Scholen hoeven geen methoden te gebruiken in de kleutergroepen
Bij het toezicht op basisscholen kijkt de inspectie ook naar de kleutergroepen. Over dit deel van het toezicht blijkt een aantal misverstanden te bestaan. Zo hoeven basisscholen van de inspectie geen gebruik te maken van een kleutermethode (in tegenstelling tot wat wel eens wordt gedacht). Het bestuur, schoolleiding en docent bepalen zelf hoe ze het onderwijs vormgeven.
Dat kan aan de hand van een methode, maar het kan ook zelf ontworpen onderwijs betreffen. Dat onderwijs moet aansluiten bij de ontwikkeling van de kinderen. Bij kleuters maakt spelen daar natuurlijk een essentieel onderdeel van uit. Spelen is immers dé manier waarop kleuters leren.
Waar kijkt de inspectie dan wel naar in de kleutergroepen?
- Krijgen de kleuters een breed aanbod (dus niet alleen beginnende geletterd- en gecijferdheid)?
- Sluit het kleuteronderwijs aan op het onderwijs in de groepen 3 en verder (de zogeheten doorlopende leerlijn)?
- Lopen de leerinhouden op in niveau, aansluitend op de ontwikkeling van de kleuters (zogeheten beredeneerd aanbod)?
- Staat in de schoolgids welke doelen de school wil bereiken en hoe de ondersteuning van het jonge kind wordt vormgegeven?
In de praktijk zien de inspecteurs zeer diverse vormen van kleuteronderwijs in de scholen die allemaal voldoen aan de wettelijke eisen.