Beeld: ©Inspectie van het Onderwijs

Nieuwsbrief inspectie: middelbaar beroepsonderwijs - oktober 2021

In deze nieuwsbrief wijzen wij u onder andere op het onderzoek dat de inspectie deed naar de digitale weerbaarheid in het hoger onderwijs. De uitkomsten zijn interessant voor alle onderwijssectoren. Ook leest u waarom sommige mbo 4-gediplomeerden niet doorstuderen op het hbo terwijl ze dat eigenlijk wel zouden willen en kunnen. En verder informeren we u over het toezicht tijdens de coronapandemie.

Ook onderwijs blijkt digitaal kwetsbaar

De inspectie heeft onderzoek gedaan naar de digitale weerbaarheid in het hoger onderwijs. Veel uitkomsten daarvan zijn ook voor andere onderwijssectoren van belang. Want net als andere organisaties en bedrijven, blijken alle onderwijsinstellingen doelwit te kunnen worden van digitale aanvallen of kwetsbaar te zijn voor datalekken. Steeds meer besturen in het hoger onderwijs zijn zich daarvan bewust, blijkt uit het onderzoek Binnen zonder kloppen – Digitale weerbaarheid in het hoger onderwijs. Toch hebben nog niet alle onderwijsinstellingen genoeg kennis, actuele informatie of voldoende beschermingsmogelijkheden om zulke dreigingen het hoofd te kunnen bieden.

Binnen zonder kloppen – Digitale weerbaarheid in het hoger onderwijs

Zelfvertrouwen en vriendenkring beïnvloeden of mbo’ers willen doorstuderen

Waarom studeren sommige mbo 4-gediplomeerden niet door op het hbo terwijl ze dat eigenlijk wel zouden willen en kunnen? De redenen liggen overwegend in hun persoonlijke kenmerken en hun sociale omgeving, zo blijkt uit onderzoek door de Inspectie van het Onderwijs. De meest opvallende kenmerken zijn faalangst, examenstress en de mening van vrienden en ouders. Daarnaast zijn de verwachte kosten en studieduur juist voor deze studenten belangrijke drempels bij de keuze tussen doorstuderen of direct aan het werk gaan. De inspectie raadt daarom mbo-opleidingen aan om structureel aandacht te geven aan onbedoelde zelfselectie bij hun laatstejaars mbo 4-studenten. Verder zou het goed zijn als mbo- en hbo-opleidingen gezamenlijk meer passend aanbod ontwikkelen en daarmee doorlopende leerlijnen stimuleren.

Wel of niet naar de hogeschool?

Examencommissies mbo tijdens de coronacrisis

Vorig studiejaar onderzochten we hoe examencommissies in het mbo zijn omgegaan met de coronacrisis tussen maart en oktober 2020. We zagen dat het mbo-veld zeer bewust is omgegaan met de examinering tijdens het eerste halfjaar van de crisis. De instellingen bleven daarbij focus houden op het behoud van diplomawaarde in het belang van maatschappij én student. Wel spraken de opleidingen zorgen uit over het toen nog lopende studiejaar 2020/2021.

Onderzoek over studiejaar 2020/2021

Gezien het aanhouden van de coronacrisis voeren wij het onderzoek naar Examencommissies mbo tijdens de coronacrisis opnieuw uit. We gaan met examencommissies in het bekostigde en niet-bekostigde onderwijs in gesprek over hoe zij invulling hebben gegeven aan de rol en verantwoordelijkheid voor het borgen van de kwaliteit van de examinering en diplomering in het studiejaar 2020/2021.

Toezicht tijdens de coronapandemie (update)

Tijdens de coronapandemie moet het toezicht regelmatig worden aangepast. De stand van zaken op dit moment is dat de inspectieonderzoeken in principe op locatie plaatsvinden. Dit geldt voor alle typen onderwijs. Waar dat passend en mogelijk is, maakt de Inspectie van het Onderwijs in het toezicht gebruik van digitale middelen om gesprekken te voeren. Onderzoek op locatie gebeurt uiteraard met inachtneming van de geldende maatregelen tegen het coronavirus. Het meldpunt schoolsluiting vanwege het coronavirus blijft vooralsnog open.

