Beeld: ©Inspectie van het Onderwijs

Nieuwsbrief inspectie: hoger onderwijs - oktober 2021

In deze editie leest u onder andere over het onderzoek dat de inspectie deed naar digitale weerbaarheid in hoger onderwijs. Ook leest u over aanvullend onderwijs; 1 op de 5 studenten maakt hiervan gebruik, maar opleidingen hebben hier te weinig zicht op. En waarom studeren sommige mbo 4-gediplomeerden niet door op het hbo terwijl ze dat eigenlijk wel zouden willen en kunnen? Dat leest u in het rapport Wel of niet naar de hogeschool?

Ook hoger onderwijs nog digitaal kwetsbaar

Steeds meer besturen in het hoger onderwijs zijn zich ervan bewust dat zij, net als andere organisaties en bedrijven, doelwit kunnen zijn van digitale aanvallen en kwetsbaar zijn voor datalekken. Toch hebben nog niet alle onderwijsinstellingen genoeg kennis, actuele informatie of voldoende beschermingsmogelijkheden om zulke dreigingen het hoofd te kunnen bieden. Dat blijkt uit het onderzoek Binnen zonder kloppen – Digitale weerbaarheid in het hoger onderwijs. Ieder bestuur is zelf verantwoordelijk voor voldoende (basis)maatregelen en risicomanagement. De universiteiten en hogescholen kunnen hun digitale veiligheid vergroten door beter samen te werken. Ook de overheid kan bijdragen door regie te nemen op digitale veiligheid en de beschikbare kennis samen te brengen.

Binnen zonder kloppen – Digitale weerbaarheid in het hoger onderwijs

Aanvullend onderwijs in het hoger onderwijs: analyseer en ga in gesprek

Een substantiële groep studenten maakt gebruik van betaald aanvullend onderwijs. Studenten hebben daar verschillende redenen voor, bijvoorbeeld om de studie snel en efficiënt te doorlopen of omdat ze vinden dat ze onvoldoende persoonlijke begeleiding/feedback krijgen tijdens de opleiding. U leest hierover in het artikel dat de inspectie schreef voor Hoger Onderwijs Management, dat is gebaseerd op cijfers uit de Staat van het Onderwijs 2021. De inspectie hoopt dat het artikel en het onderzoek in de Staat van het Onderwijs opleidingen stimuleert om meer zicht te krijgen op het gebruik van aanvullend onderwijs door hun studenten. Dit inzicht maakt een gefundeerde discussie mogelijk over bijvoorbeeld de risico’s voor kansengelijkheid, en of de studentbegeleiding versterking behoeft.

Aanvullend onderwijs in het hoger onderwijs: analyseer en ga in gesprek

Betere samenwerking pabo’s en po helpt zij-instroom basisschoolleraren

Het basisonderwijs verwelkomt jaarlijks honderden nieuwe leraren die eerst een ander beroep hadden via het traject ‘Zij-instroom in het beroep van leraar in het primair onderwijs’. Zeker gezien het lerarentekort is het belangrijk dat de zij-instromers de overstap soepel en succesvol kunnen maken. Veel gaat al goed in dat traject, blijkt nu uit onderzoek door de inspectie. Maar individuele pabo’s en basisscholen zouden nauwer moeten samenwerken om beter maatwerk te kunnen bieden aan elk van de zij-instromers. Verder zijn op sectorniveau duidelijke afspraken nodig: wanneer is een zij-instromer geschikt om zelfstandig voor de klas te staan?

