Erewoord
Weblogs
De komende maanden voeren we pilots uit met allerlei vernieuwingen in het toezicht. Zo richten we ons meer op het bestuur. Ook maken we in waarderingskaders en rapporten meer onderscheid tussen wat wel en niet wettelijk verplicht is. Dat soort veranderingen brengt altijd forse scholingsoperaties met zich mee.

Zo gaan de inspecteurs die aan de pilots meedoen op tweedaagse, volgen ze een gesprekstraining met acteurs en worden de nieuwe rapportformats uitgebreid besproken. Na de onderzoeken volgen ze een trainingssessie waarin de rapporten daadwerkelijk geschreven worden.
In deze scholing zijn er twee uitgangspunten. Aan de ene kant moeten de rapporten zo stimulerend mogelijk geschreven worden. Aan de andere kant moet duidelijk(er) worden gemaakt welke elementen in onze rapporten te maken hebben met de wettelijke verplichtingen voor scholen: de zogenaamde deugdelijkheidseisen. Rapporten moeten immers ook een goede grondslag bieden om handhavend op te treden.
Die twee staan op gespannen voet met elkaar. Want als het met de wet te maken heeft, wordt een tekst al snel juridisch. En juridische teksten hebben de naam droog en onleesbaar te zijn. Lastig om daar een stimulerend rapport van te maken dus. Dat is ook de angst van sommige inspecteurs.
Maar niemand zit te wachten op dikke pakken papier vol ‘kleine lettertjes’. Ook juristen niet. Erewoord. Ik probeer dan ook de tegenstelling tussen juridisch en leesbaar weg te nemen. Want het is goed als scholen weten waar ze wel en niet toe verplicht zijn, en welke verbeterpunten echt wetsovertredingen zijn. Dat kan volgens mij ook zonder moeilijke woorden en ellenlange zinnen. Daarom deel ik in de trainingen goede voorbeelden. In een later stadium oefenen we samen: hoe schrijf je duidelijk op dat een situatie niet aan de wet voldoet en hoe onderbouw je dat zo dat het bij de rechter overeind blijft? Hopelijk wordt de drempel van het juridisch schrijven hiermee een stukje lager.
Dit alles is een heel andere tak van sport dan lessen observeren. Maar ik weet zeker dat het bijdraagt aan de overtuigingskracht van onze rapporten als duidelijk is dat iets zowel volgens de inspectie niet in orde is, als volgens de wet.
Irene van Dalen
----------------------------
Irene van Dalen werkt als jurist bij de Inspectie van het Onderwijs. Ze houdt zich bezig met het primair onderwijs en de ontwikkeling van het toezicht.