenschap te geven.’

Er zullen zeker  ook vruchtbare examenjaren geweest zijn, maar ik ben ze in de onderwijsverslagen niet vaak tegengekomen. Overigens lag de nadruk bij de examens in die tijd vrijwel helemaal op parate kennis van de examenkandidaten.

Afbeelding van omslag van tijdschrifte Lessen van het Onderwijsmuseum
Beeld: ©Het Nationaal Onderwijsmuseum
Omslag van het tijdschrift Lessen van het Onderwijsmuseum. Deze editie staat geheel in het teken van de tentoonstelling ‘Dit heilzaam toezigt. 200 jaar onderwijsverslag.’

Met de handen in de zakken

En als jonge leerkrachten eenmaal voor de klas staan, houdt het gemopper niet op.  Zo hielden de schoolopzieners niet van de manier waarop sommige jonge onderwijzers voor de klas staan: ‘Ook laat de houding van menig jong onderwijzer voor de klas te wensen over. Geregeld wordt les gegeven met de handen in de zakken en het lijkt wel, of de lichamelijke vermoeidheid onder het jongere geslacht sterk is toegenomen, te oordelen althans naar het zeer ruim gebruik, dat van den stoel in het lokaal wordt gemaakt.’

Lerarentekort

En dan het eeuwige lerarentekort. Ik ben het onderwerp vele malen tegengekomen. In en vlak na de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld was het tekort zo nijpend, dat zelfs gehuwde onderwijzeressen weer voor de klas mochten staan. Overigens zijn de inspecteurs daar in die tijd geen voorstander van. Getrouwde vrouwen horen thuis te zijn, als hoedsters van het huisgezin.

Een inspecteur verzucht in 1954: ‘Wie het woord leraren tegenwoordig neerschrijft, moet er zich voor hoeden, dat hij niet automatisch het woord nood erachter schrijft. Deze twee woorden zijn in deze tijd zodanig aan elkaar geassocieerd, dat tegen deze bewustzijnsverenging wel gewaarschuwd mag worden.’

Het kan altijd beter

De schoolopzieners en inspecteurs waren niet snel tevreden. Ze tobden wat af, niet alleen over de kwaliteit van de leraren, maar ook over de steeds brutaler wordende jeugd en de achterblijvende reken- en taalprestaties. Handschriften hollen achteruit en de aardrijkskundige kennis van zowel leerlingen als leraren is ook niet wat die geweest is. Ontwikkelingen zijn vaak zorgelijk en klassen rumoerig, klaslokalen vol, vuil en benauwd. We hebben even met de gedachte gespeeld om de tentoonstelling in het Onderwijsmuseum ‘Het kan altijd beter’ te noemen in plaats van ‘Dit heilzaam toezigt’.  

In het verslag over 1921/1922  constateert een inspecteur ‘dat onderwiis aan redeliike eischen voldoet.’ ’Of er dan in dit opzicht niets te wenschen overblijft?‘ vraagt hij zich dan tegelijkertijd af. En om vervolgens zelf die vraag te beantwoorden, gaat hij verder: ‘Zeer zeker…’ , en dan volgt een lange opsomming van ruim een pagina met wat er allemaal beter kan.

Onderwijs is nooit af, dat wisten ze in 1816 al: ‘Veel is gedaan, maar veel te doen blijft er nog overig.’ Dat laatste geldt ook voor opbouw en inrichting van de tentoonstelling, waar ik volgende keer verslag van zal doen. Onder het mom van: bijna tweehonderd boeken, ruim vijfenzeventigduizend  bladzijden met tekst, hoe kun je daar nou een spannende expositie van maken?

Evelien Evenhuis

Evelien Evenhuis werkt bij de Directie Kennis van de Inspectie van het Onderwijs. Ze maakt o.a. deel uit van het projectteam  Staat van het Onderwijs. Evelien is ook nauw betrokken bij de organisatie van de tentoonstelling ‘Dit heilzaam toezigt. 200 jaar onderwijsverslag.’ De tentoonstelling wordt op 31 maart 2017 geopend in het Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht door Monique Vogelzang (inspecteur-generaal van het Onderwijs) en loopt tot 30 september.

Voor deze tentoonstelling is een aantal onderwerpen geselecteerd die een mooi beeld schetsen van tweehonderd jaar onderwijsverslaglegging. Burgerschapsonderwijs, de leraar, het onderwijs in Nederlands-Indië en het onderwijs aan ‘gebrekkigen’ zijn enkele onderwerpen die aan bod komen. Het winternummer van LESSEN, het tijdschrift van het Onderwijsmuseum, geheel gewijd aan tweehonderd jaar onderwijsverslag.