Zij-instroom in het beroep van leraar in het primair onderwijs

Zelfvertrouwen en vriendenkring beïnvloeden of mbo’ers willen doorstuderen

Waarom studeren sommige mbo 4-gediplomeerden niet door op het hbo terwijl ze dat eigenlijk wel zouden willen en kunnen? De redenen liggen overwegend in hun persoonlijke kenmerken en hun sociale omgeving, zo blijkt uit onderzoek door de Inspectie van het Onderwijs. De meest opvallende kenmerken zijn faalangst, examenstress en de mening van vrienden en ouders. Daarnaast zijn de verwachte kosten en studieduur juist voor deze studenten belangrijke drempels bij de keuze tussen doorstuderen of direct aan het werk gaan. De Inspectie van het Onderwijs raadt daarom mbo-opleidingen aan om structureel aandacht te geven aan onbedoelde zelfselectie bij hun laatstejaars mbo 4-studenten. Verder zou het goed zijn als mbo- en hbo-opleidingen gezamenlijk meer passend aanbod ontwikkelen en daarmee doorlopende leerlijnen stimuleren.

Wel of niet naar de hogeschool?

Toezicht tijdens de coronapandemie (update)

Tijdens de coronapandemie moet het toezicht regelmatig worden aangepast. De stand van zaken op dit moment is dat de inspectieonderzoeken in principe op locatie plaatsvinden. Dit geldt voor alle typen onderwijs. Waar dat passend en mogelijk is, maakt de Inspectie van het Onderwijs in het toezicht gebruik van digitale middelen om gesprekken te voeren. Onderzoek op locatie gebeurt uiteraard met inachtneming van de geldende maatregelen tegen het coronavirus. Het meldpunt schoolsluiting vanwege het coronavirus blijft vooralsnog open.

Toezicht tijdens de coronapandemie (update oktober 2021)

Overwegingen van besturen met hoge vermogens

Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is het onderzoek Dialogen over vermogen uitgevoerd onder 44 besturen uit de groep met het relatief hoogste publiek eigen vermogen. Uit het onderzoek blijkt dat besturen zich over het algemeen realiseren dat te grote reserves moeten worden afgebouwd. Wel blijven veel besturen nog erg behoedzaam begroten, ook als het vermogen boven de zogeheten signaleringswaarde ligt. Terwijl die signaleringswaarde in principe een comfortabele bovengrens aangeeft. Ook vindt nog een derde van de onderzochte besturen met een vermogen boven de signaleringswaarde dat hun vermogen niet overmatig is.

Dialogen over vermogen

Wat te doen bij (vermoeden van) zedenmisdrijven?

(Een vermoeden van) seksueel misbruik - tussen een met taken belast persoon en een student - op uw instelling heeft grote impact. Daarom is het goed om te weten wat u in zo’n situatie moet doen, zodat u snel de juiste stappen zet. Als het gaat om een minderjarige student: de wet schrijft voor dat iedere medewerker die een vermoeden heeft van een zedenmisdrijf tussen een met taken belast persoon en een minderjarige student, dit meteen (onverwijld zegt de wet) moet melden bij het bestuur. Het bestuur moet vervolgens meteen overleggen met de vertrouwensinspecteur. Als uit dat overleg blijkt dat er sprake is van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit, dan is het bestuur verplicht aangifte te doen.
Bij meerderjarige studenten, en ook bij andere zaken, zoals seksueel misbruik tussen studenten, seksuele intimidatie, fysiek en psychisch geweld en discriminatie en radicalisering, kunt u de expertise inroepen van de vertrouwensinspecteur. Lees op onze website meer over de meld-, overleg- en aangifteplicht in het onderwijs bij zedenmisdrijven.

Overigens is, zoals we in de nieuwsbrief van juni meldden, de Inspectie van het Onderwijs een themaonderzoek gestart naar de sociale veiligheid in het hoger onderwijs.

Colofon

Dit is een uitgave van de Inspectie van het Onderwijs.

Heeft u vragen over deze nieuwsbrief of over het onderwijstoezicht? Neem dan contact op met Klantcontact. Dit kan via het contactformulier of op werkdagen tussen 09.00 en 16.30 uur via 088-669 60 60.

Denkt u dat deze nieuwsbrief ook interessant is voor anderen, bijvoorbeeld docenten of teamleiders binnen uw opleidingen? Abonneren op deze nieuwsbrief is mogelijk via onze website.