Uitvoering toezicht en handhaving op orde, tijd voor een volgende stap

Gemeenten en GGD’en voeren toezicht en handhaving in de kinderopvang steeds beter uit*. Afgelopen jaar voerden nog slechts 5 gemeenten hun taken onvoldoende uit, waardoor ze een B-status hadden. Bovendien voldoet een steeds groter deel van de kinderopvangvoorzieningen aan de kwaliteitseisen. Dit blijkt uit het Landelijk Rapport gemeentelijk toezicht kinderopvang 2017 dat op 8 november 2018 aan de Tweede Kamer is aangeboden.

De inspectie ziet wel ruimte voor verbetering, want:

  • het toezicht is soms te voorspelbaar
  • nieuwe of aangescherpte wet- en regelgeving wordt niet altijd getoetst
  • en de handhavingsstrategie en informatieverstrekking past niet altijd bij de situatie.

Om dit te verbeteren, is een volgende stap in de ontwikkeling de invoering van een gemeentelijk toezichtplan. Hierin zet de gemeente uiteen hoe zij de kwaliteit van de kinderopvangvoorzieningen waarborgt en stimuleert.

In het Landelijk Rapport gaat de inspectie verder in op de kwaliteit van het gemeentelijk toezicht op de kinderopvang en op het interbestuurlijk toezicht zoals de inspectie dat uitvoert.

Aantal inspecties bij voorzieningen voor opvang bij gastouders moet omhoog

Het toezicht op voorzieningen voor opvang bij gastouders, verschilt aanzienlijk per gemeente. Landelijk gezien is 10 procent van de voorzieningen voor opvang bij gastouders onderzocht. Er zijn gemeenten die jaarlijks meer dan 60 procent van deze voorzieningen laten onderzoeken, waar andere gemeenten het houden bij de minimale steekproef van 5 procent. De inspectie voert in 2019 een onderzoek uit naar de opvang bij gastouders, om in beeld te krijgen of  de naleving van de regels bij deze vorm van opvang voldoende is geborgd.

Verkleinen onwenselijke gemeentelijke en regionale verschillen in toezicht en handhaving

Het valt de inspectie op dat er veel regionale en gemeentelijke verschillen zijn in het toezicht en de handhaving op de kinderopvang. Niet alleen loopt het percentage onderzoeken bij voorzieningen voor opvang bij gastouders sterk uiteen, ook zien we verschillen in de mate waarin deze onderzoeken onaangekondigd plaatsvinden. De inspectie vindt dat de onderzoeken bij voorzieningen voor opvang bij gastouders altijd onaangekondigd zouden moeten zijn. Ook zijn er aanzienlijke verschillen in het percentage voorzieningen waarvoor gemeenten een handhavingsadvies krijgen van de toezichthouder van de GGD en in de keuzes die zij maken in de handhaving. Onwenselijke verschillen tussen de regio’s en  gemeenten moeten worden verkleind.

Is de positie van ouders in de kinderopvang versterkt?

Met de invoering van de Wet versterking positie ouders in 2016, zijn er kwaliteitseisen toegevoegd die ouders de mogelijkheid geven beter te worden gehoord en geïnformeerd. We zien echter dat bij een derde van de voorzieningen, in de periode 2015-2017 geen enkele kwaliteitseis op het gebied van ouderrecht is beoordeeld. Waar dat wel gebeurde, werden de meeste tekortkomingen juist op die nieuwe kwaliteitseisen geconstateerd. De inspectie vraagt zich daarom af of er voldoende zicht is op de vraag of de beoogde versterking van de positie van ouders binnen de kinderopvang is gerealiseerd. De inspectie vindt het noodzakelijk dat na invoering van nieuwe eisen, de naleving ervan geborgd wordt door deze te toetsen in het eerstvolgende onderzoek.

Subsidie voor aanbieden voorschoolse educatie, maar kwaliteit niet altijd op orde

Ongeveer de helft van alle kinderdagverblijven en peuterspeelzalen ontving in 2017 subsidie van de gemeente voor het bieden van voorschoolse educatie. Op het moment van de subsidietoekenning, voldeed een op de vijf van die voorzieningen niet aan de wettelijke voorwaarden. Als een kinderopvangorganisatie gesubsidieerd wordt door de gemeente als aanbieder van voorschoolse educatie, dan zouden ouders ervan uit mogen gaan dat de locatie voldoet aan de kwaliteitseisen voorschoolse educatie en dat er geen problemen zijn met de voorwaarden die gelden in de kinderopvang. Veel gemeenten hebben binnen hun beleid niet de optie opgenomen om de subsidie stop te zetten wanneer er tekortkomingen zijn op de kwaliteitseisen. Zij hebben meestal voldoende vertrouwen in de voorzieningen of ze vinden dat de subsidie juist nodig is om de voorschoolse educatie goed te implementeren.

Kwaliteit kinderopvang steeds beter, maar er resteert een groep waar zorgen over zijn

Tegelijkertijd met de Landelijke Rapportage heeft de inspectie, in samenwerking met de Vereniging Nederlandse Gemeenten en GGD GHOR Nederland, het rapport ‘Herhaalde Handhavingsadviezen’ uitgebracht. Hiervoor is een groep voorzieningen onderzocht waar herhaaldelijk tekortkomingen zijn geconstateerd. Ondanks hun beste bedoelingen zijn deze voorzieningen niet altijd in staat om aan de regels te voldoen. Leidinggevenden zijn niet volledig op de hoogte van de actuele regelgeving of missen het vermogen of het inzicht om de tekortkomingen adequaat op te lossen. Houders (de eigenaren van kinderopvangorganisaties) willen vaker in gesprek met de toezichthouder, waarin deze een toelichting kan geven op de tekortkomingen en de houder op weg kan helpen naar een oplossing.

Handhaving vereist maatwerk, met name bij onkundige houders

Wanneer er herhaaldelijk tekortkomingen worden geconstateerd bij een kinderopvangvoorziening, kiezen  gemeenten binnen hun handhavingsbeleid vaak voor een zwaardere vorm van handhaving. Dit hoeft niet altijd het juiste instrument te zijn om tot een verbetering te komen. Vooral als er sprake is van onvermogen bij de houder of de leidinggevende. De gemeente kan dan beter inzetten op een combinatie van het verstrekken van informatie, een dialoog met de houder en handhaving die toegesneden is op de situatie.

* GGD'en houden in opdracht van gemeenten toezicht op de kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, voorzieningen voor opvang bij gastouders en op de gastouderbureaus. Als een GGD toezichthouder gebreken constateert, dan kan deze de gemeente adviseren om handhavend op te treden. Ook zijn gemeenten verantwoordelijk voor het bijhouden van het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). De Inspectie van het Onderwijs ziet erop toe dat gemeenten hun wettelijke taken goed uitvoeren.