Toezicht tijdens de coronapandemie (update oktober 2021)

Aankondiging onderzoek naar onderwijs basisvaardigheden

Relatief veel leerlingen en studenten in Nederland lopen het risico om laaggeletterd, laaggecijferd en/of met onvoldoende sociale en maatschappelijke competenties het onderwijs te verlaten. Door de coronamaatregelen is dit risico voor sommige groepen leerlingen en studenten groter geworden. Dit heeft gevolgen voor hun kansen in de toekomst. Om zicht te krijgen op de manier waarop besturen, scholen en instellingen sturen op het aanleren van deze basisvaardigheden en hoe ze achterstanden proberen te voorkomen, start de Inspectie van het Onderwijs een onderzoek. Voor dit onderzoek ontvangt een representatieve steekproef van besturen en scholen/opleidingen begin november 2021 een vragenlijst.

Basisvaardigheden

Contact met besturen door het Loket van de inspectie

De inspectie wil een toegankelijke en transparante organisatie zijn en staat open voor meldingen over scholen en instellingen. Met de nieuwe onderzoekskaders krijgen meldingen daarnaast een prominentere plek in ons toezicht.

Via het meldpunt op onze website kunnen ouders en andere betrokkenen bij het onderwijs een melding maken. De meldingen komen binnen bij het team Loket dat ze verwerkt. Om beter zicht te krijgen op meldingen kan het Loket sinds dit schooljaar (2021/2022) contact opnemen met het bestuur van een school of instelling over een ontvangen melding. Bijvoorbeeld om informatie op te vragen of om aandacht te vragen voor de geldende wet- en regelgeving. Dit gebeurt in principe schriftelijk. Het Loket stemt het contact met het bestuur af met de contactinspecteur van de school of instelling. Ook laat de inspectie de melder weten wat zij met de betreffende melding heeft gedaan.

Overwegingen van besturen met hoge vermogens

Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is het onderzoek Dialogen over vermogen uitgevoerd onder 44 besturen uit de groep met het relatief hoogste publiek eigen vermogen. Uit het onderzoek blijkt dat besturen zich over het algemeen realiseren dat te grote reserves moeten worden afgebouwd. Wel blijven veel besturen nog erg behoedzaam begroten, ook als het vermogen boven de zogeheten signaleringswaarde ligt. Terwijl die signaleringswaarde in principe een comfortabele bovengrens aangeeft. Ook vindt nog een derde van de onderzochte besturen met een vermogen boven de signaleringswaarde dat hun vermogen niet overmatig is.

Dialogen over vermogen

Wat te doen bij (vermoeden van) zedenmisdrijven?

(Een vermoeden van) seksueel misbruik -tussen een met taken belast persoon en een (minderjarige) student- op uw instelling heeft grote impact. Daarom is het goed om te weten wat u in zo’n situatie moet doen, zodat u snel de juiste stappen zet. De wet schrijft voor dat iedere medewerker die een vermoeden heeft van een zedenmisdrijf tussen een met taken belast persoon en een minderjarige student, dit meteen (onverwijld zegt de wet) moet melden bij het bestuur. Het bestuur moet vervolgens meteen overleggen met de vertrouwensinspecteur. Als uit dat overleg blijkt dat er sprake is van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit, dan is het bestuur verplicht aangifte te doen.

Overigens kunt u ook bij andere zaken, zoals seksueel misbruik tussen studenten, seksueel misbruik tussen een met taken belast persoon en een meerderjarige student, seksuele intimidatie, fysiek en psychisch geweld en discriminatie en radicalisering, de expertise inroepen van de vertrouwensinspecteur. Lees op onze website meer over de meld-, overleg- en aangifteplicht in het onderwijs bij zedenmisdrijven.

En verder

Colofon

Dit is een uitgave van de Inspectie van het Onderwijs.

Heeft u vragen over deze nieuwsbrief of over het onderwijstoezicht? Neem dan contact op met Klantcontact. Dit kan via het contactformulier of op werkdagen tussen 09.00 en 16.30 uur via 088-669 60 60.

Denkt u dat deze nieuwsbrief ook interessant is voor anderen, bijvoorbeeld docenten, teamleiders en directeuren binnen uw instelling ? Abonneren op deze nieuwsbrief is mogelijk via onze website.